28 maart 2024

Sterrenkundigen identificeren supercluster waar Melkweg bij hoort: Laniakea (Update)

CREDIT: SDVISION INTERACTIVE VISUALIZATION SOFTWARE BY DP AT CEA/SACLAY, FRANCE

Een internationale groep sterrenkundigen onder leiding van R. Brent Tully (University of Hawaii at Manoa) heeft een enorme supercluster van sterrenstelsels in kaart gebracht, waar ons eigen Melkwegstelsel deel van uitmaakt. De sterrenkundigen noemen de supercluster op voorstel van Nawa’a Napoleon, een taalkundige op Hawaï, ‘Laniakea‘, hetgeen op Hawaï immens heelal betekent, een eerbetoon aan Polynesische zeelieden. Hierboven een gedeelte van de supercluster, waarbij de dunne witte lijnen de paden zijn, die de sterrenstelsels (witte stippen) in de cluster volgen, de dikkere, oranje lijn is de omtrek van Laniakea. Op de kaart hieronder zie je waar de Melkweg zich bevindt – de dikke, blauwe stip, precies in het midden. De Lokale Groep van sterrenstelsels, waar de Melkweg toe behoort, ligt aan de rand van Laniakea. Voorheen werd de Lokale Groep tot een andere supercluster gerekend, de zogenaamde Virgo-supercluster. Deze blijkt nu slechts een gedeelte te zijn van de veel grotere Laniakea.

CREDIT: SDVISION INTERACTIVE VISUALIZATION SOFTWARE BY DP AT CEA/SACLAY, FRANCE

Tully en zijn team konden de randen van Laniakea ‘aftasten’ door te kijken naar de beweging van sterrenstelsels, die beïnvloed worden door de gravitatiewerking van andere stelsels in de supercluster. Vanuit Laniakea is er een link in de vorm van een ‘gravitatievallei’ met de Grote Aantrekker, een gebied in het heelal dat al dertig jaar wordt onderzocht en dat de Melkweg en andere leden van de Lokale Groep van sterrenstelsels aantrekt. Laniakea is 500 miljoen lichtjaar (160 megaparsec) in diameter en zijn massa is 10^17 keer de zonsmassa, da’s 100 miljoen keer miljard keer de massa van de zon, te vinden in ongeveer 100.000 sterrenstelsels.

Hieronder een video over supercluster Laniakea.

Laniakea Supercluster Preview from Daniel Pomarède on Vimeo.

Een langere video over Laniakea is hier te zien. Over de identificatie van supercluster Laniakea verscheen vandaag een artikel in Nature, inclusief een boeiend filmpje:

Laniakea Supercluster from Daniel Pomarède on Vimeo.

Bron: Eurekalert + Francis (Th)E Mule. Het volledige onderzoeksartikel kan hier (gratis!) ingezien worden.

Share

Comments

  1. Olaf van Kooten zegt

    Hoe verhoud dit zich tot de Virgo-supercluster?

  2. en dit bolleke is in volume-pro-millen van het door ons bekend geachte heelal ???

  3. en als je dan die convergerende beweging in die animatie beschouwt , vraag je je af waar dat dan weer door wordt veroorzaakt. ?
    of is dat nu juist die grote aantrekker die wordt veronderstelt zich egens op te houden, ?
    zit die trouwens niet ergens in Laniakea. ?

  4. Ik heb altijd een soort van vraagteken bij dit soort plaatjes/animaties en onderzoeken. Want hoe verder we in het universum kijken hoe verder we in het verleden kijken. Bijvoorbeeld het andromedastelsel staat al op 2,5 miljoen lichtjaar afstand, dus kijken we al 2,5 miljoen jaar terug in het verleden als we het stelsel bekijken. Dit houdt dus in dat het andromedastelsel zich momenteel op een hele andere lokatie bevindt dan dat wij nu zien. Met andere en verder stelsel kan dit verschil nog veel groter zijn.
    Ik vraag me dan wel eens af hoe accuraat dit soort onderzoeken zijn als de tijdsverschillen van de waargenomen stelsels zo groot kunnen zijn. Een afstand van een miljoenlichtjaar jaar is niets, maar dat houdt tegelijktijd ook een miljoen jaar beweging.

  5. “Dit houdt dus in dat het andromedastelsel zich momenteel op een hele andere lokatie bevindt dan dat wij nu zien.”.

    Dat valt érg mee. De Andromeda nevel komt pas over ca. 4 miljard jaar in botsing met de Melkweg.

    • Maar daar gaat het niet om. Het gaat er om dat sterrenstelsels en clusters op dit moment op hele andere posities staan dan dat wij ze nu zien. In het geval van het andromeda stelsel is er al 2,5 miljoen jaar verstreken van wat wij nu zien, dus 2,5 miljoen jaar beweging van het stelsel.
      Ik snap dat we de beweging van sterrenstelsels en clusters extrapoleren, maar hoe accuraat is dit met pas enkele decennia aan waarnemingen op tijden van miljoenen of honderden miljoenen jaren? Wie weet welke gravititionele invloeden al niet van toepassing zijn geweest op de banen van deze sterrenstelsels en clusters?

      • Daar gaat het wél om. Zie, bijvoorbeeld:

        http://www.nature.com/news/andromeda-on-collision-course-with-the-milky-way-1.10765

        De relatieve snelheid van de Andromeda Nevel en de Melkweg is momenteel ca. -110 km/sec. Dit is 0.4‰ (promille) van de lichtsnelheid.

        Het licht dat 2.5 miljoen jaar geleden door Andromeda is uitgezonden bereikt ons vandaag.

        Andromeda zélf staat, in vergelijking met 2.5 miljoen jaar geleden, slechts 0.4‰ dichterbij.

        • Daar gaat het mij niet om, want dat bedoel ik niet gert1904 🙂 Het gaat mij niet om de botsing tussen onze melkweg en het andromeda stelsel, dat heb ik ook nooit genoemd, dat is iets waar jij klaarblijkelijk mee kwam. Het gaat mij puur om het feit dat alles wat we zien in het universum een kijk in het verleden is. Wat we nu zien en waarnemen is slechts een blik in het verleden en zo is het op dit moment in deze tijd niet meer.
          Stelsels die nu voor ons achter elkaar lijken te staan kunnen wel miljoenen lichtjaren van elkaar verwijderd zijn, dus hebben ze nooit achter elkaar gestaan. Wij zien nu alleen het licht van beide stelsels waardoor het lijkt alsof ze achter elkaar staan! Puur als voorbeeld, stel we zien nu twee stelsels achter elkaar staan, de voorste op 4 miljoen lichtjaar afstand en de achterste op 6 miljoen lichtjaar afstand. Toen het licht van het achterste stelsel werd uitgezonden 6 miljoen jaar geleden stond het voorste stelsel er niet voor. En omgekeerd hetzelfde, toen het licht van het voorste stelsel 4 miljoen jaar geleden werd uitgezonden stond het achterste stelsel er al lang niet meer achter. Wat we nu zien is slechts een schim uit het verleden waarbij alles wat we zien ook nog eens uit een verschillend stukje verleden komt.
          De posities van stelsels die we zien is een blik uit het verleden en daar staan ze op dit moment allang niet meer, en gezien de afstanden zo groot zijn en daarmee dus ook de tijdsverschillen vraag ik me af of plaatjes en animaties zoals in dit blog wel accuraat zijn omdat we pas enkele decennia waarnemingen doen van allerlei stelsels en is de extrapolatie en conclusie dan wel correct?

          • Dan zat er dus al 2 miljoen lichtjaar “vervorming” in het beeld wat wij nu zien, van die 2 stelsels…

          • Ik bedoelde 2 miljoen jaar vervorming. Dus het verschil van beide stelsels. Ik weet ook dat het allemaal een blik in verleden is.
            Zou je 1 maal kijken naar die 2 stelsels en niet hun baan berekenen.
            Dan zou in het beeld een afwijking van: 2 miljoen *110km/s *60*60* 24* 365 is bijna 7.000.000 miljard Km kunnen zijn in één of andere richting..

          • Gralgrarhor zegt

            30 lichtjaar op de 2 miljoen? Goh.

          • Ik kan me vergissen maar volgens mij is het 744 lichtjaar..

            300.000 Km/s*60*60*24*365 is 9408 miljard Km..

            Maar ik ben geen deskundige! 🙂

          • “De posities van stelsels die we zien is een blik uit het verleden en daar staan ze op dit moment allang niet meer, en gezien de afstanden zo groot zijn en daarmee dus ook de tijdsverschillen vraag ik me af of plaatjes en animaties zoals in dit blog wel accuraat zijn omdat we pas enkele decennia waarnemingen doen van allerlei stelsels en is de extrapolatie en conclusie dan wel correct?”

            Ai, ai, ai.

            Rudiev, je bent de draad vollédig kwijt.

          • Dat vraag ik me ook van jou af eigenlijk, met wat ik van je gezien heb hier op deze site schat ik je kennis hoger in, en dat is ie ook. 🙂 Ik had van jou wel verwacht dat je zou begrijpen dat alles wat we in het universum zien een blik uit het verleden is omdat het licht tijd nodig heeft om ons te bereiken.

            Als we bijvoorbeeld iets op 100 miljoen lichtjaar afstand zien houdt dat in dat we het zien zoals het 100 miljoen jaar geleden is. Inmiddel heeft dat waargenomen object zich al 100 miljoen jaar verder bewogen dus daarmee kan je zeggen dat het object niet meer staat waar we het nu zien.
            Laat ik het uitleggen met onze zon als voorbeeld. De lichtsnelheid is afgerond 300.000 kilometer per seconde. De afstand van de aarde tot de zon is afgerond 150 miljoen kilometer. Het licht van de zon naar de aarde doet er dan 150.000.000 kilometer delen door 300.000 kilometer per seconde is 500 seconden over om de aarde te bereiken, dat is dus 8 minuten en 20 seconden. Dit houdt in dat de zon die jij nu ziet de zon is zoals die 8 minuten en 20 seconden geleden was. Je ziet dus de zon uit het verleden.
            Ditzelfde principe geldt ook voor alle objecten die we waarnemen in het universum. Dus een sterrenstelsel wat op een afstand van 100 miljoen lichtjaar afstand staat is het sterrenstelsel van 100 miljoen jaar geleden. Daarmee is het ook de positie van het sterrenstelsel van 100 miljoen jaar geleden.
            Puur hypothetisch, als jij je instantaan door het universum zou kunnen begeven en jij reist af naar dat sterrenstelsel op 100 miljoen lichtjaar afstand waar wij het nu zien dan zal jij daar niet dat sterrenstelsel meer aantreffen. Het heeft zich inmiddel al 100 miljoen jaar verder door het universum bewogen. Dit komt omdat wij hier op aarde het verleden zagen.
            Lees anders nog eens: http://www.space.com/4497-universe-history.html

            Met bovenstaande in gedachten vraag ik me dus af hoe accuraat simulaties zoals in dit blog zijn. Want hoe precies zijn onze waarnemingen, de afstandsbepaling kent namelijk al een foutmarge, en dus hoe precies is onze simultie om te kijken welke sterrenstelsel bij elkaar horen in een cluster. Als je bijvoorbeeld sterrenstelsels een iets andere afstand in de foutmarge geeft kan de simulatie al heel anders lopen.
            Lees bijvoorbeeld deze link waarin foutmarges van de verschillende technieken worden gegeven om afstanden te bepalen buiten ons eigen sterrenstelsel: http://en.wikipedia.org/wiki/Cosmic_distance_ladder#Extragalactic_distance_scale

            De witte lijnen in de plaatjes zijn baancalculaties van sterrenstelsels maar hoe correct zijn die gezien ze vele miljoenen of zelfs tientallen of enkele honderden miljoenen jaren beslaan. Als de afstandsbepaling van een sterrenstelsel al een foutmarge kent dan zal dit alleen maar groter worden naar mate je de baancalculatie verder berekent. En gezien sterrenstelsels op elkaar inwerken middels zwaartekracht is zal dit steeds grotere gevolgen kunnen hebben.

            Dus gezien bovenstaande heb ik vraagtekens hoe accuraat dit soort simulaties zijn.

          • Gralgrathor zegt

            Ik denk dat je wel voorbijgaat aan de volgende feiten:
            – De wetenschappers die dit soort modellen opstellen zijn bekend met de foutmarge van de afstandsbepaling.
            – De eigenbeweging van stelsels tenopzichte van de lokale metriek kan aan de hand van spectrale verschuiving ed. worden bepaald – wederom met een kleine maar bekende foutmarge.
            – Op grote schaal is het gemakkelijker trends te voorspellen en te detecteren dan op kleine schaal. Als we het over een enkel sterrenstelsel hadden dan was het inderdaad vrij lastig om te bepalen of die niet een chaotische vector tenopzichte van de cluster had – maar we hebben het hier over concentraties van vele duizenden sterrenstelsels, en dat maakt zaken iets gemakkelijker; de gravitationele invloed die een dergelijke massa heeft op de omgeving is gemakkelijker te modelleren.

          • Nogmaals, ik vraag me alleen maar af hoe accuraat dit soort simulaties zijn, dat is alles, niet meer en niet minder. 🙂

            De waarnemingen zijn niet perfect, die hebben een foutmarge. De modellen zijn ook niet perfect, anders konden we het universum wel perfect simuleren, maar dat kunnen we niet. Er zijn zoveel factoren van invloed, zoals bijvoorbeeld de 100.000 objecten in het laniakea cluster, dat een klein foutje grote gevolgen kan hebben, zoals in het butterfly effect. En gezien de grote afstanden en daarmee waarnemingen uit het verleden kunnen kleine foutjes grote gevolgen hebben in het doorrekenen van het model.

            De Lokale Groep van sterrenstelsels, waar de Melkweg toe behoort, ligt aan de rand van Laniakea. Voorheen werd de Lokale Groep tot een andere supercluster gerekend, de zogenaamde Virgo-supercluster. Deze blijkt nu slechts een gedeelte te zijn van de veel grotere Laniakea.

            Zo waren de mensen de vorige keer overtuigd dat de lokale groep tot dat andere supercluster hoorde. En zo overtuigd zijn de mensen nu weer dat de lokale groep tot het laniakea supercluster behoort.
            En volgend jaar blijkt weer wat anders uit nieuw waarnemingen en een andere simluatie. Dus vraag ik me gewoon af hoe accuraat dit alles is. Misschien is het iets vreemd voor jullie dat ik deze vraag stel, voor mij is het gewoon iets logisch in dit geval. Dan ben ik de draad maar volledige kwijt zoals Gert1904 zegt, dat maakt mij niet uit, alles zomaar klakkeloos aannemen is blijkbaar ook niet goed laat dit artikel al zien. Misschien is in dit geval de draad kwijt zijn beter dan de voorgestelde draad volgen, want die blijkt ook niet altijd te kloppen! 😛

          • Gralgrathor zegt

            Wat we nu zien en waarnemen is slechts een blik in het verleden

            We hebben het hier over aantallen *sterrenstelsels*. We kunnen er van uit gaan dat een sterrenstelsel al minstens een paar miljard jaar bestaat, en dat ook nog een paar miljard jaar zal blijven doen. En als we het over zulke enorme aantallen sterrenstelsels hebben helemaal. Ook zijn de afstanden niet zodanig dat de waargenomen posities meer dan een fractie afwijken van de werkelijke positie. Een blik 500 miljoen jaar in het verleden geeft ons dus een redelijk accuraat beeld van hoe het er nu uit moet zien – als je in een heelal dat door relativiteit geregeerd wordt van “nu” kunt spreken.

        • Tsja.

          Als je de cijfers niet gelooft, dan houdt alles op. 😢

      • Ik zal nogmaals een poging doen.😄

        Je schrijft:

        “Dit houdt dus in dat het andromedastelsel zich momenteel op een hele andere lokatie bevindt dan dat wij nu zien.”.

        Mijn bezwaar richt zich op de term “hele andere lokatie”. Dat ís niet zo. Mijn argumenten:

        – Het Andromeda Stelsel bevindt zich op 2.54 ± 0.06 miljoen lichtjaar. Zie:
        http://nl.m.wikipedia.org/wiki/Andromedanevel
        – We zien het stelsel zoals het er 2.54 ± 0.06 miljoen jaar geleden uitzag.
        – Andromeda en Melkweg bewegen zich met een snelheid van 110 km/sec oftewel ca. 0.000367 c naar
        elkaar toe. Zie mijn eerdere referentie.

        In die 2.54 miljoen jaar zijn Andromeda en Melkweg dichterbij elkaar gekomen. Uiteraard. Mijn berekening:

        verandering in afstand = onderlinge snelheid * tijd = (0.000367 lichtjaar/jaar) * (2.54 * 10^6 jaar) = 930 lichtjaar.

        Dat valt rúim binnen de onzekerheidsmarge van de afstandsbepaling van Andromeda: 60.000 lichtjaar.

        Duidelijker kan ik het niet maken.

        • Gert1904 bedankt voor je uitleg weer, maar dit is pas 1 sterrenstelsel, welke ik ook puur als voorbeeldje gebruikte en ja de uitspraak ‘hele andere lokatie’ is wat overdreven, maar nogmaals het was een voorbeeldje.
          Deze simulatie bevat wel wat meer sterrenstelsels op veel grotere afstanden. Het laniakea cluster alleen al bevatte al 100.000 sterrenstelsel over een diameter van 500 miljoen lichtjaar.
          Probeer de baan van een sterrenstelsel op bijvoorbeeld 400 miljoen lichtjaar maar eens correct te berekenen, zoals de witte strepen weergeven, als er al de nodige foutmarge in de waarneming van het sterrenstelsel zit. Doe dit nu voor alle sterrenstelsels en bedenk welke effecten deze foutmarges kunnen hebben op de wisselwerking van de sterrenstelsels onderling en welke effect dat weer heeft op alle volgende wisselwerkingen tussen de sterrenstelsels. Zie je het sneeuwbal effect of butter fly effect in de foutmarges? Snap je nu ook (desnoods een beetje 🙂 ) waarom ik me dus afvraag hoe accuraat deze simulaties zijn?
          Volgend jaar weer nieuwe waarnemingen, nieuw simulatiemodel met weer een nieuwe conclusie 😉

          • Ja, het was duidelijk “een voorbeeldje”. Een zéér slécht voorbeeldje. 😭😭

            Mijn reacties in deze discussie (lees ze maar na) hebben zich uitsluitend beperkt tot jouw “voorbeeldje”.

            Op geen énkel moment heb ik mij uitgelaten over de simulatie in het artikel van Astroblogs.

            Butterfly effect, sneeuwbal effect: voor mij gesneden koek.

            “Volgend jaar weer nieuwe waarnemingen, nieuw simulatiemodel met weer een nieuwe conclusie.”

            Jouw mening😄

            Ik ben meer van het “voortschrijdend inzicht”.

          • Olaf van Kooten zegt

            Gert, rudi is een gewaardeerd bezoeker van AstroBlogs dus ehm….het zou evt iets vriendelijker kunnen 😉

          • Dankje Olaf, maar het geeft niet hoor..in de tijd dat ik hier aanwezig ben weet ik wel hoe gert1904 soms door de bocht kan komen, ik trek het me in ieder geval niet persoonlijk aan 🙂

          • Ik heb me inderdaad wat hard uitgedrukt. Rudiev, Astroblogs: mijn excuses daarvoor.

          • Prima, aanvaard hoor! Ik maakte er sowieso al geen probleem van, in de goede zin van het woord weet ik hoe je soms uit de bocht kan komen 🙂 en vat ik het toch niet persoonlijk op. Daarbij weet ik dat je een hoeveelheid kennis bezit welke ik zeker altijd ook op prijs stelt als je deze wilt delen! (en dat geldt eigenlijk voor iedereen die zijn kennis en ideeën wilt delen!)

          • Ach, van het andromedastelsel wist ik uit me hoofd hoever die van ons af stond, dus het was gemakkelijk voor mij om die als voorbeeld te gebruiken.

            Op geen énkel moment heb ik mij uitgelaten over de simulatie in het artikel van Astroblogs.

            Toen je zei dat ik de draad volledig kwijt was had ik het wel over de simulatie..beetje miereneukerij, maar toch liet je je er over uit 😛

            Jouw mening😄

            —

            Ik ben meer van het “voortschrijdend inzicht”.

            Simulaties blijven een doorrekening van huidige wiskundige modellen. Deze wiskundige modellen zijn nog niet perfect, die worden steeds verbeterd, de waarnemingen zijn niet perfect, dus is de uitkomst niet perfect, dat is simpel. Zeker als je baancalculaties moet maken die vele miljoenen tot honderden miljoenen jaren betrekken op basis van waarnemingen van een zeer kleine tijdsspanne dan begrijp ik wel dat de simulatie zeker niet perfect is. Hoeveel de uiteindelijke conclusie kan verschillen laat ik in het midden.

            Kijk nog maar eens hoeveel werk er in Illustris zat:
            https://www.astroblogs.nl/2014/05/07/illustris-de-meest-realistische-simulatie-van-het-heelal-tot-nu-toe/
            http://tweakers.net/nieuws/95886/onderzoekers-maken-meest-geavanceerde-simulatie-van-ontstaan-heelal-tot-nu-toe.html
            Illustris, de meest realistische simulatie van het heelal tot nu toe
            Let vooral op de titel de meest realistische simulatie van het heelal tot nu toe
            Over 3 jaar hebben we een nieuwe meest realistische simulatie, dat is mijn inzicht 🙂

          • Gralgrathor zegt

            Deze simulatie bevat wel wat meer sterrenstelsels op veel grotere afstanden

            En, zoals ik al zei, wordt het op grotere afstanden, over grotere gebieden, en grotere verzamelingen, gemakkelijker om tendensen te detecteren en voorspellen.

            Voorbeeld: bepalen waar één molecuul in een kop koffie die op een tafeltje in een rijdende trein staat zich precies bevindt is vrijwel onmogelijk. Bepalen waar de trein zich bevindt is een stuk gemakkelijker.

  6. ja daar heb je wel een punt Rudiev.

    want stel nou eens dat zo’n stelsel inmiddels op 10.000 lichtjaren afstand staat.
    dan is het EN was ( sumeriërs, egyptenaren enzo) het nog steeds onzichtbaar.
    of zou het dan toch door hedendaagse telescopen worden opgevangen omdat het licht blokkeerd. ??

  7. Reactione zegt

    Een ster staat op 10.000 lichtjaren afstand. Dat betekend dat het licht er 10.000 jaar over doet om de aarde te bereiken. Die ster kan echter al een miljard jaar bestaan. Dat betekend dat de ster waargenomen kan worden vanaf 1 miljard – 10.000 jaar terug in de tijd.

    Daarnaast ga ik mee in de uitleg van Gert1904.

  8. Reactione zegt

    Volgens mij kan nog steeds niets sneller dan de lichtsnelheid. Dat houdt in dat een ster gemeten op 10 miljoen lichtjaren afstand niet ineens op een afstand van 10.000 lichtjaar afstand kan staan. Of die laatste meting is 9,99 miljoen jaar geleden uitgevoerd en de ster met de lichtsnelheid hier naartoe reist.

    • Olaf van Kooten zegt

      De uitdijing van het heelal kan sneller gaan dan de lichtsnelheid:

      https://www.astroblogs.nl/2014/06/02/het-uitdijende-heelal-gaat-sneller-dan-lichtsnelheid/

      • Reactione zegt

        Dank Olaf, dat artikel heb ik destijds ook is gelezen, maar wou het niet te moeilijk maken, want dan wordt het voor mij ook al snel te moeilijk. Zijn er sterren of andere objecten die zich sneller dan de lichtsnelheid verplaatsen?

        en:

        Wat gebeurt er als een soort trein zich verplaatst met de lichtsnelheid en je plaatst daarboven op nog een trein die bovenop die trein rijdt. Gaat die dan ook sneller dan de lichtsnelheid?

        • Gralgrathor zegt

          1. Expansie kan sneller dan het licht. Dat betekent dat als iets ten opzichte van ons sneller dan het licht “beweegt” (je mag het niet echt snelheid noemen, aangezien het een product is van expansie), het bij ons vandaan beweegt. De tussenliggende ruimte wordt sneller groter dan de lichtstraal zich kan voortplanten, dus de lichtstraal kan ons nooit bereiken. Objecten die door expansie sneller dan het licht “bewegen” zijn dus voor ons onzichtbaar.

          2. Relativiteitstheorie. De absolute maximum snelheid is de lichtsnelheid. Als je in een ruimteschip zit dat bijna met de lichtsnelheid reist, en je vuurt een laserstraal af naar voren, dan heeft die laserstraal voor alle waarnemers (in het ruimteschip of ergens toekijkend vanaf een planeet) dezelfde snelheid: de lichtsnelheid. Wat er wel gebeurt is dat die laserstraal voor de stationaire waarnemer meer energie heeft dan een laserstraal die vanaf een planeet werd afgevuurd. De laserstraal heeft blauwverschuiving ondergaan.

          Tenminste, zo begrijp ik relativiteitstheorie.

          • Reactione zegt

            Dus sneller dan de snelheid van licht is mogelijk en dit vindt plaats bij de expansie van ons universum.

            Waarom is het theoretisch niet mogelijk om dat ruimteschip nog een aantal duwtjes te geven, waardoor die zich sneller dan het licht gaat verplaatsen? Kunnen er geen duwtjes meer gegeven worden of houdt iets het ruimteschip tegen?

          • Gralgrathor zegt

            Dus sneller dan de snelheid van licht is mogelijk

            Bij wijze van spreken. Ik weet niet wat de wetenschappelijke term is, maar ik noem het toenemen van afstand tussen twee objecten als gevolg van metrieke expansie “pseudo-snelheid”. Ik noem het zo omdat die twee objecten ten opzichte van de lokale metriek volledig stationair kunnen zijn – niet bewegen dus – terwijl de afstand er tussen nog steeds toeneemt.

            Waarom is het theoretisch niet mogelijk

            Ken je de formule E=mc²? Die houdt in dat bij meer massa de energie exponentieel toeneemt. Maar het omgekeerde is ook waar: bij meer energie neemt de massa toe. En snelheid is energie. Dus hoe sneller iets gaat, hoe zwaarder het wordt, en deste meer energie moet je er in steken om het nog sneller te laten gaan. De hoeveelheid energie die je erin moet steken om iets sneller te laten gaan gaat naar oneindig naarmate je de lichtsnelheid nadert. Je kunt dus iets met massa heel dicht bij lichtsnelheid laten komen, als je er maar genoeg energie in steekt, maar je kunt nooit genoeg energie bij elkaar krijgen om het de lichtsnelheid te laten bereiken. Alleen massaloze dingen kunnen dat, zoals neutrino’s en fotonen – en die hebben geen keuze: die kunnen alleen maar met de lichtsnelheid bewegen.

          • Reactione zegt

            Dank voor je heldere antwoorden! Het is me weer een stukje duidelijker geworden 😉

          • Gralgrathor zegt

            Niet helemaal foutloos – ik zei:

            Die houdt in dat bij meer massa de energie exponentieel toeneemt.

            Maar ik bedoelde natuurlijk proportioneel, niet exponentieel. Maar dat zie je aan de formule snel genoeg.

          • Sneller dan de lichtsnelheid heet superluminaal, in het engels superluminal, maar meestal is het gewoon faster than light of FTL in het kort.
            Neutrino’s gaan niet met de lichtsnelheid, maar net iets er onder. Een neutrino heeft dan ook nog een heel klein beetje massa.
            En om nog hypothetisch verder te gaan zou er nog een deeltje kunnen bestaan die sneller dan de lichtsnelheid zou gaan, het tachyon.

          • Gralgrathor zegt

            Sneller dan de lichtsnelheid heet superluminaal

            Ik bedoelde de wetenschappelijke term voor wat ik “pseudo-snelheid” noem.

            Neutrino’s gaan niet met de lichtsnelheid, maar net iets er onder

            Dan hebben neutrino’s rustmassa. Ik loop achter.

      • Gralgrathor zegt

        En de waarheid. De waarheid kan ook sneller dan het licht. Dat merk je als je liegt op de radio.

Laat een antwoord achter aan gert1904 Reactie annuleren

*