Astronomen hebben voor het eerst bewijs gevonden voor stormachtig “weer” in de directe omgeving van een zogenaamde T-tauri ster. Hierbij is gebruik gemaakt van de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA). De ontdekking zou een mogelijke verklaring kunnen vormen voor het feit dat sommige T-Tauri sterren een omringende schijf hebben die opmerkelijk helder straalt in infrarood licht.
T-Tauri sterren zijn de babysversies van sterren zoals de zon. Dit soort sterren zijn nog bezig om samen te trekken en hebben de zogenaamde hoofdreeks-fase (stabiele waterstoffusie in de kern) nog niet bereikt. Ze worden omgeven door uitgestrekte schijven van gas en stof, waaruit planeten kunnen ontstaan. Hoewel deze planeetvormende schijven nauwelijks zichtbaar zijn in zichtbaar licht, kunnen ze helder stralen in zowel infrarood- als millimetergolflengtes. Deze emissies gedragen zich normaal gesproken op een voorspelbare manier, maar bij sommige T-Tauri sterren gedragen de schijven zich afwijkend, en kunnen ze op infraroodgolflengten plotseling opvlammen.
Astronomen vermoeden dat dit gedrag kan worden veroorzaakt door “winden” die waaien vanuit de planeetvormende schijf. Deze winden kunnen grote gevolgen hebben voor de vorming van planeten, bijvoorbeeld door het ontstaan van Jupiterachtige gasreuzen te verhinderen. Deze winden zijn echter nooit waargenomen – tot nu toe.
Door met ALMA te kijken naar de T-Tauri ster AS 205 N (op een afstand van 407 lichtjaar) heeft men bewijs gevonden voor deze winden, in de vorm van koolmonoxidegas dat de schijf verlaat. De eigenschappen van de wind zijn echter heel anders dan verwacht. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat AS 205 N een begeleider heeft, AS 205 S, die zelf weer een dubbelster is. Die dubbelster is wellicht verantwoordelijk voor het aantrekken van gas uit de schijf van AS 205 N.