Vanaf het moment dat de Europese Rosetta sonde in augustus bij de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko aankwam wordt het stof van de komeet verzameld en geanalyseerd door drie instrumenten. Eentje daarvan is de COmetary Secondary Ion Mass Analyser (COSIMA).Vandaag werden de resultaten van de waarnemingen van augustus tot oktober 2014 met dat instrument gepubliceerd in Nature en daaruit blijkt dat de stofdeeltjes die toen zijn ingevangen poreus en ‘pluizig’ zijn. In die periode nam de afstand van komeet tot de zon af van 535 miljoen tot 450 miljoen km en de afstand van Rosetta tot de komeet bedroeg toen zo’n 30 km. in COSIMA zit een plaat waarmee de stofdeeltjes worden opgevangen, deeltjes met met een snelheid van 1 tot 10 m/s inslaan en die voor de inslag minstens 0,05 mm groot zijn. Na de inslag versplinteren ze en verspreiden ze zich over de plaat. Daaruit heeft men af kunnen leiden dat er weinig of geen ijs in de stofdeeltjes zit, anders zouden ze na de inslag wel over de plaat zijn verspreid. Het ijs zou bij de inslag ook verdampt zijn en dat zou gaatjes moeten hebben achtergelaten, welke men niet heeft gevonden.
De ingevangen stofdeeltjes blijken rijk te zijn aan natrium, net zoals de interplanetaire stofdeeltjes, welke aangetroffen zijn in de stofsporen van jaarlijks terugkerende meteorenzwermen, zoals van de Perseïden, achtergelaten door de komeet 109P/Swift-Tuttle en de Leoniden, achtergelaten door de komeet 55P/Temple-Tuttle. Men denkt dat de tot nu toe opgevangen deeltjes afkomstig zijn van een buitenste stoflaag die zich in de afgelopen jaren op het oppervlak van de komeet heeft opgebouwd, toen 67P zich op grote afstand van de zon bevond en nauwelijks activiteit vertoonde. De verwachting is dat het niet lang meer zal duren voordat er deeltjes opgevangen worden met een andere samenstelling, bijvoorbeeld met een hoger ijsgehalte. De komeet draait in 6,5 jaar om de zon en als ‘ie in augustus z’n perihelium meemaakt bedraagt de afstand tot de zon nog maar 186 miljoen km. Bron: ESA.
Speak Your Mind