28 maart 2024

Planck: eerste sterren heelal ontstonden 100 miljoen jaar later dan gedacht

Credit: ESA and the Planck Collaboration

Vandaag zijn de definitieve artikelen en gegevens van het onderzoek gepubliceerd dat de Europese Planck sonde tussen 2009 en 2013 gedaan heeft aan de polarisatie van de kosmische microgolf-achtergrondstraling, het restant van de hete straling uit de tijd van de oerknal, waarmee 13,8 miljard jaar geleden het heelal ontstond. Aan de resultaten ervan is op de Astroblogs al veel aandacht geschonken, maar dat was met name vanwege de BICEP2-discussie. Het licht van die straling werd voor het eerst uitgezonden toen het heelal 380.000 jaar oud was, ten tijde van de zogeheten ‘last surface of scattering‘, toen materie en straling door de steeds lagere temperatuur van het heelal loskoppelden. Na dat moment brak in het jonge universum het tijdperk van de donkere eeuwen aan, waarin alles letterlijk donker werd, simpelweg omdat sterren en sterrenstelsels ontbraken. Sterrenkundigen dachten jarenlang dat zo’n 450 miljoen jaar na de oerknal een einde kwam aan de donkere eeuwen, doordat de eerste sterren met hun ultraviolette straling de omringende gaswolken reïoniseerden en de kosmische mist optrok. Uit de Planck-metingen blijkt dat die eerste sterren pas 550 miljoen jaar na de oerknal hun werk deden, dus 100 miljoen jaar later. De reïonisatie duurde zelf ook lang, want pas 900 miljoen jaar na de oerknal was alle gas gereïoniseerd.

De geschiedenis van het heelal, van het moment van de oerknal tot nu. Dubbelklikken om de afbeelding te verplanckeriseren. Credit: ESA

De resultaten van de polarisatiemetingen zijn aanvullend op hetgeen het onderzoeksteam van Planck eerder heeft gepubliceerd over de temperatuursfluctuaties in de kosmische straling. Met die 550 miljoen jaar van het verschijnen van de eerste sterren hebben de sterrenkundigen wel een groot probleem: met Hubble zijn sterrenstelsels gefotografeerd, die er al 300 á 400 miljoen jaar na de oerknal waren. Daar moet dus nog eens goed naar gekeken worden. Hieronder een foto van de waarneming aan de polarisatie in de kosmische straling – dubbelklikken voor een grotere, geanimeerde versie ervan.

Credit: ESA and the Planck Collaboration

Bron: ESA.

Share

Comments

  1. Hubble heeft gewoon knettergoeie ogen…die maakt er korte metten mee en kijkt gewoon dwars door dat gordijn van de dark ages heen 🙂

    Maar serieus, Hubble kan natuurlijk niet sterrenstelsels op de gevoelige plaat vastleggen als deze zich nog in de dark ages bevinden. Dus….

    – Planck bevindingen kloppen (wederom) niet
    – Ouderdomsbepaling cq afstandsbepaling sterrenstelsels klopt niet (roodverschuiving/cosmologische roodverschuiving/snelheid licht over dermate grote afstanden misschien niet constant?)

    Iemand nog opties?

  2. Even nieuwsgierig hoor: je zegt Planck bevindingen kloppen (wederom) niet. Waarom dat wederom? Zijn er eerdere gevallen, waaruit bleek dat de waarnemingen door Planck onjuist waren?

  3. @K.J.
    Je vergeet even dat hubble en planck verschillende type camera’s hebben voor verschillende frequenties.Hubble heeft camera’s voor oa zichtbaar licht en near infra-red waar planck oa in infra-red kan kijken. Gezien er in de donkere eeuwen nog geen licht was was er voor hubble weinig te zien, maar voor planck met zijn infra-rood camera was er wel hitte waar te nemen, zodoende kan planck verder kijken.
    Tevens heb je nog de roodverschuiving van zichtbaar licht naar het infra-red spectrum. Hubble kan na het zichtbaar licht nog het near infra-red kijken, maar daarna houdt het op. Planck kan dan nog verder in het infra-red spectrum kijken en dus nog iets verder terug in de tijd dan hubble.

    Noot: near infra-red is nog geen hitte, dat begint bij mid naar long en far infra-red, http://dew.globalsystemsscience.org/key-messages/near-infrared-and-the-electromagnetic-spectrum .

    • @ rudiev, dat kan wel zo zijn maar dan begrijp jij het artikel niet. Hubble heeft namelijk verder kunnen kijken dan Planck, dus net het omgekeerde.

      • @Wil, nee Planck kijkt echt veel verder. Hubble heeft sterrenstelsels gefotografeerd, waarvan de roodverschuiving aangeeft dat die er zo’n 300 á 400 miljoen jaar na de oerknal waren, Planck kijkt naar straling die nog veel verder terug gaat, naar slechts 380.000 jaar na de oerknal. In die straling zitten ‘afdrukken’ , zeg maar kosmische vingerafdrukken. Ze hoopten de afdrukken te vinden van de dingen die vóór 380.000 jaar plaatsvonden, de polarisatie door de zwaartekrachtsgolven uit de inflatietijd van de oerknal, maar die zijn niet gevonden – nog niet. 😀 Wat ze wel vonden zijn de afdrukken van gebeurtenissen die ná 380.000 jaar plaatsvonden, zoals de vorming van de eerste sterren en sterrenstelsels. Ook die hebben hun sporen nagelaten in de kosmische achtergrondstraling, onder andere door het zogeheten Sunyaev-Zeldovich effect.

        • Simpel gezegd, Hubble heeft verder kunnen kijken dan wat volgens Planck mogelijk zou kunnen zijn.

          Planck geeft aan dat we op een muur stuiten bij 550mln jaar na de BB….en Hubble roept datkannie want ik heb sterrenstelsels op de gevoelige plaat vastgelegd op 300 á 400mln jaar na de BB

          • Ik denk dat voor beide telescopen even uitgezocht moet worden welke tijdsbepaling de juiste of wat er anders eventueel mis zou kunnen gaan. Er is niet alleen een groot verschil in de tijd, maar ook in wat er gezien wordt, hubble ziet op 300 a 400 miljoen jaar na de big bang al sterrenstelsels terwijl planck op 550 miljoen naar na de big bang pas stervorming ziet.
            Heel simpel geredeneerd zou je denken dat stervorming al snel in de donkere eeuwen begon, want de dichtheid van het aanwezige waterstof zou zo hoog geweest moeten zijn dat sterren als snel gevormd zouden kunnen worden.. zou ik zo denken (maar maar hersens komen pas net op gang, dus misschien vergeet ik wat en sla ik de planck mis).

            Edit: en planck is gebruikt om de CMB op 380.000 jaar na de big bang te meten, kan planck niet gebruikt worden om tussen die 380.000 en 550 miljoen jaar te kijken? Of is dat ook gedaan en zien ze pas echt op die 550 miljoen jaar na de big bang de eerste infra-rood straling die gelinkt kan worden met stervorming?

          • Ik heb het idee dat beide onderzoeksgroepen dat ook al van plan waren. 😛 😉

  4. Quote van K.J.:
    “– Ouderdomsbepaling cq afstandsbepaling sterrenstelsels klopt niet (roodverschuiving/cosmologische roodverschuiving/snelheid licht over dermate grote afstanden misschien niet constant?)”

    Welke ? Die gemeten met de (Europese) Planck sonde of juist die zijn gemeten met de (US) Hubble telescoop?
    —-
    Quote van rudiev :
    “near infra-red is nog geen hitte, dat begint bij mid naar long en far infra-red, ”

    Pardon?
    Hoe warmer een voorwerp, hoe energetischer de straling die er vanaf komt/ hoe korter de golflengte van die straling /hoe hoger de frequentie !!!
    Een voorwerp welke slechts voornamelijk far infrared uitzendt, is KOUDER dan een voorwerp welke voornamelijk Near IR of zelfs zichtbaar (rood-)licht uitzendt.
    ( Je ‘Noot’ raakt kant noch wal ) 🙂

    Groet, Paul

    PS ik vrees dat de niet-overeenstemmende metingen van Hubble en Planck niet aan de zelfde bron-sterren gemeten zijn?
    Wat voor de Planck sonde pleit, is dat deze vooral gemaakt is om het prille begin na de BB te onderzoeken. Hubble is een veel algemener onderzoeks-gereedschap, en “snijdt wellicht minder scherp bij dit werk”. 😀 😕

    • @Obelix
      Ik had die noot er beter niet bij kunnen zetten. 🙂
      Maar we hebben het beide over wat anders. Jij heb het over de hitte van een object en de daarbij horende kleur of zelfs hogere energetische straling die het uitzend. Het klopt dat een blauwe reus warmer is dan een rode reus om een voorbeeld te geven over wat jij bedoelt.
      Ik had het over de hitte van kleuren, of wat er onder zit. Rood licht geeft meer warmte dan blauw licht. Hitte lampen zijn niet voor niets rood, rood licht of verder zoals infra-rood zijn de warmste kleuren. Ken je nog de oude rode lampen voor je spieren? Of kijk eens in restaurants in de keuken wat voor type lampen ze gebruiken om het eten onder te zetten. 🙂

      Herschel ontdekte infra-rood doordat hij de temperatuur van de kleuren ging meten. Hij scheen daglicht door een prisma waardoor het kleurenspectrum verscheen. Hij plaatste thermometers in de kleuren van het spectrum en merkte op dat de temperatuur steeg van blauw naar rood licht. Daarna lag hij nog een thermometer na het rood neer en merkte op dat die nog heter werd. Hierdoor begreep hij dat er nog een ander type licht moest zijn wat we niet konden zien en nog meer warmte af gaf, en zie hier de ontdekking van infra-rood. Infra is latijns voor onder of beneden.

      En om weer terug te gaan naar de ruimtetelescopen, doordat planck verder in het infra-rood kan kijken kan planck eerdere en daarmee inderdaad ook koudere objecten zien in de donkere eeuwen dan dat hubble kan waarnemen met zijn near infra-red of zichtbaar licht camera’s.
      Deze link dekt de lading meer: http://www.ipac.caltech.edu/outreach/Edu/Regions/irregions.html
      Bijvoorbeeld koud gas zend straling uit in het far infra-red.

      Mijn noot “near infra-red is nog geen hitte, dat begint bij mid naar long en far infra-red” heeft dan ook te maken met de thermische hitte van kleuren die objecten kunnen opwarmen en wat wij als warmte ervaren.

  5. Pffoe!,,, wat ben ik blij, dat ik hier niet veel verstand van blijk te hebben 🙂
    Voor mij dus een hele leerzame discussie 🙂
    Begin me wel af te vragen wie het nu eigenlijk, bij het rechte eind heeft, cq, hebben.

  6. JPL heeft ook een goed artikel op de homepage gezet;
    http://www.jpl.nasa.gov/news/news.php?feature=4476

    En mis deze niet, met links voor HD video download;
    A narrated video explaining how Planck studies the entire history of our universe is online at:
    “A Journey of Light through Space and Time”
    http://www.jpl.nasa.gov/video/details.php?id=1205

    Interactieve Planck afbeeldingen-viewer;
    http://planck.ipac.caltech.edu/wwt/

Laat een antwoord achter aan Arie Nouwen Reactie annuleren

*