Uit onderzoek blijkt dat de schijf van de Melkweg helemaal niet plat is, maar is opgebouwd uit een groot aantal concentrische rimpels. Bovendien blijkt dat een aantal structuren die voorheen als ringen om de Melkweg werden beschouwd, feitelijk uitlopers zijn van de galactische schijf. Dat betekent dat de Melkweg in één klap wel 50 procent groter blijkt te zijn!Voorheen hadden astronomen waargenomen dat de sterdichtheid van de Melkweg snel afneemt op een een afstand van 50.000 lichtjaar van het centrum. Vervolgens is op 60.000 lichtjaar een ring van sterren waargenomen. Uit het nieuwe onderzoek blijkt dat deze ring feitelijk een rimpel in de schijf is en dat op grotere afstand vermoedelijk nog meer rimpels gevonden kunnen worden.
Het nieuwe onderzoek is een vervolg op een onderzoek uit 2002, waarbij de ontdekking werd bevestigd van de “Monoceros-ring”, een “overdichtheid” van sterren die werd geacht het resultaat te zijn van een dwergstelsel dat door de Melkweg uiteen is gescheurd. Bij dat onderzoek werden nog enkele overdichtheden waargenomen, maar details waren nog niet bekend.Nu heeft het nieuwe onderzoek de eigenschappen kunnen bepalen van de Monoceros-ring én nog vier anomaliën: eentje ten noorden van het galactische vlak (op een afstand van 2 kiloparsecs van de zon – een kiloparsec is ongeveer 3300 lichtjaar), eentje ten zuiden van het galactische vlak (op een afstand van 4-6 kpc), een derde in het noorden (op 8-10 kpc) en een vierde in het zuiden (op 12-16 kpc). De Monoceros-ring bevindt zich in de derde rimpel, terwijl ook de spiraalarmen zijn uitgelijnd met de rimpels. Waar de rimpels vandaan komen is nog niet bekend, hoewel de invloed van een grote klont donkere materie een mogelijke verklaring zou kunnen vormen.
Het volledige onderzoek kan hier nagelezen worden.
Dus waarschijnlijk mogen we bij alle gekende afstanden in de ruimte 50â„… bij tellen.zou het kunnen dat wij met de rimpels mee kijken en dat wij niet zien wat er tussen de rimpels is?
Of is alles toch korter bij dan dat wij denken omdat wij met de rimpels mee kijken?
Niet helemaal…voorheen werd gedacht dat de melkweg een straal had van 50.000 lichtjaar. Nu zijn er echter nog ster concentraties waargenomen op 60.000 lichtjaar, met het vermoeden dat daar achter nog meer te vinden is.
Alle afstandsmetingen die zijn gedaan, b.v. van sterren, gelden nog steeds. Het komt er op neer dat het moeilijk is om te bepalen waar de buitengrens van de melkweg precies ligt, dus hoe groot het is. Het is moeilijk omdat we zelf middenin de schijf zitten. Met een “bovenaanzicht” zouden ze in no-time vrij nauwkeurig de afmetingen kunnen bepalen, en beter kunnen checken of onze theorie van het aantal spiraalarmen klopt, de snelheid van de sterren in hun omloop beter kunnen meten etc etc. Maar dat zit er (voorlopig) niet in. Om een beetje “bovenaanzicht” te verkrijgen moeten we, even ruw geschat, minstens 1000 of meer lichtjaar de schijf uit reizen.