Site pictogram Astroblogs

Vrijkomende warmte redt reuzenplaneten van een vroege dood

Credit: NASA/JPL/Space Science Institute

Experts op het gebied van exoplaneten zitten al enige tijd met een dilemma. Dit dilemma is tweeledig: aan de ene kant heb je de zogenaamde Hete Jupiters, gasplaneten op zeer korte afstand tot hun moederster. Deze planeten kunnen nooit op hun huidige locatie ontstaan zijn, dus de conclusie is duidelijk: dit soort planeten zijn vanaf hun ontstaanslocatie naar binnen gemigreerd. Aan de andere kant hebben computermodellen uitgewezen dat dit proces regelmatig zou moeten resulteren in gasplaneten die pardoes in hun moederster vallen. Toch kennen we ook veel gasplaneten die helemaal niet gemigreerd lijken te zijn. Daarnaast laten Hete Jupiters zien dat het niet vanzelfsprekend is dat zo’n planeet in de ster verdwijnt. Wat kan Jupiters redden van dit verzengende noodlot? Een nieuw model heeft hier nieuw licht op geschenen. Kijk, volgens het standaardmodel van planetenformatie begint een “Jupiter” z’n leven als een rots- en ijsachtige planeet van enkele aardemassa’s. Deze kern gaat later grote hoeveelheden gas aantrekken, waarna een diepe en reusachtige gasplaneet het resultaat is. In een jong planetenstelsel, als er nog volop materiaal voorhanden is, zal ook na het aantrekken van de gasvormige envelop nog veel vast materiaal door de planeet worden aangetrokken. Tijdens hun reis door de diepe dampkring, richting de kern, zal het dichte gas in de atmosfeer verhit worden door deze instroom van vast materiaal. Hierdoor zal het gas gaan uitzetten. Dit gaat niet gelijkmatig: ze is iets sterker in de richting waarin de planeet beweegt, maar het sterkst aan de ‘achterkant’ ervan. Hierdoor neemt de gasdichtheid aan beide kanten af, maar die aan de achterkant van de planeet nog het meest. Het gevolg is dat de voorkant iets harder aan de planeet gaat trekken. Hierdoor zal de planeet iets versnellen en zal het naar binnen spiraliseren van de planeet (richting de moederster) uiteindelijk tot een halt komen. Bron: Phys.org,

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten