28 maart 2024

Occulte bijzonderheden


Nog één keer over die mooie samenstand van Venus en Jupiter van een paar dagen geleden. Op de Astronomical Picture Of the Day (APOD) stond 3 juli een prachtige foto van beide planeten in één telescoop-beeld. Ik heb in Stellarium het moment opgezocht van deze foto en het resultaat ervan staat hierboven. Slechts 22 boogminuten uit elkaar is best dichtbij zoals deze volgende afbeelding van de maan laat zien. Hier is dezelfde ‘zoom’ gebruikt als in de bovenstaande afbeelding.

Een passage uit het bijschrift van de foto op APOD zette me aan het denken.

…Om precies te zijn bevond de ombande gasreus Jupiter zich 910 miljoen kilometer van Polen. Dat is meer dan 11 maal verder weg dan de hier duidelijk sikkelvormige Venus, die zich toen op 78 miljoen kilometer afstand bevond. Maar aangezien de diameter van de reuzenplaneet Jupiter ruim 11 maal groter is dan die van Venus, hebben beide planeten ongeveer dezelfde hoekafmeting

Zo’n tekst lezen we ook vaak bij zonsverduisteringen, waarbij de maan precies groot genoeg aan onze hemel staat om de koperen ploert af te dekken. Zullen er dan ook bedekkingen zijn van twee planeten, vroeg ik me af? Ik kon me zo gauw geen voorbeelden bedenken en dus werd Google en Wikipedia erbij geroepen. De wikipedia-pagina heb ik vorig weekend ook nog naar verwezen in het artikel over de sterbedekking (occultatie) door Pluto.

Onderlinge bedekkingen van planeten

Onderlinge bedekkingen van planeten zijn, zoals ik al vermoedde, erg zeldzame gebeurtenissen. Dat is ook niet verwonderlijk, wanneer je je bedenkt dat het minuscule hemeloppervlak dat een planeetschijf inneemt, tegelijkertijd bezet moet worden door een ander net zo minuscuul planeetschijfje. De laatste keer dat dit gebeurde was op 3 januari 1818 en de eerstvolgende keer zal het plaatsvinden op 22 november 2065. En beide keren zijn het Jupiter en Venus die de kosmische dans uitvoeren. Reken je overigens niet rijk, wanneer je denkt over 50 jaar nog in staat te zullen zijn om Astronomie te bedrijven, want de bedekking zal – vanaf het zuidelijk halfrond gezien – op slechts 8 graden van de zon plaatsvinden.

stellarium-010

Vanuit Australië gezien zou dit toch een spectaculair beeld moeten kunnen opleveren, mits je het zonlicht effectief kunt wegfilteren.

Een Belgisch tintje

De in 1928 geboren, Belgische Astronoom Jean Meeus staat bekend als een autoriteit in het berekenen van de posities van hemelobjecten. Zijn boek Astronomical Algorithms heeft aan de basis gestaan van een flinke lijst sterrenkundige programmatuur. Zo vindt je zijn naam ook een heel aantal keren terug in de documentatie van het programma wat ik gebruikt heb, Stellarium. En wij kennen hem natuurlijk ook als auteur van de sterrengids. Volgens mijn gegoogle is hij ook lezer op dit blog, dus ik hoop dat ik mijn feitjes goed op een rijtje heb… ;)In 1970 publiceerde Meeus in “The Journal of the British Astronomical Association”  over occultaties tussen de planeten. Hij berekende dat van de uit eerdere publicaties gevonden occultaties, slechts 4 daadwerkelijk plaats hadden gevonden. Een van de conclusies van Meeus is dat het opvallend is dat in de periode 1850 tot 2000 er geen enkele onderlinge planeetbedekking te vinden was.

De vier bedekkingen die Meeus bevestigde waren:

  • 28 januari 1522 Mars beweegt voor Saturnus langs. Op sommige plaatsen op Aarde zou Mars zelfs precies door het midden van de planeetschijf van Saturnus gaan. Aangezien beide planeten bijna dezelfde plek in de hemel innemen als de zon is deze bedekking niet te zien geweest.
  • 5 februari 1570 Een gedeeltelijke afdekking van Jupiter door Venus, alleen te zien geweest vanaf het zuidelijk halfrond.
  • 13 oktober 1590 Op sommige plekken op het zuidelijk halfrond moet Mars volledig achter Venus zijn schuilgegaan. Van deze overgang is bekend dat deze door Michael Möstlin vanuit Heidelberg (Duitsland) gezien is.
  • 28 mei 1737 Venus dekt Mercurius af. Deze bedekking is de eerste sinds de uitvinding van de telescoop en wordt beschreven door John Bevis uit Engeland, de ontdekker van de krabnevel.

Digitale rekenkracht

Geïntrigeerd door de rare verdeling van de bedekkingen in de door Meeus onderzochte periode, heeft de Amerikaan Steve Albers een computerprogramma geschreven om alle conjuncties die tot bedekkingen geleid zouden kunnen hebben, door te rekenen. Daar kwamen opnieuw verrassende resultaten uit. Zo waren er in de laatste paar honderd jaar maar enkele bedekkingen geweest en de komende paar eeuwen komen daar niet veel bij. Ook in Albers resultaten is een vreemd ‘gat’ te zien tussen 1818 en 2065, zonder bedekkingen.In de door Albers berekende periode van 1557 tot 2230 zijn er in totaal slechts 21 onderlinge bedekkingen tussen de planeten. En niet één in de 20e eeuw en maar twee in de 19e. In de 21e eeuw zullen er 5 plaatsvinden, maar dus niet voor 2065. Zelfs wanneer de 4 grootste asteroïden meegenomen worden als kandidaten, komen er geen voorvallen bij.

Vertaald overgenomen van PGJ Astronomie, samengesteld door Gilbert Javaux:

Onderlinge planeetbedekkingen (tussen 1557 en 2230)

Datum * Tijd (UT) Bedekker Bedekte planeet Kortste afstand (in boogsec.) Elongatie Bijzonderheden
5 februari 1570 7:47 Venus Jupiter 18.0 25 ° West Geen observaties bekend
13 oktober 1590 4:55 Venus Mars 07.0 34 ° West Gezien door Möstlin in Heidelberg
4 januari 1613 2:08 Jupiter Neptunus 04.0 108 ° West Neptunus werd pas in 1846 ontdekt
15 augustus 1623 5:03 p.m. Jupiter Uranus 05.1 09 ° West Dicht bij de zon en Uranus was nog niet ontdekt (1781)
19 september 1702 1:26 p.m. Jupiter Neptunus 02.6 165 ° West Neptunus werd pas in 1846 ontdekt
14 juli 1708 1:02 p.m. Mercurius Uranus 07.6 25 ° Oost Uranus werd 73 jaar later pas ontdekt (1781)
4 oktober 1708 12:46 Mercurius Jupiter 10.8 01 ° Oost Te dicht bij de zon
28 mei 1737 9:48 p.m. Venus Mercurius 22.1 22 ° Oost Gezien door John Bevis
29 augustus 1771 7:38 p.m. Venus Saturnus 09.2 14 ° West Geen observaties bekend
21 juli 1793 5:40 Mercurius Uranus 01.3 24 ° Oost Zichtbaar vanuit Nieuw-Caledonië, Australië en Japan
9 december 1808 8:35 p.m. Mercurius Saturnus 16.1 20 ° West Zichtbaar in het oosten van de meest noordelijke Japanse eilanden
3 januari 1818 9:51 p.m. Venus Jupiter 12.2 16 ° West Geen observaties bekend
22 november 2065 24:47 Venus Jupiter 14.2 08 ° West Te dicht bij de zon
15 juli 2067 11:57 Mercurius Neptunus 10.0 18 ° West Alleen zichtbaar vanaf de Noord-pool… in het daglicht
11 augustus 2079 1:30 Mercurius Mars 01.2 11 ° West Zichtbaar bij zonsopkomst in Oost Azië
27 oktober 2088 1:46 p.m. Mercurius Jupiter 19.0 05 ° West Te dicht bij de zon
7 april 2094 10:46 Mercurius Jupiter 06.3 02 ° West Te dicht bij de zon
14 september 2123 3:26 p.m. Venus Jupiter 05.9 16 ° Oost Boven de Grote Oceaan
29 juli 2126 4:07 p.m. Mercurius Mars 05.0 09 ° West Dicht bij de zon
3 december 2133 2:10 p.m. Venus Mercurius 36.6 04 ° Oost Te dicht bij de zon
2 december 2223 24:39 Mars Jupiter 20.5 89 ° Oost Zuidelijk halfrond
* Alleen de eerste bedekking (1570) is in de juliaanse kalender genoteerd. Alle anderen in de gregoriaanse.Extra voetnoot: Uit berekeningen volgens de VSOP87 theorie (Variations Séculaires des Orbites Planétaires) zijn er nog twee bedekkingen geweest in de periode van bovenstaande tabel. Deze komen echter niet voor in de lijst die Steve Albers samenstelde. In de tabel verderop in dit artikel zijn deze twee wel meegeteld.Het betreft hier de bedekking van Jupiter door Mercurius op 20 juli 1705 en die van Neptunus door Venus van 21 augustus 2104.

 

Uit dezelfde bron als bovenstaande tabel komt ook de volgende, welke het aantal bedekkingen en hun verdeling laat zien berekend voor de periode -3000 tot 3000. Hieruit is al snel te zien dat het onderling bedekken van planeten inderdaad een zeldzame gebeurtenis is, met slechts 190 voorvallen in 6000 jaar. Sommige combinaties komen nooit voor en sommige relatief vaak.

Vertaald overgenomen van PGJ Astronomie, samengesteld door Gilbert Javaux:

Bedekte planeet
Bedekker Mercurius Venus Mars Jupiter Saturnus Neptunus Uranus Pluto * A
Mercurius 5 12 19 11 5 3 1 56 29.47%
Venus 10 6 41 19 12 14 1 103 54.21%
Mars 13 5 5 2 0 25 13.16%
Jupiter 0 2 4 0 6 3,16%
Saturnus 0 0 0 0 0
Uranus 0 0 0 0
Neptunus 0 0 0
Pluto 0 0
B 10 5 18 73 35 24 23 2 190
5,26% 2,63% 9.47% 38.42% 18.42% 12.63% 12.11% 1,05%

A = Aantal keren dat de planeet de bedekker is B = Aantal keren dat de planeet bedekt wordt* Pluto, ontdekt in 1930, verloor zijn status van planeet in 2006 ten gunste van de status van “dwergplaneet”

Bijzondere observaties

Van al deze bedekkingen zijn er een aantal die eruit springen. Zo is in de eerste tabel een aantal maal te lezen dat een van de twee planeten nog helemaal niet ontdekt was. Soms had de bedekking wellicht aanleiding kunnen zijn tot het ontdekken van de planeet. Zoals bij de bedekking van Neptunus door Jupiter, 233 jaar voordat Neptunus ontdekt is.Wel is van Neptunus bekend dat Galileo Galilei de planeet al eens gezien heeft, maar rond de jaarwisseling van 1612/13, bij zijn waarnemingen van de manen van Jupiter, de nog onontdekte planeet als ster optekende in zijn notities.

Dit is de situatie rond Jupiter tijdens de jaarwisseling van 1612 op 1613. Galileo Galilei was bezig de manen van Jupiter te bekijken en dacht dat Neptunus een achtergrondster was.

Een andere bijzondere waarneming is die van 12 september 1170 (dus nog voor de door Alders en Meeus doorgerekende periode). De monnik en Engels kroniekschrijver Gervase of Canterbury zag hoe op om middernacht Mars samensmolt met Jupiter. Ook in Chinese manuscripten is deze gebeurtenis beschreven. De bedekking van 1170 kon wel eens de oudste zijn waarvan we waarnemingsverslagen kennen. Toegegeven, er is nog 1 oudere, maar daarover lopen de meningen flink uiteen.In het jaar 2 voor Christus op 17 juni zijn Venus en Jupiter elkaar zo dicht genaderd (30 boogseconden) dat ze een tijdje als 1 heel heldere avondster aan de westelijke horizon schitteren. Vanuit Jerusalem zag dit er zo uit:

Had men de beschikking gehad over een telescoop, dan was het beeld zoals de inzet te zien zijn geweest.

Sommige mensen noemen dit de verklaring voor de ‘ster van Bethlehem’. Er is echter voldoende tegenstrijdige informatie beschikbaar om deze redenering te ontkrachten – of in iedergeval minder waarschijnlijk te maken. Zo zou de ‘ster van Bethlehem in het Oosten voor zonsopkomst zichtbaar zijn geweest. De situatie uit de Stellarium afbeelding is precies omgekeerd. In het westen en bij zonsondergang.

Wat staat ons te wachten

Zoals eerder genoemd, zijn bedekkingen voor de huidige generaties mensen niet weggelegd. Blijft over, de conjuncties zoals die van Jupiter en Venus waar ik mijn artikel mee begon. De mooiste – naar mijn bescheiden mening – vindt plaats over een kleine 5 jaar, op 21 december 2020. Vanuit centraal Nederland komen de twee hoofdrolspelers niet veel hoger dan 6 graden boven de horizon – ofwel zo’n 4 vingers dik op armlengte… Echter het betreft hier een samenstand van de meest fotogenieke planeten van ons zonnestelsel! Jupiter en Saturnus naderen elkaar om 18:00 plaatselijke tijd tot slechts 5 boogminuten! Dat moeten mooie plaatjes gaan worden voor de astrofotografen onder de lezers!

stellarium-020

Bron: Mutual Occultations Of Planets + occultations-mutuelles.

Share

Comments

  1. Prachtig artikel Martin over een boeiend onderwerp, dat begint met de mooie ‘conjunctie’ van vorige week tussen Venus en Jupiter en dat verder handelt over de talloze ‘occulaties’, bedekkingen van sterren en planeten. Ook mooi vormgegeven met die kleurrijke tabellen. Eh… de laatste afbeelding is door wat editorial gedoe verdwenen, graag weer even uploaden. 🙂

  2. Monique zegt

    Jeeee Martin…het is een heel onderzoek geworden! Wat ben je toch een enthousiaste tabellen manager. Smiley

  3. Martin Schoenmaker zegt

    Hartelijk dank voor de complimenten. Die kleurrijke tabellen zijn meer een gevolg van luiheid van mijn kant dan creativiteit hoor 😉 Wist je trouwens dat als je Google Translate over een Franstalige website over planeten laat gaan, er opeens een planeet Kwik en een planeet Maart ontstaat? 😉

    En inderdaad, het werd weer een heel onderzoek. Zoals bijna elke blogpost van mij. Ik schrijf meestal vanuit onkunde en verbazing over een op internet gevonden brokje informatie, waarna ik op onderzoek uitga en de door mij opgedane kennis probeer neer te pennen.

    Astroblogs is goed opgezet wat betreft SEO (Search Engine Optimalisation – Zoekmachine geoptimaliseerd) en dus zijn onderwerpen met de juiste zoektermen goed vindbaar. Iemand anders die zich afvraagt of Planeten elkaar onderling kunnen bedekken zal dus als het goed is kunnen profiteren van mijn ‘voorwerk’. 😉

  4. rudiev zegt

    Leuk artikel martin. Gelukkig nog geen religieuze reacties over de samenstand van planeten. 🙂

    Overigens zou je door de baanresonaties toch wel meer occultaties verwachten, zeker van de planeten dichter bij de zon die redelijk snelle baantjes om de zon draaien.

    Heb je ook nog eens een langere tijd dan 6000 jaar berekend, of is die 6000 jaar een limiet gezien de aarde en alles nog maar 6000 jaar bestaat? 😛 Ok, grapje, want je rekende van -3000 tot 3000 ipv zo’n -4000 tot 2000.

    Gebruik je stellarium vaak, want anders zie ik een nieuw speeltje voor je in het verschiet. 🙂
    http://tweakers.net/nieuws/104106/onderzoekers-combineren-oculus-rift-met-stellarium.html

    • Martin Schoenmaker zegt

      Ik heb zelf niets berekend. De berekeningen zijn hoogstens in sommige gevallen door mij gesimuleerd dmv Stellarium. De credits voor de berekeningen behoren toe aan Gilbert Javaux van deze website: http://pgj.pagesperso-orange.fr/occultations-mutuelles.htm

      Wel heb ik deze quote gevonden op de website van GUIDE, wat volgens mij gebruikt is voor het samenstellen van de tabellen: “Between the years 1800 to 2200, planetary and lunar positions in Guide are calculated using the JPL DE-406 ephemeris. One cannot get much better than this. The accuracy is stated to be of the order of milliarcseconds, and I’ve no good reason to doubt this.

      Outside that range, Guide defaults to use of analytic series solutions such as VSOP. These are good to within a fraction of an arcsecond within the years 1000 to 3000, and an arcsecond or two within -2000 to +6000. Outside that range, though, they start to diverge badly and are not to be trusted. (Actually, they might be good to within, say, a degree for many more millennia, sufficient for some uses; but I’ve no way of verifying that. They might be complete garbage at such a range.)”

      Dat van Oculus zag ik eerder vandaag ook. Ik houd het voorlopig op m’n muis en toetsenbord. 🙂

  5. Enceladus zegt

    Wat leuk dat ze kennelijk in het jaar 2 voor Chr. al een soort straatverlichting hadden. 😉

    Petje af voor je gedegen artikel, Martin!

    groet,
    Gert (Enceladus)

    • Martin Schoenmaker zegt

      Potverdrie… hebben ze weer het licht aangelaten in de stal?! Ik had nog zo gezegd: “Je mag wel blijven slapen, maar van die lichtschakelaar blijf je af!” 😛

  6. Michael zegt

    Ik heb een soortgelijke afbeelding uit Stellarium gemaakt van de conjunctie van Jupiter met Venus maar dan van 1 juli vanuit Argentinië. De 4 maantjes stonden op 1 juli ook op 1 lijn in Stellarium. Is het toeval of is het een fout van Stellarium dat de 4 maantjes van Jupiter op één lijn stonden tijdens de samenstand? Overigens een mooi artikel.

    • Martin Schoenmaker zegt

      Hoi Michael. Dat de maantjes van Jupiter 1 lijn vormen is geen toeval – en zeker geen fout van Stellarium. Als ik het goed heb is het de grootte van Jupiter die ervoor zorgt dat de vier grootste maantjes een baanvlak hebben die vrijwel gelijk is aan het baanvlak van Jupiter zelf.

      Jupiter heeft – zoals ik lees – zelfs invloed op de baanvlakken van de overige planeten, waardoor deze allemaal zich nagenoeg in 1 vlak bevinden (het effect wordt al substantieel minder merkbaar bij de dwergplaneten die zich blijkbaar te ver weg bevinden).

      Dit alles bij elkaar maakt dat Jupiters 4 grootste manen zich vanaf aarde gezien op 1 lijn bevinden.

      Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Jupiter en https://www.physicsforums.com/threads/why-do-jupiters-moons-line-up.330786/

  7. Enceladus zegt

    Toch kan ik me herinneren dat ergens rond de eeuwwisseling Jupiter en Venus elkaar op een vroege winteravond ook zeer dicht waren genaderd. Zelfs mensen die niets met astronomie hebben, merkten dit toen op.
    Ik herinner me dat ik op de snelweg reed en zelfs even dacht aan een supernova. Het was dus weliswaar geen bedekking, maar wel een zeer dichte nadering. Iemand anders die zich dit nog herinnert?

    groet,
    Gert (Enceladus)

Speak Your Mind

*