Site pictogram Astroblogs

Occulte bijzonderheden


Nog één keer over die mooie samenstand van Venus en Jupiter van een paar dagen geleden. Op de Astronomical Picture Of the Day (APOD) stond 3 juli een prachtige foto van beide planeten in één telescoop-beeld. Ik heb in Stellarium het moment opgezocht van deze foto en het resultaat ervan staat hierboven. Slechts 22 boogminuten uit elkaar is best dichtbij zoals deze volgende afbeelding van de maan laat zien. Hier is dezelfde ‘zoom’ gebruikt als in de bovenstaande afbeelding.

Een passage uit het bijschrift van de foto op APOD zette me aan het denken.

…Om precies te zijn bevond de ombande gasreus Jupiter zich 910 miljoen kilometer van Polen. Dat is meer dan 11 maal verder weg dan de hier duidelijk sikkelvormige Venus, die zich toen op 78 miljoen kilometer afstand bevond. Maar aangezien de diameter van de reuzenplaneet Jupiter ruim 11 maal groter is dan die van Venus, hebben beide planeten ongeveer dezelfde hoekafmeting

Zo’n tekst lezen we ook vaak bij zonsverduisteringen, waarbij de maan precies groot genoeg aan onze hemel staat om de koperen ploert af te dekken. Zullen er dan ook bedekkingen zijn van twee planeten, vroeg ik me af? Ik kon me zo gauw geen voorbeelden bedenken en dus werd Google en Wikipedia erbij geroepen. De wikipedia-pagina heb ik vorig weekend ook nog naar verwezen in het artikel over de sterbedekking (occultatie) door Pluto.

Onderlinge bedekkingen van planeten

Onderlinge bedekkingen van planeten zijn, zoals ik al vermoedde, erg zeldzame gebeurtenissen. Dat is ook niet verwonderlijk, wanneer je je bedenkt dat het minuscule hemeloppervlak dat een planeetschijf inneemt, tegelijkertijd bezet moet worden door een ander net zo minuscuul planeetschijfje. De laatste keer dat dit gebeurde was op 3 januari 1818 en de eerstvolgende keer zal het plaatsvinden op 22 november 2065. En beide keren zijn het Jupiter en Venus die de kosmische dans uitvoeren. Reken je overigens niet rijk, wanneer je denkt over 50 jaar nog in staat te zullen zijn om Astronomie te bedrijven, want de bedekking zal – vanaf het zuidelijk halfrond gezien – op slechts 8 graden van de zon plaatsvinden.

stellarium-010

Vanuit Australië gezien zou dit toch een spectaculair beeld moeten kunnen opleveren, mits je het zonlicht effectief kunt wegfilteren.

Een Belgisch tintje

De in 1928 geboren, Belgische Astronoom Jean Meeus staat bekend als een autoriteit in het berekenen van de posities van hemelobjecten. Zijn boek Astronomical Algorithms heeft aan de basis gestaan van een flinke lijst sterrenkundige programmatuur. Zo vindt je zijn naam ook een heel aantal keren terug in de documentatie van het programma wat ik gebruikt heb, Stellarium. En wij kennen hem natuurlijk ook als auteur van de sterrengids. Volgens mijn gegoogle is hij ook lezer op dit blog, dus ik hoop dat ik mijn feitjes goed op een rijtje heb… ;)In 1970 publiceerde Meeus in “The Journal of the British Astronomical Association”  over occultaties tussen de planeten. Hij berekende dat van de uit eerdere publicaties gevonden occultaties, slechts 4 daadwerkelijk plaats hadden gevonden. Een van de conclusies van Meeus is dat het opvallend is dat in de periode 1850 tot 2000 er geen enkele onderlinge planeetbedekking te vinden was.

De vier bedekkingen die Meeus bevestigde waren:

  • 28 januari 1522 Mars beweegt voor Saturnus langs. Op sommige plaatsen op Aarde zou Mars zelfs precies door het midden van de planeetschijf van Saturnus gaan. Aangezien beide planeten bijna dezelfde plek in de hemel innemen als de zon is deze bedekking niet te zien geweest.
  • 5 februari 1570 Een gedeeltelijke afdekking van Jupiter door Venus, alleen te zien geweest vanaf het zuidelijk halfrond.
  • 13 oktober 1590 Op sommige plekken op het zuidelijk halfrond moet Mars volledig achter Venus zijn schuilgegaan. Van deze overgang is bekend dat deze door Michael Möstlin vanuit Heidelberg (Duitsland) gezien is.
  • 28 mei 1737 Venus dekt Mercurius af. Deze bedekking is de eerste sinds de uitvinding van de telescoop en wordt beschreven door John Bevis uit Engeland, de ontdekker van de krabnevel.

Digitale rekenkracht

Geïntrigeerd door de rare verdeling van de bedekkingen in de door Meeus onderzochte periode, heeft de Amerikaan Steve Albers een computerprogramma geschreven om alle conjuncties die tot bedekkingen geleid zouden kunnen hebben, door te rekenen. Daar kwamen opnieuw verrassende resultaten uit. Zo waren er in de laatste paar honderd jaar maar enkele bedekkingen geweest en de komende paar eeuwen komen daar niet veel bij. Ook in Albers resultaten is een vreemd ‘gat’ te zien tussen 1818 en 2065, zonder bedekkingen.In de door Albers berekende periode van 1557 tot 2230 zijn er in totaal slechts 21 onderlinge bedekkingen tussen de planeten. En niet één in de 20e eeuw en maar twee in de 19e. In de 21e eeuw zullen er 5 plaatsvinden, maar dus niet voor 2065. Zelfs wanneer de 4 grootste asteroïden meegenomen worden als kandidaten, komen er geen voorvallen bij.

Vertaald overgenomen van PGJ Astronomie, samengesteld door Gilbert Javaux:

Onderlinge planeetbedekkingen (tussen 1557 en 2230)

Datum * Tijd (UT) Bedekker Bedekte planeet Kortste afstand (in boogsec.) Elongatie Bijzonderheden
5 februari 1570 7:47 Venus Jupiter 18.0 25 ° West Geen observaties bekend
13 oktober 1590 4:55 Venus Mars 07.0 34 ° West Gezien door Möstlin in Heidelberg
4 januari 1613 2:08 Jupiter Neptunus 04.0 108 ° West Neptunus werd pas in 1846 ontdekt
15 augustus 1623 5:03 p.m. Jupiter Uranus 05.1 09 ° West Dicht bij de zon en Uranus was nog niet ontdekt (1781)
19 september 1702 1:26 p.m. Jupiter Neptunus 02.6 165 ° West Neptunus werd pas in 1846 ontdekt
14 juli 1708 1:02 p.m. Mercurius Uranus 07.6 25 ° Oost Uranus werd 73 jaar later pas ontdekt (1781)
4 oktober 1708 12:46 Mercurius Jupiter 10.8 01 ° Oost Te dicht bij de zon
28 mei 1737 9:48 p.m. Venus Mercurius 22.1 22 ° Oost Gezien door John Bevis
29 augustus 1771 7:38 p.m. Venus Saturnus 09.2 14 ° West Geen observaties bekend
21 juli 1793 5:40 Mercurius Uranus 01.3 24 ° Oost Zichtbaar vanuit Nieuw-Caledonië, Australië en Japan
9 december 1808 8:35 p.m. Mercurius Saturnus 16.1 20 ° West Zichtbaar in het oosten van de meest noordelijke Japanse eilanden
3 januari 1818 9:51 p.m. Venus Jupiter 12.2 16 ° West Geen observaties bekend
22 november 2065 24:47 Venus Jupiter 14.2 08 ° West Te dicht bij de zon
15 juli 2067 11:57 Mercurius Neptunus 10.0 18 ° West Alleen zichtbaar vanaf de Noord-pool… in het daglicht
11 augustus 2079 1:30 Mercurius Mars 01.2 11 ° West Zichtbaar bij zonsopkomst in Oost Azië
27 oktober 2088 1:46 p.m. Mercurius Jupiter 19.0 05 ° West Te dicht bij de zon
7 april 2094 10:46 Mercurius Jupiter 06.3 02 ° West Te dicht bij de zon
14 september 2123 3:26 p.m. Venus Jupiter 05.9 16 ° Oost Boven de Grote Oceaan
29 juli 2126 4:07 p.m. Mercurius Mars 05.0 09 ° West Dicht bij de zon
3 december 2133 2:10 p.m. Venus Mercurius 36.6 04 ° Oost Te dicht bij de zon
2 december 2223 24:39 Mars Jupiter 20.5 89 ° Oost Zuidelijk halfrond
* Alleen de eerste bedekking (1570) is in de juliaanse kalender genoteerd. Alle anderen in de gregoriaanse.Extra voetnoot: Uit berekeningen volgens de VSOP87 theorie (Variations Séculaires des Orbites Planétaires) zijn er nog twee bedekkingen geweest in de periode van bovenstaande tabel. Deze komen echter niet voor in de lijst die Steve Albers samenstelde. In de tabel verderop in dit artikel zijn deze twee wel meegeteld.Het betreft hier de bedekking van Jupiter door Mercurius op 20 juli 1705 en die van Neptunus door Venus van 21 augustus 2104.

 

Uit dezelfde bron als bovenstaande tabel komt ook de volgende, welke het aantal bedekkingen en hun verdeling laat zien berekend voor de periode -3000 tot 3000. Hieruit is al snel te zien dat het onderling bedekken van planeten inderdaad een zeldzame gebeurtenis is, met slechts 190 voorvallen in 6000 jaar. Sommige combinaties komen nooit voor en sommige relatief vaak.

Vertaald overgenomen van PGJ Astronomie, samengesteld door Gilbert Javaux:

Bedekte planeet
Bedekker Mercurius Venus Mars Jupiter Saturnus Neptunus Uranus Pluto * A
Mercurius 5 12 19 11 5 3 1 56 29.47%
Venus 10 6 41 19 12 14 1 103 54.21%
Mars 13 5 5 2 0 25 13.16%
Jupiter 0 2 4 0 6 3,16%
Saturnus 0 0 0 0 0
Uranus 0 0 0 0
Neptunus 0 0 0
Pluto 0 0
B 10 5 18 73 35 24 23 2 190
5,26% 2,63% 9.47% 38.42% 18.42% 12.63% 12.11% 1,05%

A = Aantal keren dat de planeet de bedekker is B = Aantal keren dat de planeet bedekt wordt* Pluto, ontdekt in 1930, verloor zijn status van planeet in 2006 ten gunste van de status van “dwergplaneet”

Bijzondere observaties

Van al deze bedekkingen zijn er een aantal die eruit springen. Zo is in de eerste tabel een aantal maal te lezen dat een van de twee planeten nog helemaal niet ontdekt was. Soms had de bedekking wellicht aanleiding kunnen zijn tot het ontdekken van de planeet. Zoals bij de bedekking van Neptunus door Jupiter, 233 jaar voordat Neptunus ontdekt is.Wel is van Neptunus bekend dat Galileo Galilei de planeet al eens gezien heeft, maar rond de jaarwisseling van 1612/13, bij zijn waarnemingen van de manen van Jupiter, de nog onontdekte planeet als ster optekende in zijn notities.

Dit is de situatie rond Jupiter tijdens de jaarwisseling van 1612 op 1613. Galileo Galilei was bezig de manen van Jupiter te bekijken en dacht dat Neptunus een achtergrondster was.

Een andere bijzondere waarneming is die van 12 september 1170 (dus nog voor de door Alders en Meeus doorgerekende periode). De monnik en Engels kroniekschrijver Gervase of Canterbury zag hoe op om middernacht Mars samensmolt met Jupiter. Ook in Chinese manuscripten is deze gebeurtenis beschreven. De bedekking van 1170 kon wel eens de oudste zijn waarvan we waarnemingsverslagen kennen. Toegegeven, er is nog 1 oudere, maar daarover lopen de meningen flink uiteen.In het jaar 2 voor Christus op 17 juni zijn Venus en Jupiter elkaar zo dicht genaderd (30 boogseconden) dat ze een tijdje als 1 heel heldere avondster aan de westelijke horizon schitteren. Vanuit Jerusalem zag dit er zo uit:

Had men de beschikking gehad over een telescoop, dan was het beeld zoals de inzet te zien zijn geweest.

Sommige mensen noemen dit de verklaring voor de ‘ster van Bethlehem’. Er is echter voldoende tegenstrijdige informatie beschikbaar om deze redenering te ontkrachten – of in iedergeval minder waarschijnlijk te maken. Zo zou de ‘ster van Bethlehem in het Oosten voor zonsopkomst zichtbaar zijn geweest. De situatie uit de Stellarium afbeelding is precies omgekeerd. In het westen en bij zonsondergang.

Wat staat ons te wachten

Zoals eerder genoemd, zijn bedekkingen voor de huidige generaties mensen niet weggelegd. Blijft over, de conjuncties zoals die van Jupiter en Venus waar ik mijn artikel mee begon. De mooiste – naar mijn bescheiden mening – vindt plaats over een kleine 5 jaar, op 21 december 2020. Vanuit centraal Nederland komen de twee hoofdrolspelers niet veel hoger dan 6 graden boven de horizon – ofwel zo’n 4 vingers dik op armlengte… Echter het betreft hier een samenstand van de meest fotogenieke planeten van ons zonnestelsel! Jupiter en Saturnus naderen elkaar om 18:00 plaatselijke tijd tot slechts 5 boogminuten! Dat moeten mooie plaatjes gaan worden voor de astrofotografen onder de lezers!

stellarium-020

Bron: Mutual Occultations Of Planets + occultations-mutuelles.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten