Australische radioastronomen hebben de 64 meter grote Parkes-radiotelescoop gebruikt om jacht te maken op extreem energierijke neutrino’s. Daarbij werd de maan gebruikt als neutrinodetector. De resultaten van het experiment (waarbij overigens geen flitsjes zijn waargenomen) zijn gepresenteerd op de 29ste algemene vergadering van de Internationale Astronomische Unie, die de afgelopen twee weken is gehouden in Honolulu, Hawaii.Af en toe worden op aarde extreem energierijke deeltjes (kosmische straling) waargenomen die mogelijk afkomstig zijn uit de kernen van ver verwijderde sterrenstelsels. Bij de processen waarbij deze Ultra High Energy Cosmic Rays (UHECR’s) ontstaan, zouden ook zeer energierijke neutrino’s geproduceerd kunnen worden. In de jaren zestig is al eens voorgerekend dat zulke hoogenergetische neutrino’s radioflitsjes van een miljardste seconde kunnen veroorzaken wanneer ze – heel incidenteel – in wisselwerking treden met atoomkernen in de korst van de maan.De detectie van zulke extreem korte en zwakke flitsjes wordt bemoeilijkt doordat de signalen in de ionosfeer van de aarde ‘uitgesmeerd’ worden door variaties in de elektronendichtheid. De Australische astronomen hebben daarvoor nu echter kunnen corrigeren, door gebruik te maken van metingen aan de signalen van GPS-satellieten. Op die manier lukte het om de gevoeligheid van de metingen te verdrievoudigen ten opzichte van eerdere experimenten.De voorspelde nanoseconde-flitsjes zijn niet gedetecteerd; op basis daarvan kunnen sommige modellen voor de productie van extreem energierijke neutrino’s worden uitgesloten. In de toekomst hopen de astronomen een groter beeldveld te kunnen realiseren, waardoor de gehele maan ‘in het oog’ gehouden kan worden in plaats van een klein deel. De toekomstige Square Kilometer Array-radiotelescoop (SKA) zal bovendien een nog veel grotere gevoeligheid kunnen bereiken.Bron: Astronomie.nl
Speak Your Mind