Zoals gezegd was gisteravond Tjibaria Pijloo te gast bij sterrenkundevereniging Huygens om daar te vertellen over haar onderzoek aan de evolutie van sterclusters. Na afloop stelde ik een vraag aan haar over de invloed van donkere materie op bolvormige sterrenhopen. Ik stelde die vraag omdat bij dwergsterrenstelsels een relatief grote hoeveelheid donkere materie is waargenomen (op indirecte wijze weliswaar, donkere materie is niet zichtbaar) en dwergstelsels qua aantal sterren enigszins lijken op bolhopen. Die invloed blijkt er niet te zijn, maar wel vertelde Pijloo dat de bolhoop Omega Centauri (?Cen, NGC 5139) een uitzondering is. Dat komt omdat deze bolhoop met zijn tien miljoen sterren veel groter is dan de andere bolhopen van de Melkweg en dat het vermoedelijk de overgebleven kern van een dwergstelsel is, dat door gravitationele interactie met de Melkweg van veel sterren is ‘gestript’. Datzelfde lot blijkt ook G1 (alias Mayall II) te hebben ondergaan, een gigantisch grote bolhoop bij het naburige Andromedastelsel (M31), dat ongeveer twee keer zo groot als Omega Centauri is en dat op foto’s van (amateur-) astrofotografen als een klein stipje te zien is.
Omega Centauri is met een helderheid van +3,7m een geliefd object voor astrofotografen en met die helderheid is ‘ie zelfs met het blote oog zichtbaar. G1 is slechts +13,8m, maar dat komt omdat ‘ie veel verder weg staat dan Omega Centauri – 2,52 miljoen lichtjaar voor G1 om 15.800 lichtjaar voor Omega Centauri. Door een botsing met de Melkweg lang geleden moet het dwergstelsel Omega Centauri van een deel van z’n sterren zijn ontdaan, gestript zoals dat in vaktermen heet. Men vermoedt dat de ster van Kapteyn één van die getripte sterren is, een in de 19e eeuw door onze landgenoot Jacobus kapteyn ontdekte oeroude ster, waar vorig jaar nog twee exoplaneten bij zijn ontdekt. G1 moet hetzelfde lot hebben ondergaan als Omega Centauri, alleen daar was M31 de schuldige. Niet alleen de omvang van G1 en Omega Centauri, maar ook de hoeveelheid metaal die ze bevatten en de meerdere generaties van stervorming die ze gekend hebben doet hun afkomst als voormalig dwergstelsel vermoeden.
Heeft ze nog uitgelegd waarom bolhopen weinig donkere materie hebben? Daar ben ik nou benieuwd naar 😉