28 maart 2024

De speurtocht naar verweesde sterren tussen het vuurwerk van stervorming

De HH 24 jets. Credit: Gemini Observatory/AURA/B. Reipurth, C. Aspin, T. Rector

Een nieuwe opname van het Gemini-observatorium onthult het opmerkelijke “vuurwerk” dat gepaard gaat met de geboorte van nieuwe sterren. Op de foto is zeer gedetailleerd een complex van straalstromen zichtbaar, die met supersonische snelheid wegschieten van een sterrenkraamkamer. Onderzoekers hebben ook een aantal verweesde sterren gevonden, die door al deze activiteit zijn weggeslingerd van hun nestgenoten.

Het gebied staat bekend als het Herbig Halo 23 Complex (HH23) en bevat niet minder dan zes straalstromen, die allemaal afkomstig zijn vanuit een kleine cluster van jonge sterren die zijn ingebed in een donkere moleculaire wolk. Het geheel vormt onderdeel van de zogenaamde Orion B Cloud en bevindt zich op een afstand van 1300 lichtjaar, in de richting van het sterrenbeeld Orion.

De straalstromen in kwestie worden gecreëerd door magnetische processen in de omgeving van zes protosterren (sterren die nog niet begonnen zijn met waterstoffusie in hun kern), die samen bekend staan als SSV63. Naast de zes heldere straalstromen, zijn op langere golflengtes nog meer van die “jets” zichtbaar. Dat betekent dat zich binnen de moleculaire wolk nog jongere protostellaire objecten moeten bevinden. De betrokken astronomen hebben ook een aantal superzwakke sterren aangetroffen, die zich ruim buiten de stervormende kern van het complex bevinden. Deze sterren zijn bijna allemaal van lage massa en behoren vooral tot de M-klasse van rode dwergsterren. Eén van die weessterren bevindt zich qua massa op het randje tussen een rode dwerg en een bruine dwerg (een “mislukte” ster zonder waterstoffusie). Vermoedelijk bevinden zich tussen de weessterren nog meer bruine dwergen en sub-bruine dwergen van planetaire massa, maar die zijn simpelweg te lichtzwak om zichtbaar te zijn voor de Gemini-telescoop. Waar die sterren en substellaire objecten vandaan komen was even een raadsel, want ze kunnen nooit “ter plekke” ontstaan (daarvoor is het plaatselijk aanwezige gas toch echt te dun). In plaats daarvan zijn de zwakke sterren midden in de dichte moleculaire wolk ontstaan. De protosterren zijn hier verwikkeld in een ingewikkelde en chaotische “dans”, waarbij de exemplaren met de minste massa “verbannen” worden en uit de cluster geslingerd worden. Die verklaring lijkt in het geval van het Orion B complex steekhoudend te zijn. Bron: Gemini Observatory.

Share

Comments

  1. Hans Schreuder zegt

    Wat betekent in dit astronomische verband het woord “supersonisch” eigenlijk?

Speak Your Mind

*