Zelfs Apollo-missies meldden decennia geleden al dat er een onverwachte lichtgevende gloed bij zonsopgang over de maan plaatsvond. Is stof verantwoordelijk daarvoor?
Het is 46 jaar geleden dat de eerste mens op de maan stond. Ondanks decennia lang verkennen van de maan zijn er nog steeds puzzels om opgelost te worden. Een voorbeeld is dat astronauten van de Apollo-missies 15 en 17 een vreemde lichtgevende gloed aan de horizon hadden waargenomen net voor zonsopkomst. Zij speculeerden dat stofwolken daar verantwoordelijk voor waren.
Pas nu bevestigen wetenschappers onder leiding van Mihály Horányi van de Universiteit van Colorado in Boulder, dat onze maan eigenlijk permanent omgeven is door een soort omhulsel van asymmetrische stof. De asymmetrische stofwolk is ontdekt met behulp van gegevens van de Lunar Atmosphere and Dust Environment Explorer (LADEE)
LADEE werd gelanceerd op 7 september 2013 en cirkelde ongeveer zes maanden rond de maan. Gedurende deze tijd werden zo’n 140 000 stofdeeltjes gedetecteerd.
Hoe komen die daar?
Een komeet (of deel van een komeet) komt met een enorme snelheid op het maanoppervlak terecht. Bij zo’n inslag wordt het (maan)stof met een kracht weggeslingerd tot hoogtes van enkele tientallen kilometers.
Toch kan nog niet met zekerheid gezegd worden dat de dikkere, hogere stofwolk die destijds door de astronauten werd waargenomen (horizongloed) en ook door camera’s van onbemande NASA-maanlanders werd geregistreerd, overeenkomt met de stofwolk die LADEE ontdekt heeft. Het stof is daarvoor niet hoog genoeg.
In december, wanneer de jaarlijkse meteorenzwerm de Geminiden plaatsvindt, neemt de stofwolk enkele dagen in dichtheid toe als de maan samen met de aarde door de puinwolk beweegt. De meteorenzwerm wordt veroorzaakt door stofdeeltjes afkomstig van de planetoïde Phaethon, die beschouwd wordt als een uitgedoofde komeet.