Nieuw gevormde sterrenstelsels zijn er vermoedelijk verantwoordelijk voor dat het heelal 13 miljard jaar geleden werd verhit, zo blijkt uit recent onderzoek. In de eerste paar honderdduizend jaar na de oerknal was het heelal dusdanig heet, dat het elektronen en atoomkernen onmogelijk werd gemaakt om aan elkaar te binden. Met andere woorden: het heelal was geheel geïoniseerd. Zo’n 380.000 jaar later was het heelal voldoende afgekoeld om atomen te laten ontstaan – op dat moment werd het heelal neutraal.Vanaf dat moment ontstonden uitgestrekte wolken van waterstof- en heliumgas, die zijn gaan samentrekken tot de eerste sterren en sterrenstelsels. Zo’n één miljard jaar later vond een belangrijke transformatie plaats: het heelal werd opnieuw verhit en geïoniseerd (“kosmische her-ionisatie”). Maar waar kwam die energie vandaan? Astronomen vermoeden dat sterrenstelsels dit zelf gedaan hebben – nadat de eerste heftige sterren ontstonden, kwam een enorme hoeveelheid straling vrij. Een groot deel van die straling blijft “hangen” in het sterrenstelsel, maar een gedeelte lekt “naar buiten” en kan hier de intergalactische ruimte verhitten. Helaas stralen zo’n beetje alle sterrenstelsels in het nabije universum te weinig energie uit om deze theorie te staven. Nu hebben astronomen gekeken naar zogenaamde “groene erwt-stelsels” – compacte dwergstelsels in het relatief nabije universum, met eigenschappen die ook aan de allereerste sterrenstelsels in het heelal worden toegeschreven. Astronomen hebben 5000 van dit soort stelsels bestudeerd en daaruit is gebleken dat ze veel straling produceren. Vooral het sterrenstelsel J0925+1403 maakt het bont: dit stelsel bevat zoveel heftige sterren(winden) dat maar liefst 8 procent van alle ioniserende fotonen wordt uitgestoten richting de intergalactische ruimte. Dit is het bewijs waar de wetenschappers naar zochten: het lijkt erop dat het inderdaad sterrenstelsels zijn geweest die de kosmische her-ionisatie “op hun geweten” hebben. Bron: University of Virginia.
Speak Your Mind