De zonnewind – de stroom van elektrisch geladen deeltjes die door de zon de ruimte in wordt geblazen – is in de buitendelen van het zonnestelsel veel kalmer dan dichter bij de zon. Dat blijkt uit metingen die tussen 2012 en 2015 zijn verricht door het SWAP-instrument (Solar Wind Around Pluto) aan boord van de Amerikaanse planeetverkenner New Horizons, die in juli 2015 op kleine afstand langs de dwergplaneet Pluto vloog.
De zonnewind bestaat uit verschillende componenten, met verschillende snelheden. In de binnendelen van het zonnestelsel vindt een ingewikkelde wisselwerking plaats tussen de snelle en de trage zonnewind, en wordt de zonnewind ook in belangrijke mate beïnvloed door uitbarstingen op het zonsoppervlak. Daardoor ontstaat een ingewikkelde structuur, met onder andere schokgolven en verdichtingen die in de omgeving van de aarde kunnen leiden tot geomagnetische stormen, verhevigd poollicht en storingen in satellietsystemen, radioverbindingen en elektriciteitscentrales.SWAP heeft in de buitendelen van het zonnestelsel echter een zeer kalme, vrijwel structuurloze zonnewind gemeten. Op zich niet zo verwonderlijk, aangezien je verwacht dat snelheids- en dichtheidsverschillen afnemen naarmate de zonnewind zich verder van de zon verwijdert. Het New Horizons-instrument was operationeel in de periode dat de overige apparatuur aan boord was uitgeschakeld tijdens de lange oversteek naar Pluto. SWAP heeft ook atomen gedetecteerd die afkomstig zijn uit de interstellaire ruimte, vervolgens geïoniseerd raakten (ionisatie is het proces waarbij een neutraal atoom één of meer elektronen verliest), en daarna werden ‘opgepikt’ door de zonnewind. Bron: Astronomie.nl.
Speak Your Mind