Al tientallen jaren zijn wetenschappers het erover eens dat kometen uit ijs bestaan. Maar het is nog niet bekend om wat voor soort ijs het gaat: amorf of kristallijn. Nu hebben wetenschappers gebruik gemaakt van gegevens die zijn verzameld door de Rosetta-ruimtesonde om een tipje van de sluier op te lichten. De Rosetta-sonde heeft gedetailleerde metingen verricht van de samenstelling van de coma, zeg maar de atmosfeer, rondom de komeet. Door te kijken naar de aanwezige gassen, is men tot de conclusie gekomen dat de Rosetta-komeet 67P voor een deel uit kristallijn ijs moet zijn opgebouwd. Dat betekent dat kometen, of in ieder geval komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko, veel dichterbij de zon ontstaan zijn dan gedacht. Dat komt doordat, volgens de modellen van het ontstaan van het zonnestelsel, de binnendelen van de planeetvormende schijf een geschikte omgeving vormen voor het ontstaan van kristallijn ijs, terwijl de koude buitendelen juist geschikt zijn voor het ontstaan van amorf ijs. Amorf ijs is heel efficiënt in het “vangen” van vluchtige stoffen (gassen) en zal bij verhitting die gassen allemaal tegelijkertijd gaan uitstoten. Bij kristallijn ijs, dat voor een deel uit zogenaamde clathraten bestaat, is dat geenszins het geval. Clathraten zijn kristallijne structuren waarin gasmoleculen zijn ingebed. Bij deze structuren is de temperatuur waarbij het gas vrijkomt geheel afhankelijk van de eigenschappen van het betreffende gas. Aan de hand van de Rosetta-metingen is het team tot de conclusie gekomen dat clathraten een belangrijk aandeel hebben in de afgifte van gassen. In dat geval zal 67P is dus geen “indringer” zijn uit de ijzige buitendelen van het zonnestelsel, maar gewoon een “local” van het binnenzonnestelsel 😉 Bron: Southwest Research Institute.
Speak Your Mind