Site pictogram Astroblogs

De aarde wordt nog steeds gekweld door de geest van een overleden ster

Deze “bubbel” in de Grote Magelhaanse Wolk is “opgeblazen” door een supernova-explosie. Credit: Gemini South Telescope/Travis Rector

Een paar miljoen jaar geleden hebben de voorouders van de mensheid zich wellicht verbaasd over een merkwaardige nieuwe ster die aan de hemel verscheen. Het was de nagloed van een epische sterrenexplosie, misschien zelfs van twee. Als die supernovae wat dichterbij zouden zijn “afgegaan”, dan had dat wellicht het einde van het leven op aarde kunnen betekenen. Dat is gelukkig niet gebeurd, maar de explosies hebben wél gezorgd voor een regen van radioactieve deeltjes op onze aardkloot. Nu heeft nieuw onderzoek uitgewezen dat het kosmische puin van die explosies nog altijd op aarde terecht komt. Het onderzoek, dat gepubliceerd is in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science, heeft gebruik gemaakt van gegevens die zijn verzameld door de Advanced Composition Explorer, een satelliet die ontworpen is om het ruimteweer in de gaten te houden. Deze ACE bevindt zich op een stabiele locatie waarin de zwaartekracht van de zon en de aarde elkaar in evenwicht houden. De satelliet houdt de zonnewind in de gaten, de constante stroom van geladen deeltjes die vanaf het oppervlak van de zon de ruimte in “waait”. In principe fungeert ACE als een waarschuwingssysteem: als een zonnestorm (veroorzaakt door een explosie aan het oppervlak van de zon) onze kant opkomt, kan ACE ons een half uur van tevoren waarschuwen. Nu zijn de instrumenten van ACE perfect voor het observeren van ruimteweer, maar ze kunnen nog een ander kunstje: het meten van radioactieve deeltjes (of restanten ervan) die afkomstig zijn van buiten het zonnestelsel. Op die manier hebben ze het bestaan van zeldzaam ijzer-60 aangetoond in kosmische straling van buiten het zonnestelsel: een radioactieve isotoop (variant) van ijzer dat geproduceerd wordt bij de explosie van massieve O- en B-type sterren. De halfwaardetijd van dat spul is 2,5 miljoen jaar en dat betekent twee dingen: de explosies moeten relatief nabij hebben plaatsgehad én relatief kort geleden. De betrokken astronomen denken dat de supernovae zijn afgegaan in een sterrencluster op een afstand van een paar honderd lichtjaar. Toevallig is kort geleden ook ijzer-60 aangetroffen in sedimentlagen op de bodem van de oceanen, hetgeen een ondersteuning vormt voor de hypothese dat de aarde een paar miljoen jaar geleden in de vuurlinie heeft gestaan van meerdere supernovae. Vorige week is zelfs bekend gemaakt dat ijzer-60 is aangetroffen in maanmonsters!Gelukkig zijn de explosies die verantwoordelijk zijn voor de productie van ijzer-60 niet al té dichtbij afgegaan, want zodra de afstand tussen de aarde en een supernovae klein genoeg is, zal onze ozonlaag worden weggevreten, waardoor het leven op aarde geroosterd wordt door krachtige UV-straling van de zon. Maar toch kan een afstand van een paar honderd lichtjaar voldoende zijn om een klimaatsverandering op aarde te triggeren. Zijn supernovae verantwoordelijk geweest voor de cyclus van ijstijden in het Pleistoceen-tijdperk? We weten het niet zeker, maar het is zeker een intrigerende mogelijkheid. Bron: Gizmodo.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten