Astronomen zijn meer te weten te komen over de samenstelling van het inwendige van de gasreus Jupiter. Onder de kleurrijke wolkenbanden hebben astronomen namelijk een enorme hoeveelheid ammoniakgas aangetroffen.
Astronomen maten radiostraling van Jupiters atmosfeer, in golflengten die zich niet laten hinderen door Jupiters wolken in de bovenlaag. Omdat de warmtestraling op radiogolflengtes deels wordt geabsorbeerd door de aanwezigheid van ammoniakgas, konden de onderzoekers bepalen hoeveel ammoniak zich daar in de atmosfeer bevond en op welke hoogte. Zo konden de onderzoekers op die plekken tot ongeveer 100 kilometer diep kijken in de atmosfeer van de grootste planeet van ons zonnestelsel.
Die diepere lagen, waar zich ook wolken vormen, zijn nog grotendeels nieuw terrein. Door deze gebieden te bestuderen, hopen astronomen te ontdekken hoe de vorming van wolken en de circulatie van ammoniak in de atmosfeer in gang wordt gezet. De studies werpen ook nieuw licht op vergelijkbare processen op andere gasreuzen: in ons eigen zonnestelsel, maar ook op nieuw ontdekte exoplaneten rond verder weg gelegen sterren.
“Feitelijk hebben we zo een driedimensionaal beeld gemaakt van ammoniakgas in Jupiters atmosfeer, die de opwaartse en neerwaartse bewegingen in de turbulente atmosfeer van de planeet laat zien“, zegt eerste auteur Imke de Pater. Zij is professor astronomie aan de Universiteit van California en ook verbonden aan SRON. De onderzoekers van de Universiteit van California in Berkeley gebruikten nieuwe metingen van de Karl G. Jansky Very Large Array radiotelescoop in New Mexico. Die heeft een update gehad waardoor de radiotelescoop tien keer zo gevoelig werd.De Pater en haar collega’s publiceerden hun bevindingen en hun buitengewoon gedetailleerde kaarten in het toonaangevende tijdschrift Science. De resultaten vormen een mooie aanvulling op het werk van NASA’s ruimtevaartuig Juno, die inmiddels bij Jupiter is aangekomen. Juno gaat onder meer de hoeveelheid water meten in de diepere lagen waar De Pater en haar collega’s naar ammoniak keken. Bron: SRON
Astronomen hadden ook even de resultaten uit 1998 kunnen bekijken, toen de Galileo Probe zichzelf opofferde voor de wetenschap door in de atm. van Jupiter te duiken. Het apparaat overleefde de duik tot op een diepte van 156km. Het vond dat de hoeveelheid He de helft minder was dan verwacht. En dat er naast H en He een mix aan andere elementen en moleculen te vinden was. Helaas dook de probe in een dry spot en gaf de geest, net toen het H2O begon te detecteren.
http://astro.cornell.edu/~randerson/Temp/galileo%20probe%20results%20summary.pdf
of een korte opsomming http://www2.jpl.nasa.gov/sl9/gll38.html
En “die de opwaartse en neerwaartse bewegingen in de turbulente atmosfeer van de planeet laat zien”…mooi, convectie…..maar dat weten ze ook al minstens 40 jaar.