Alsof je naar de gaten in een kaas kijkt om meer te weten te komen over de kaas tussen de gaten. Dat is wat sterrenkundigen van Ohio State University hebben gedaan. Ze keken naar de lege ruimtes in het heelal, de ruimtes waar zich geen sterrenstelsels bevinden, de ruimtes tussen de clusters en superclusters van sterrenstelsels, en met behulp daarvan konden ze de Algemene Relativiteitstheorie (ART) van Albert Einstein uit 1915 bevestigen. Met Einstein’s theorie wordt de zwaartekracht tussen materie beschreven en die materie bevindt zich vooral in de gebieden waar de sterrenstelsels zich bevinden. Probleem is dat sterrenkundigen al meer dan een eeuw de theorie testen met waarnemingen en dat doen ze door eventuele ‘anomalieën’ waar te nemen, afwijkingen in de voorspellingen op basis van de ART, iets wat in de drukte van de sterrenstelsels juist niet opvalt. In sommige gevallen zijn die anomalieën gemakkelijker te zien in de leegte van de gaten tussen de clusters van sterrenstelsels en da’s precies wat Paul Sutter en z’n collega’s van Ohio State University deden: kijken of ze in de leegten anomalieën zagen. Het resultaat was dat ze géén anomalieën zagen en daarmee bevestigen ze de ART. Hier het vakartikel over de waarnemingen aan de leegten in de ruimte, binnenkort te publiceren in de Physical Review Letters. Bron: Eurekalert.
“en die materie bevindt zich vooral in de gebieden waar zich materie bevindt.”
Moet dat geen zwaartekracht zijn?
groet,
Gert (Enceladus)
Ja dat klopte niet helemaal. Ik heb het verbeterd. Thanx.
Het artikel zegt “Besides their dynamics studied in this paper, voids also act as gravitational lenses [19–21], exhibit rich clustering statistics [22–24] including the BAO feature [18], and constraincosmology through their abundance and shapes [25, 26].” De vraag die dan bij mij opkomt is of het werkelijk wel leeg is als er gravitatielensing optreedt of dat er in iedere void een onzichtbaar verzadigd zwart gat zit die zijn omgeving heeft opgegeten.
http://arxiv.org/pdf/1602.01784v1.pdf
Wat ze bedoelen is dat de leegten geen sterrenstelsels bevatten, maar wel donkere materie. En die zorgt er weer voor dat het licht van verderop liggende clusters van sterrenstelsels wordt afgebogen.