Waarom de gehypte ontmoeting met een zwart gat supersaai was
Olaf van Kooten
Credit: [ESO/S. Gillessen/MPE/Marc Schartmann
Drie jaar geleden zoemde het in de sterrenkundige wereld van opwinding – een massieve gaswolk lag namelijk op ramkoers met het supermassieve zwarte gat in het centrum van het melkwegstelsel. Helaas bleek er weinig te gebeuren en is het gevoel van opwinding als een nachtkaars uitgedoofd. Uit nieuw onderzoek is gebleken dat dit niet verwonderlijk was!
In 2014 werd een object ontdekt die binnen een afstand van 36 lichtuur zou komen van Sagittarius A*, het zwarte gat in het centrum van de Melkweg. Het was de verwachting dat het object, dat G2 werd gedoopt en vermoedelijk een gaswolk zou zijn, hierbij aan stukken gescheurd zou worden. Hierbij zou een groot deel van het materiaal opgeslokt worden door het zwarte gat. Het was de verwachting dat Sgt A* hierbij tijdelijk zou opvlammen en flink in helderheid zou toenemen. Helaas bleef het beloofde vuurwerk achterwege. Jammer!
Maar waarom gebeurde er zo weinig? Een team van wetenschappers heeft een reeks driedimensionale hydrodynamische simulaties gedraaid om meer duidelijkheid te verschaffen over de kwestie. Het blijkt dat Sagittarius A* slechts een paar procent van de massa van G2 heeft opgeslokt – te weinig om tot spectaculaire gevolgen te leiden. Volgens de onderzoekers moet dit betekenen dat slechts een klein deel van de massa van G2 uit een gaswolk moet hebben bestaan. De rest van G2 moet dan een compact object zijn geweest, wellicht een kleine ster, die het hele gebeuren overleefd heeft.