28 maart 2024

Hoe groot zou die mogelijk ontdekte exomaan Kepler-1625 b-i kunnen zijn?

Impressie van exoplaneet Kepler-1625 b en z’n exomaan. Credit: NASA/JPL-Caltech

In juli werd bekend dat sterrenkundigen onder leiding van Alex Teachey en David Kipping (Columbia University) in de gegevens van de ruimtetelescoop Kepler aanwijzingen hadden gevonden voor een exomaan, die zou cirkelen om de exoplaneet Kepler-1625 b – Olaf van Kooten blogde daar eerder al over, zonder Kepler-1625 b-i, zoals de maan heet, bij naam te noemen. Vraag is uiteraard of die exomaan daadwerkelijk bestaat óf dat er sprake is van statistische ruis in de gegevens. Maar áls die maan bestaat is de volgende vraag hoe groot ‘ie is. Op de beantwoording van die vraag heeft onlangs de sterrenkundige René Heller (Maxx Planck Institute) een poging gewaagd en dat heeft het vakartikel opgeleverd, genaamd The nature of the giant exomoon candidate Kepler-1625 b-i. Door Kepler zijn drie transities waargenomen van de exoplaneet voor z’n ster langs, een ster van de 14e magnitude in het sterrenbeeld Zwaan, die 4000 lichtjaar van de aarde staat. Ook Heller dook in de gegevens van Kepler en daaruit kwam naar voren dat de mogelijke grootte van de exomaan een groot bereik heeft: hij zou zo groot kunnen zijn als de planeet Saturnus, maar hij zou ook zo klein als de aarde kunnen zijn. Wellicht is de middelmaat de beste schatting: dan zou ‘ie net zo groot als Neptunus zijn (zoals hieronder geschetst).

Credit: NASA/JPL-Caltech

Op 29 oktober – komende zondag – vind er weer een transitie plaats en die willen ze met de Hubble telescoop nauwkeurig gaan bekijken om uitsluitsel te geven over het bestaan van exomaan Kepler-1625 b-i en diens grootte. Mocht de exomaan inderdaad bestaan en er duidelijkheid komt over z’n grootte, dan volgt een nieuwe vraag: hoe is die maan precies ontstaan? In ons eigen zonnestelsel zijn drie mechanismen bekend waarop manen kunnen ontstaan, namelijk door botsingen van twee planeten (zoals de maan is ontstaan na de botsing van aarde en Theia), door invang van manen (zoals Mars en Neptunus deden) en door formatie vanuit een omringende stof- en gasschijf (zoals bij Jupiter gebeurde). Mocht Kepler-1625 b-i zo groot zijn als Heller inschat dan is er een probleem, want geen van de drie bekende mechanismen levert zo’n grote exomaan op. Bron: New Scientist.

Share

Comments

  1. Chargerend samen gevat : er is
    a) misschien een ( de eerste ! ) exomaan gevonden,
    b) maar misschien toch ook wel niet.

    Indien de maan wel bestaat, dan kennen we 3 mechanismen die überhaupt een maan opleveren… maar helaas voldoen die niet. 🙁

    😀 😀
    Retorische vraag: Is het dan niet waarschijnlijker om aan te nemen dat optie b) de juiste keuze is?
    – – –

    Nu is de planeet Kepler-1625b nogal fors ; zo’n 10 Jupiter-massa’s
    ( De ondergrens voor bruine dwergen ligt bij 13 Jup.’s )

    Als daar dan een eveneens flink object ‘om’ heen draait, is dat dan een maan, of spreken we van een dubbelplaneet ! Een exomaan is nog niet eerder aangetoond, maar volgens mij is een dubbelplaneet ook nog niet eerder gevonden. ( Behalve dan in SF-literatuur. 😉 )

    Me dunkt dat in een stelsel “met wat andere afmetingen”, we niet bang hoeven te zijn voor ons gebrek aan kennis, of en hoe bepaalde objecten daar gevormd zullen zijn geweest.
    Hubble heeft afgelopen weekend vast netjes haar metingen gedaan, dus zullen we het eerdaags wel vernemen of Kepler-1625 b-i ( Kepler-1625 b-1 ? ) slechts ‘ruis’ is of een werkelijkheid.

    Groet, Paul

Speak Your Mind

*