Deze week, op 6 november is voormalig Apollo 12 astronaut en marine commandant Richard ‘Dick’ Gordon overleden. Gordon heeft in totaal 315 uur en 53 minuten in de ruimte doorgebracht. waarvan 2 uur en 44 min. tijdens de EVA’s op Gemini 11.
Dick Gordon (5 oktober 1929) werd geboren te Seattle, Washington, was scheikundig ingenieur, en trad later bij het Amerikaans marinecorps waar hij in 1957 zijn ‘wings’ als test-piloot verdiende. Hij werd in 1963 geselecteerd als astronaut en behoorde zo bij het derde ‘astronautenklasje’. Zijn eerste ruimtemissie vervulde hij in de hoedanigheid van piloot van de Gemini 11 (daarvoor was hij backup van de Gemini VIII) en in 1969 als commandomodulepiloot van de Apollo 12 maanmissie. Deze Apollo 12 missie, een ‘all-navy crew’ bestond verder uit de beide marine commandanten Charles ‘Pete’ Conrad jr. en Alan L. Bean, maanmodulepiloot. De Apollo 12 missie was voor Conrad, aeronautisch ingenieur en instructeur-testpiloot te Patuxent ‘Pax’ River, de derde ruimtevlucht, na Gemini 5 en 11. Conrad voerde het commando zowel op de Gemini 11 als op de Apollo 12. Tevens was Conrad de instructeur van Gordon. Alan Bean, net als Conrad aeronautisch ingenieur, en later test-piloot bij dezelfde vliegbasis werd geselecteerd uit de vijfde lichting van 1966. De drie konden elkaar dus al een aantal jaar voor ze naar de maan zouden vliegen en het was een geolied team dat bekend stond om hun kameraadschap. Tussen 1968 en 1972 reisden in totaal 27 astronauten naar de maan en waren er 24 betrokken bij de 7 maanlandingsmissies. 12 Astronauten liepen op het maanoppervlak en zes ervan vaarden om de maan in de commandomodule. Inmiddels zijn 11 astronauten van de 24 nog in leven, waaronder nu slechts drie CM-piloten, Michael Collins, Ken Mattingly en Al Worden van resp. de Apollo 11, 13 en 15. Deze CM piloten die alleen om de maan cirkelden terwijl hun collega’s op het maanoppervlak liepen waren geheel op zichzelf aangewezen. Als ze zich aan de achterkant van de maan bevonden stonden ze niet in verbinding met de aarde, alsook bevonden ze zich in de positie van verst verwijderde mens van de aarde, verder dan ooit iemand gegaan was. Tot die laatste exclusieve groep van zes mannen behoorde ook Dick Gordon.
In september 1966 volbrachten Gordon en Conrad samen de Gemini 11 missie. Gordon was de vierde Amerikaanse astronaut die een EVA maakte. Hij en Conrad moesten rendez-vous manoeuvres uitvoeren van hun Gemini met een Agena raket. Terwijl ze hieraan aangemeerd lagen, moest Gordon twee EVA’s uitvoeren waarin hij een tether, een soort lijn, aan de Agena moest verbinden alsook een pakket ophalen waarin zich een radioactief emulsie experiment bevond. Maar zonder handgrepen, en met een beslagen vizier lukte het Gordon maar ternauwernood zichzelf terug in de Gemini capsule te hijsen. Zelden zouden hij, en ook zijn collega Conrad, angstiger geweest zijn op een goede afloop dan tijdens de Gemini 11 missie.
Ook niet toen Apollo 12 vrij snel na de lancering tot tweemaal toe door de bliksem werd getroffen en het elektrisch hoofdsysteem voor tientallen seconden uitviel. Alan Bean wist het reservesysteem op gang te krijgen en de maanmissie kon doorgang vinden. Hoewel ze met Apollo 12 geen spectaculaire records braken als verst verwijderde mensen van de aarde, die kwam voor conto van de Apollo 13, Lovell, Swigert en Haise reikten tot 400.171 km van de aarde, of de ‘meest geïsoleerde mens van de aarde’ het record dat Al Worden ten deel viel, die zich op 3,600 km afstand bevond van zijn collega’s op de maan, en was het aan Apollo 12 de bijna onmogelijke taak de onsterfelijke daden van hun voorgangers van de Apollo 11 te evenaren, een lastige, zo niet bijna onmogelijke opdracht. Bovendien werd aan Gordon, net als aan al zijn collega CM piloten na hem, eindeloos vaak de vraag gesteld werd hoe dat nou voelde alleen achter te (moeten) blijven en niet op de maan te kunnen lopen, waardoor CM piloot ook wel de minst glamoureuze baan van de Apollo missies genoemd werd, was Apollo 12 in het geheel gezien wel degelijk een bijzonder geslaagde missie en was het ook zeker geen herhaling van de ’11’. De Apollo 12 had uiteraard als belangrijkste doel de maanlanding zelf, ditmaal in de Oceaan der Stormen (Oceanus Procellarum), een golvend kraterveld dat zich over 1600 km ten westen van de Mare Tranquillitatis uitstrekte, of simpel gezegd een beetje meer naar ‘links’ aan de voorkant van de maan. Deze landing moest een ‘pinpoint’ landing zijn daar ze vervolgens een stuk van de Surveyor III mee terug moesten brengen (een onbemande fotoverkenningssonde die in april 1967 geland was) en ook zouden er twee maanwandelingen uitgevoerd moeten worden. De bemanning had dubbel zoveel werk te doen en de maanastronauten moesten een daarbij behorende extra zware uitrusting met zich mee te dragen. Met Apollo 12 voer voor het eerst een RTG (Radioisotope Thermal Generator) mee, een nucleaire generator die de ALSEP (Apollo Lunar Surface Experiment Package) een jaar lang van stroom moest voorzien en het was aan Alan Bean deze generator op de maan te planten. De CM werd ‘Yankee Clipper’ gedoopt en de LM ‘Intrepid’. De missie, van 14 tot 24 november 1969, duurde in totaal 244 uur en 36 minuten, eindigde in de Stille Oceaan en werd opgepikt door de USS Hornet.
Hoewel eenzaam, wachtte Dick Gordon een belangrijke taak. Hij moest namelijk de meest nauwkeurige en uitgebreide fotografische reliëfkaart te maken die de mens ooit van het maanoppervlak had gemaakt. Hij moest volgens de checklist 150 foto’s maken met tussenpozen van twintig seconden, gebruik makend van een speciaal multi-spectraal fototoestel dat contrasten in de topografie naar voren moest brengen met afwisselend rode, blauwe, groene, en infrarode lenzen. Gordon wist dat het moeilijkste onderdeel van zijn fotokarteringsopdracht zou zijn terwijl hij de Yankee Clipper op de juiste koers moest zien te houden als hij langs de voorkant van de maan zoefde. Het vrolijke gepraat van Conrad en Bean bemoeilijkte dat werk enigszins en geregeld moest Houston Conrad en Bean tot de orde roepen om een tijdje hun mond te houden zodat Gordon de karteringscoördinaten correct door kon sturen. De eerste EVA leidde westwaarts naar o.a. de Sharp krater, zo een 300 meter vanaf de LM, en oostwaarts naar de Bench en Halo krater in de richting van de Sneeuwmankrater waar zich op zo een 180 meter vanaf de LM de Surveyor III lag. De Surveyor was van wit inmiddels bruin gebakken en Alan Bean knipte er drie stukken af. Een stuk kabel, een aluminium buis en een graafarm. De LM stond 180 meter van hun vandaan, ze hadden meer dan drie uur gelopen en moesten toen terugkeren, de foto die Bean met een camera met zelfontspanner had willen maken van hun twee en hij in de zak met verzamelde stenen meedroeg, als practical joke, kon niet gemaakt worden. Bean gooide de ontspanner weg en ze keerden veilig terug. Zoals gezegd, het was een geslaagde Apollo missie, met twee EVA’s van rond de 4 uur, een afgelegde afstand op de maan van 1830 meter en het bewijs dat ze op een van te voren nauwkeurig uitgekozen locatie konden landen.
Ondertussen stelde Gordon, die zijn beide collega’s natuurlijk het allerbeste wenste toen ze zich afscheidde van de CM om richting het maanoppervlak te gaan, later ook dat hij een dubbel gevoel had over zijn functie, hoewel enerzijds zeer trots en vereerd liet hij ook de wereld weten; ‘Ik vond het echt heerlijk alleen in de CM module te zijn. je relativeert je eigen positie, je relativeert je eigen belangrijkheid waardoor het je echt niet meer kan schelen. Maar uit egoïstisch, zelfzuchtig of professioneel gezichtspunt had ik liever op de maan geland, daaraan bestaan geen twijfel’. Het is alom bekend dat Gordon, hoe trots hij ook was op rol als CM piloot ook het maanoppervlak graag had willen betreden en onderzoeken, en met de Apollo 18 gevlogen had waar hij als commandant voor was geselecteerd. Die laatste stap op de maan ontbrak er nog aan. Al Worden zegt hierover ‘Het is eigenlijk bijna grappig, iedereen is gespitst op de mannen die op de maan landen en stenen verzamelen. Ze pakken wat stenen op en nemen ze mee om geanalyseerd te worden maar in wetenschappelijke termen, (Worden zou 25% van het maanoppervlak fotograferen en vervolgde Gordons werk), krijg je veel meer data vanuit de maanorbit dan vanaf het oppervlak zelf’. Ze waren alleen maar niet eenzaam, het was hun baan, en solo vliegen waren ze bij de marine ook allang aan gewend. Dick Gordon nam ontslag in januari 1972 toen de Apollo 18, 19 en 20 vluchten geschrapt werden, zowel bij de NASA als bij de marine. Vervolgens ging hij als vice-president van het New Orleans voetbalteam werken, en vervulde daarna nog diverse directeurs functies zowel bij olie- als computerbedrijven. Alom bekend is ook dat deze ‘all-navy crew’ een hechte club was. En mijns inziens is Al Wordens opmerking over hen wel een mooie afsluiter, ‘Apollo 12 they were always buddies – Pete Conrad treated his crew like brothers. If you saw one, you saw all three because they were always together’. Bronnen; Nasa bio, For all Mankind, Business Insider, Moonwalker.
Eric Jones ‘Lunar Surface Journal’ Landing Day, A visit to the Snowman, bevat links naar de kaarten van de krater: https://www.hq.nasa.gov/office/pao/History/alsj/a12/a12.html
Twee interviews 1997/1999: https://www.jsc.nasa.gov/history/oral_histories/GordonRF/gordonrf.htm
Even een kleine oorrectie van de gepresenteerde feiten. Er reisden 24 astronauten naar de maan, 3 daarvan gingen tweemaal. (Lovell, Young en Cernan). Bij mijn weten zijn er nog 13 van de 24 in leven (i.p.v. 11) en Ken Mattingly ging mee als CM-piloot met de apollo 16. En de exclusieve groep van 6 verste verwijderde mensen vanaf de aarde is niet “exclusief” als de 3 astronauten van apollo 13 het meest verwijderd van de aarde waren. Maar dat is dan ook een kwestie van definiëren.
Hoi, dank voor de correctie. Mattingly uiteraard op de Apollo 16, en 24 (ik heb de 9 per abuis als maanmissie gerekend) in totaal je hebt helemaal gelijk. Het verst/meest verwijderd van de aarde is inderdaad een kwestie van definiëren. .