29 maart 2024

Sharpless 29, een stellaire kraamkamer in volle bloei

De OmegaCAM-camera van de VLT-surveytelescoop van ESO heeft dit schitterende beeld vastgelegd van de stellaire kraamkamer Sharpless 29. Credit: ESO/M. Kornmesser.

De OmegaCAM-camera van de VLT-surveytelescoop van ESO heeft dit schitterende beeld vastgelegd van de stellaire kraamkamer Sharpless 29. Op de reusachtige foto zijn tal van astronomische verschijnselen te zien, zoals kosmisch stof en gaswolken die het licht van hete jonge sterren in de nevel weerkaatsen, absorberen en opnieuw uitstralen.

Het afgebeelde hemelgebied is opgenomen in de Sharpless-catalogus van H II-gebieden: interstellaire wolken van geïoniseerd gas, rijk aan stervorming. Sharpless 29 – ook bekend als Sh 2-29 – bevindt zich op ongeveer 5500 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Sagittarius (Boogschutter), naast de grotere Lagunenevel. Het bevat tal van astronomische wonderen, waaronder het zeer actieve stervormingsgebied NGC 6559, de nevel in het midden van de foto.

Het stervormingsgebied NGC 6559 in het sterrenbeeld Boogschutter. Credit:ESO, IAU and Sky & Telescope

Deze centrale nevel is het meest opvallende kenmerk van Sharpless 29. Hoewel hij zich over slechts enkele lichtjaren uitstrekt, laat de nevel goed de ravage zien die sterren bij hun geboorte binnen een interstellaire wolk kunnen veroorzaken. De hete jonge sterren in dit plaatje zijn niet meer dan twee miljoen jaar oud en stralen intense hoogenergetische straling uit. Deze energie warmt het omringende stof en gas op, terwijl hun sterrenwinden hun geboorteplaats dramatisch eroderen en modelleren. De nevel vertoont zelfs een opvallende holte die is ‘uitgehouwen’ door een energetisch dubbelstersysteem. Deze holte dijt uit, waardoor het interstellaire materiaal zich ophoopt en zich een roodachtige boogvormige rand heeft gevormd.

Wanneer interstellair stof en gas worden gebombardeerd met ultraviolet licht van hete jonge sterren, zorgt de energie ervoor dat ze helder gaan gloeien. De diffuse rode gloed die de foto domineert, is afkomstig van de emissie van waterstof, terwijl het glinsterende blauwe licht het gevolg is van weerkaatsing door en verstrooiing aan kleine stofdeeltjes. Behalve emissie en weerkaatsing vindt in dit gebied ook  absorptie plaats. Stofrijke delen van de nevel houden het licht dat naar ons toe komt tegen, waardoor we de sterren erachter niet kunnen zien. Kleinere tentakels van stof zijn de oorzaak van de donkere draderige structuren in de wolken.

De rijke omgeving van Sharpless 29. Credit:ESO/Digitized Sky Survey 2
Acknowledgement: Davide De Martin

De rijke en gevarieerde omgeving van Sharpless 29 biedt astronomen een schat aan onderzoeksobjecten. In de nevel zijn voorbeelden te zien van getriggerde stervorming, de invloed van jonge sterren op stof en gas en de verstorende werking van magnetische velden.

Maar jonge, zware sterren leven snel en sterven jong. Ze zullen hun leven uiteindelijk afsluiten met een supernova-explosie, waarbij ze verrijkt puin van gas en stof achterlaten. Binnen enkele tientallen miljoenen jaren zal dit stellaire puin zijn weggevaagd en is een open sterrenhoop het enige wat resteert.

Sharpless 29 is waargenomen met ESO’s OmegaCAM van de VLT Survey Telescope (VST) op Cerro Paranal in Chili. OmegaCAM produceert beelden die meer dan 300 keer zo omvangrijk zijn als de grootste opnamen van de NASA/ESA Hubble-ruimtetelescoop van NASA en ESA en die een breed golflengtegebied beslaan – van het ultraviolet tot het infrarood. Zijn sterkste punt is zijn vermogen om de zeer rode spectraallijn H-alfa vast te leggen, die ontstaat wanneer het elektron in een waterstofatoom energie verliest – iets wat in een omgeving als deze een opvallende gebeurtenis is. Bron: ESO.

Share

Comments

  1. Ill Matilled zegt

    [Uit de introductie .pdf (2002) van de makers van de verwerkingssoftware Astro-Wise]:

    “The aim of Astro-Wise is to set up a common system for processing, analysing
    and disseminating wide field imaging data.”

    Het verwerken van de output van deze klasse van instrumenten bij ESA/ESO is geregeld via een gestandardiseerde software oplossing van nederlandse makelij. De container voor de datasets is een simpele FITS file die o.a. met Python kan worden aangemaakt en het bevat dan calibratiedata, specificaties van de meetopname en de rauwe throughput van de CCD’s. Grootte van de sets hangt af van expositietijd (tot optimale/max saturatie) en natuurlijk het aantal CCD’s in de matrix van het specifieke instrument en kan oplopen tot 50-100GB per nachtelijke sessie volgens de meest recente gebruikersaanwijzing (v.101.1) voor de OmegaCAM. De standardisatie van het verwerkingsprotocol zorgt ervoor dat niet de data maar de instrumenten zelf gecalibreerd worden waardoor alle verkregen meetinformatie compatible is met elkaar. Dat betekent dat iedereen die toegang heeft (ook publiek) tot de informatie naadloos aan de slag kan met alle beschikbare data voor zijn/haar specifieke onderzoek.

    De wide-field cams kijken in het zichtbare deel van het (electromagnetisch) spectrum naar grotere structuren en formaties in het heelal die geclassificeerd kunnen zijn in één of meerdere catalogi zoals in het artikel genoemde Sharpless-catalogus.

Speak Your Mind

*