In vogelvlucht enkele ontwikkelingen in de Zuid-Koreaanse ruimtevaart. Hoog op de agenda staan inmiddels het maanprogramma en de ontwikkeling van de KSLV, Korea Space Launch Vehicle, de Zuid-Koreaanse familie van draagraketten. Hieronder ook aangestipt het concept ontwerp voorstel voor een compacte lichtgewicht bimodale nucleaire raketmotor en ruimtevaart in Noord-Korea.
Naast onbemande ruimte exploratie en ruimtevaart was er ook de selectie van de eerste Zuid-Koreaanse astronaut voor een ISS missie. In 2008 ging de Zuid-Koreaanse astronaute Yi So-yeon met de Sojoez TMA-12 van 8 tot en met 19 april naar het ISS. Yi So-yeon, 1978, was op 25 december 2006 een van de twee finalisten van het Koreaanse Astronauten Programma. Zuid-Korea betaalde 17 miljoen Euro aan Roskosmos voor een ruimtevlucht en Yi So-yeon werd geselecteerd uit 36.206 kandidaten. De back-up was onderzoeker-astronaut Ko San. Yi So-yeon vloog heen met Peggy Whitson en Yuri Melenchenko en had de unieke maar helaas wel behoorlijke pijnlijk ervaring van een ballistische re-entry met de TMA-11 waarbij de landing veel steiler gaat dan normaal als gevolg van een storing, de TMA-11 stortte zich met 10 G in de atmosfeer en landde in Kazachstan op 475 km van het beoogde landingspunt. Dit overkwam in het verleden ook de Sojoez TMA-1/Exp.6 en Sojoez TMA-10/Exp. 15. De belangrijkste reden voor de ongebruikelijke re-entry was dat de servicemodule niet op de juiste manier kon worden gescheiden doordat een van de vijf pyro-bouten defect was. De oorzaak van de storing werd niet definitief vastgesteld, maar het Russische onderzoek concludeerde dat lange termijn blootstelling aan de elektrificerende omgeving rond het ISS het afvuursysteem hebben beschadigd. Hoewel de bemanning herstelde zonder ernstige verwondingen, leed het luik en de antenne van het ruimtevaartuig tijdens de ongewone terugkeer aan brandschade. Yi So-yeon werd opgenomen in het ziekenhuis na haar terugkeer Het Zuid-Koreaanse ministerie van Wetenschap verklaarde dat de astronaute een lichte verwonding aan haar nekspieren had en haar wervelkolom had gekneusd. Anatoly Perminov, het toenmalig hoofd van Roskosmos, bracht naar voren dat het ongeluk verbonden was met een oud Russisch nautisch bijgeloof dat het hebben van meer vrouwen dan mannen op een vliegtuig ongelukken met zich mee bracht. De retourvlucht van Sojoez TMA-11 was de eerste keer dat twee vrouwen aan boord van een Sojoez vlogen en het was de eerste keer dat mannen in de minderheid aan boord van een ruimtevaartuig waren…Yi So-yeon werd Koreaans ruimtevaart ambassadrice en bezocht in die hoedanigheid o.a. het 59ste IAC congres in Schotland. Daarna vervolgde ze haar werk als onderzoekster bij KARI. in 2014 nam ze haar ontslag, zie ook Astroblog van 18/8/2014.(OvK)
Naast de KITsats en KOMPsats en sondeerraketten van SaTReC/KAIST en KARI, alsook alle aandacht voor de KSLV draagraketten in de Russisch/Zuid-Koreaanse samenwerking zijn er nog twee actoren in het Zuid-Koreaanse ruimtevaart veld actief, telecommunicatie en de meteorologie. Korea Telecom werkt reeds sinds de jaren ’90 actief aan een satelliet telecommunicatie systeem en heeft i.s.m. Lockheed Martin, voor de satellieten en Boeing die de lanceringen verzorgde vanaf Cape Canaveral inmiddels satellieten in een geosynchrone baan gebracht. (Een geosynchrone baan (soms afgekort als GSO) is een baan rond de aarde van een satelliet met een baanperiode die overeenkomt met de rotatie van de aarde om zijn as, die één sterrendag kost (23 uur, 56 minuten en 4 seconden). [1] De synchronisatie van rotatie en omlooptijd betekent dat voor een waarnemer op het aardoppervlak een voorwerp in een geosynchrone baan terugkeert naar precies dezelfde positie in de lucht na een periode van één sterrendag. De satellieten genaamd KoreaSAT 1,2,3 en 5, waarvan de eerste reeds in 1996 zorgde voor digitale uitzendingen via satelliet. De overige werden i.s.m. Thales Alenia Space gemaakt en o.a. met een ‘sealaunch’ in de Stille Oceaan gelanceerd. De KMA, Korean Meteorological Agency heeft gewerkt aan een eigen geosychroon observatory, een satelliet grond station en analyseert data van geosynchrone weersats van o.a. de VS, Japan en China. Het programma.
KARI Korean Aerospace Research Institute
In 2007 werden door KARI plannen gemaakt en de fundamenten gelegd voor het Korea Lunar Exploration Program, KLEP, genaamd. KARI betrok vijftien overheidsonderzoeksinstituten, waaronder KARI zelf, KICT, KAIST en Naro, voor de ontwikkeling van een maan orbiter, de Pathfinder Lunar Orbiter, KPLO, een maanrover, wetenschappelijke lading en een deep space ruimtestation en communicatienetwerk. De maan orbiter KPLO zal als alles volgens schema loopt eind 2018 gelanceerd worden en de maan rover vijf jaar later. Het gehele ruimtevaart programma concentreert zich in dit tweede decennium vooral op het maanprogramma en de KLSV draagraketten. De Korea Pathfinder Lunar Orbiter (KPLO) is bedoeld om de noodzakelijke basistechnologie voor verkenning van de maan onder de knie te krijgen. De maan orbiter is uitgerust met vijf in Korea ontwikkelde payloads en één door de NASA ontwikkelde payload. De test-maansonde zal worden uitgerust met een 5 m HR camera, een ‘wide-field polarized’ camera, een magnetische veldsensor, een gammastralingssensor en testapparatuur voor ruimtetoegang op internet die in Korea moet worden ontwikkeld.
Een pakket van projecten moet parallel aan elkaar ontwikkeld worden, naast de Pathfinder, ook een landingsmodule, wetenschappelijke lading, een maanrover en deep space-communicatie. De ontwikkeling van de Pathfinder Lunar Orbiter wordt uitgevoerd in samenwerking met NASA en ESA. In de daarop volgende tweede fase geheel onder leiding en in handen van Zuid-Korea zal een orbiter en de maanlander worden ontwikkeld en gelanceerd met een Koreaanse draagraket. Korea heeft ongeveer 70% van de kerntechnologieën en expertise verzameld die nodig zijn voor het verkennen van de maan via de vroegere KITsat en KOMPsat satelliettechnologieën. KARI en NASA hebben in december 2016 voor samenwerking op de Korea Pathfinder Lunar Orbiter (KPLO) -missie” getekend. De KPLO zal het worden uitgerust met een NASA-payload voor het nauwkeurig fotograferen van de maan, technische ondersteuning op het gebied van missieontwerp, deep space communicatie en navigatietechnologieën. De technische samenwerking met de NASA vergroot de kans op succesvolle verkenning van de maan aanzienlijk. Het Koreaanse programma voor maanonderzoek zal een hoeksteen zijn voor Korea’s e ruimtevaarttechnologie. Het Korean Lunar Exploration Project zal een gelegenheid zijn om de ruimtevaarttechnologie van Korea naar een hoger niveau te tillen. En die wetenschap en technologie te integreren die in de loop van de jaren in Zuid-Korea zijn ontwikkeld.
Satellietbeelden worden gebruikt in een groot aantal velden en toepassingen, zoals nationaal landbeheer, monitoring van natuurrampen, beheer van mariene hulpbronnen, landbouw en bosbouw, observatie van het milieu, en nationale veiligheid en zijn van grote toegevoegde waarde. De wereldmarkt voor satellietbeelden was in 2015 goed voor ongeveer 1,7 miljard USD en zal naar verwachting gestaag groeien tot ongeveer USD 3,0 miljard in 2025. Korea genereert jaarlijks ongeveer 100.000 pagina’s met satellietbeelden van observatiesatellieten, zoals de low-orbit KOMP-satellietseries en de geostationaire satelliet Cheollian. Astrium heeft in mei 2005 een contract gekregen van KARI om de eerste Koreaanse multifunctionele geostationaire satelliet COMS (Communication, Ocean and Meteorological Satellite) of Cheollian (of GEO-KOMPsat-1) te ontwerpen en te produceren. De zeer geavanceerde COMS-satelliet heeft drie payloads; een voor meteorologie, een voor oceaanobservatie en een voor communicatie. COMS zal meteorologiegegevens verstrekken aan eindgebruikers over de hele wereld, oceanografiegegevens voor het Koreaanse schiereiland en experimentele communicatiediensten in de Ka-band, allemaal vanaf de orbitale locaties 116º en 138 ° Oost. Als hoofdcontractant voor COMS was EADS Astrium verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van de satelliet, inclusief zowel de meteorologie als de oceaanimagers en de communicatie-payload. COMS is KARI’s eerste geostationaire satelliet en zal Korea voorzien van zijn eigen meteorologie en oceaangegevens waardoor de onafhankelijkheid wordt vergroot. COMS maakt deel uit van een 15-jarig Koreaans ruimtevaartplan dat begon in de jaren 1990 en dat sindsdien systematisch werd gevolgd. Cheollian (‘duizend views’) of COMS werd gelanceerd in juni 2010. op de Eurostar-3000S satellietbus. Het heeft een massa van 2.460 kilogram en draagt transponders die uitzenden in de D/E- en K-banden van het door de NATO gedefinieerde spectrum of de L/S- en Ka-banden van het door IEEE gedefinieerde spectrum. Verwacht wordt dat het enkele zonnepaneel minimaal 2,5 kilowatt vermogen zal genereren. Het GEO-KOMPSAT-2-programma bestaat uit twee satellieten voor multifunctionele toepassingen: GEO-KOMPsat-2A voor meteorologische missies en GEO-KOMPsay-2B voor oceaan- en milieumonitoring. KARI is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het GEO-KOMPsat-2 ruimtesegment terwijl KMA het grondsegment implementeert.
In 2016 werden meer dan 5.900 foto’s verspreid naar de particuliere sector en naar overheidsinstanties en organisaties via de raad voor informatie over satellietinformatie. Satellietbeelden hebben tot dusverre een economisch effect gegenereerd dat de werkelijke kosten van satellietontwikkeling ver overschrijdt, zoals is aangetoond door het import-substitutie-effect van 557,8 miljard KRW van KOMPsat 2, die zijn missie in 2015 voltooide na te zijn gelanceerd in 2006 . De multifunctionele KOMPsat nrs. 3, 3A en 5 genereren in het bijzonder uitstekende satellietbeelden, zoals submeterklasse (70 en 55 cm klasse) HR satellietbeelden en radar-IR-beelden, die de wereldmarkt leiden. voor commerciële satellietbeelden.
Het nationale satellietoperatie- en -applicatiecentrum is van plan het satellietdatadistributie- en beheersysteem te upgraden en de satellietgegevensbeheerdienst te bevorderen om het gebruik van overheidssatellietgegevens in de publieke en private sector te vergemakkelijken. Daartoe zal het een geïntegreerde database en platform ontwikkelen om de satellietgegevens van de overheid te integreren en de toegevoegde waarde ervan te vergroten door een gebruiksvriendelijke gegevensdistributiefunctie in te stellen om bij te dragen aan de nationale economische ontwikkeling.
De ‘Kanuter’ een exoot in de ruimtevaart bijt van Zuid-Korea
De KANUTER (Korean Nuclear Thermal Engine Rocket), is een ontwerp voorstel van een vnl. uit Zuid-Koreaanse onderzoekers bestaand onderzoeksteam binnen KAIST (alhoewel er inmiddels ook al veel niet Koreaanse onderzoekers bij betrokken zijn) voor een compacte, lichtgewicht bimodale nucleaire raket motor (noot 1). Bimodaal, daar veel missie ontwerpers en ingenieurs het een verspilling vinden om een nucleaire raketmotor helemaal naar Mars en terug te nemen, en om het dan niet te gebruiken om de elektrische stroom te genereren die nodig is om de missie te ondersteunen. De NTR-motor die waterstof als brandstof gebruikt, bestaat voornamelijk uit een ‘extreme high temperature gascore reactor’ (EHTGR) van 100 MWth, een kernreactor zowel voor voortstuwings als elektriciteitsopwekkingssysteem (EGS). Zoals uit de verderop gegeven conclusie blijkt is het team inmiddels op de studie voor het gebruik van LEU low enriched uranium (noot 2) overgestapt vanwege regelgeving die het gebruik van HEU high enriched uranium uit veiligheidsoverwegingen grotendeels inperkt. Deze studie is in december 2017 gepresenteerd op een wetenschappelijk congres voor NTRs. Van deze LEU-NTR PDF, 56 bladzijden lang zijn 8 bladzijden vrij te downloaden, zie noot 2.. NTR’s zijn een veelbelovende en levensvatbare optie bij het realiseren van lange-duur bemande missies in de ruimte. KANUTER heeft vooral zijn pijlen op MARS missies gericht maar is voor meerdere toepassingen geschikt. De aantrekkingskracht van NTR’s in het algemeen is onder meer uitstekende stuwkracht, bimodaal vermogen, beproefde technologie en veilige en betrouwbare prestaties. De bimodale NTR kan worden toegepast op verschillende type missies, zoals verkenning van het zonnestelsel, transport van en naar het ISS en onderschepping van de NEO’s, Near Earth Objects.
Er zijn drie hoofd classificaties van het gebruik van nucleaire energie voor de ruimtevaart. De eerste is de radio isotoop generator (RTG), de tweede is de kernsplijtingsreactor en de derde de fusiereactor. De kernsplijtingsreactor kan meerdere typen aandrijving verzorgen, waaronder nuclear pulse propulsion (NPP), nuclear electric propulsion (NEP) en nuclear thermal propulsion (NTP) NTP is de meest veelbelovende en qua technologie meest beproefde methode voor bemande ruimtemissies in het zonnestelsel, omdat het niet alleen een hoge stuwkracht garandeert, maar ook een hoge specific impuls. .BNTP maakt gebruik van thermische energie die vrijkomt uit de splijtingsreactor voor zowel voortstuwing als elektriciteit. De specific impulse Isp, van de NTR, de nucleaire thermische reactor, is meer dan het dubbele t.o.v. een chemische raket als gevolg van de combinatie van een hoge energiedichtheid en het gebruik van de brandstof met het laagst mogelijke molecuulgewicht, waterstof. Het tweede voordeel is dat een NTR-motorsysteem kan worden geconfigureerd voor bimodale functies; zowel voortstuwing als stroomopwekking. De bimodale NTR-motor is in staat om elektrische energie te produceren met een dynamisch energiesysteem dat gebruik maakt van de warmte van de bestaande reactor. De elektrische kracht van een ruimtevaartuig is essentieel voor ondersteuning van het leven, scheepsbesturing, communicatie, andere instrumenten en zelfs elektrische hulpstuwkracht neemt toe
De NTR-technologie is al meer dan 50 jaar in ontwikkeling en met succes getest. Het is eenvoudig in zijn algehele concept en zou compatibel kunnen zijn met de moderne versie van de uitgebreide versie van het ruimtevoertuig, geschikt voor onder meer de Mars Design Reference Architecture 5.0 van de NASA (DRA 5.0, de NASA-ontwerpmissie voor Marsontwerp (“DRM”) verwijst naar een serie conceptontwerp van NASA studies van bemande Mars missies. De gerelateerde term, Design Reference Architecture (DRA), verwijst naar de volledige reeksen van missies en ondersteunende infrastructuur.Wiki/pdf DRA). Concreet omvatten de toepassingen van een NTR, exploiratie van het zonnestelsel, transport en elektriciteitsvoorziening voor het International Space Station (ISS) en missies ter onderschepping van Near Earth Objects (NEO). De eerste omvat bemande ruimtemissies naar Mars en verder, omdat een NTR betrouwbaarder en flexibeler is voor ruimtemissies over lange afstanden tegen lagere kosten dan chemische raketten. Op basis van de lanceringskosten kunnen twee NTR-missies worden uitgevoerd met dezelfde prijs voor één ‘chemische raket’-missie. Ten tweede kan een bimodale NTR niet alleen voorzien in voortstuwing voor transport, maar ook elektrische stroom naar het ISS. Door gebruik te maken van een bimodale NTR, kan het ISS bijvoorbeeld in een baan in de maan worden geplaatst en elektriciteit leveren voor lunaire exploitatie. Daarop moet het systeem een klein en modulair systeem zijn met relatief lage stuwkracht, maar een hoge thrust to weight-verhouding die de vereiste stuwkrachtniveaus kan halen door een geclusterde motorinrichting. Een lichtgewicht robotwetenschappelijke missie zou bijvoorbeeld slechts twee tot vijf motoren kunnen vereisen, terwijl een bemande Mars missie meer dan 10 motoren zou vergen.
Systeem eigenschappen
Enkele ontwerpkenmerken van de EHTGR, het brandstofelement en het bimodale motorsysteem. Het type splijtingsreactor van KANUTER is een EHTGR, waarvan de maximale kerntemperatuur hoger is dan 3.000 K, met waterstof, H2 gebruikt als coolant maar ook als brandstof. H2 is de beste optie voor de brandstofkandidaten van de NTR’s vanwege zijn lage molecuulgewicht, goede thermische eigenschappen en dus een hoge lsp. De heterogene kern van de EHTGR bestaat uit 37 geïntegreerde splijtstofelementen die zijn gerangschikt in een hexagonaal prismapatroon Om aan de meest geavanceerde ontwerpvereisten te voldoen, gebruikt KANUTER de ultra-hittebestendige ternaire (van een legering, mengsel of chemische verbinding, met drie verschillende componenten of samengesteld uit drie verschillende elementen) carbidebrandstof. Deze carbidebrandstoffen zijn echter erg problematisch om te verwerken en te vormen voor complexe kerngeometrieën met micro koelkanalen, vanwege hun hoge smeltpunten en lage ductiliteit (metalen substantie is vervormbaar en kan in lange draden worden getrokkenDe massa van (U, Zr, Nb) C-brandstoffen in de kern wordt geschat op 40-50 kg met 4 ~ 9 kg van U235. Voor het bimodale motorsysteem moet om ook elektrische stroom te genereren worden uitgerust met een dynamisch vermogensconversiesysteem dat gebruik maakt van de overtollige energie van de reactor
De referentie-ontwerpparameters geven de kenmerken van KANUTER aan als een compact en lichtgewicht systeem (341 kg motormassa), met uitstekende efficiëntie (944,5 s Isp) en levering van elektriciteit (14 tot 16 kWe). Hoewel de referentie-raketprestaties bij voorkeur werden geschat, was het systeemontwerp niet geoptimaliseerd. De werkelijke prestaties kunnen dus iets beter of slechter zijn dan de referentiewaarden. Bovendien kan deze compacte en modulaire NTR-motor, die een relatief laag vermogen en stuwkracht oplevert, worden gebruikt voor meerdere diverse toepassingen die verschillende stuwkrachtniveaus vereisen door de geclusterde motoropstelling. KANUTER kan bijvoorbeeld de NASA 2033 Mars-orbitaalmissie realiseren door 15 motoren te gebruiken (5 voor bimodaal) om 293 kN stuwkracht en 50 kWe elektrisch vermogen te produceren.
Van HEU naar LEU
Er zijn echter een paar belangrijke uitdagingen bij het ontwikkelen van deze innovatieve en futuristische NTR-motor. Ten eerste is het meest kritieke probleem de acceptatie door het publiek en het verkrijgen van de steun van beleidsmakers. In dit verband moet duidelijke en transparante informatie over niet alleen voordelen, maar ook veiligheid, technische tekortkomingen en risico’s van NTR’s aan het publiek worden verstrekt om de overdreven angst voor kernenergie weg te nemen. Ten tweede zijn er enkele technische problemen die moeten worden opgelost, zoals geverifieerde hittebestendige brandstofontwikkeling, koelstrategie voor de brandstof en moderator, overmatige reactiviteit en besturingsontwerp en veiligheid. Ten derde moet het beveiligingsprobleem met hoogverrijkt uranium (HEU) voor de NTR worden opgelost, omdat het bijna onmogelijk is voor niet-kernwapenstaten, niet alleen om Uranium te verrijken, maar ook om HEU uit andere landen te importeren in het kader van het huidige Verdrag inzake Non-proliferatie van kernwapens (NPT). Als een niet-nucleaire wapenstaat nooit HEU gebruikt voor de NTR, dan is het enige alternatief om laagverrijkt uranium (LEU) te gebruiken voor een nieuw type NTR. De haalbaarheid van een LEU-getankte NTR werd voor het eerst voorgesteld bij KAIST (noot 2) Het LEU-NTR-concept is gebaseerd op het verbeteren van de neutroneneconomie in de kern door middel van zowel thermische neutralisatie van het neutronenspectrum als vermindering van neutronenverliezen door niet-productie. In het bijzonder, in vergelijking met het LEU-NTR-concept, suggereert de gethermaliseerde EHTGR van KANUTER en de lage impact van de motormassa op de prestaties van de raket sterk de mogelijkheid dat de KANUTER LEU-brandstof gebruikt. Daarom zal dit onderzoek in de toekomst gericht zijn op het aantonen van de haalbaarheid van een LEU-NTR, met behulp van een thermisch neutronen spectrum, en het aanpassen van het huidige HEU-ontwerp aan een nucleair niet-productief ontwerp met behulp van een LEU-brandstof voor KANUTER.
Noord-Korea
Eigenlijk kun je niet over Zuid-Korea iets schrijven en zo aan de precaire situatie voorbijgaan die al decennia jaar lang het Koreaans schiereiland in haar greep houdt. De Koreaanse oorlog 1950-1953 heeft het gebied in 2 landen met totaal tegengestelde politieke ideologieën opgedeeld en varen een compleet andere koers in praktisch alle opzichten. Noord-Korea is onder het Kim regime, zo is inmiddels meer dan duidelijk gebleken hard op weg, en zeker sinds december 2011 toen Kim Jung-un aan de macht kwam, een nucleaire natie te worden. Vijf nucleaire tests, talloze ICBM tests, een gigantisch leger, het 4e van de wereld, streeft het land ernaar aartsvijand de VS tot in het uiterste te tarten en de positie van Zuid-Korea t.o.v. haar belangrijkste bondgenoten keer op keer onder hoogspanning te zetten.
Bijna onlosmakelijk verbonden wordt er bij Noord-Koreaanse raketten aan militair gebruik en inzet van deze raket systemen gedacht.. Er zijn naar schatting in de afgelopen 6 jaar, sinds Kim Jung-un aan de macht kwam in 2011, meer raket en nucleaire testen (ong. 75) geweest dan in de kwart eeuw onder het regime van Kim Jong-il en Kim Il-sung. Het Kim Jung-un militair programma gebruikte een keur aan raketten uit de voorafgaande programma’s, afgeleid van de Russische Scud raketten, zowel korte als middellange afstandraketten. Maar gebaseerd op ‘gantry’ ‘portaalconstructies’(metalen frames voor zware machines) bleek het Kim Jong-il programma ook grotere raketten te bevatten. De eerste grote draagraket was de Taepodong-1. Het door de Noord-Koreaanse regering ingestelde Korean committee of Space Technology, KCST, verantwoordelijk voor het ruimtevaart programma (in 2013 verder onder de naam National Aerospace Development Center, NADA), beheert(de) het launch vehicle programma, dat aanvang nam met de Taepodong-1 (ook wel Paektusan-1) Dit was een drie-traps raket, bedoeld als ‘technology demonstrator’ en een IRBM. De raket was oorspronkelijk afkomstig van de SCUD-raket en werd eenmaal in 1998 getest als een draagraket. Op 31 augustus 1998, kondigde het land aan dat ze deze raket gebruikt hadden om hun eerste satelliet, de Kwangyongsong-1 te lanceren. De satelliet kon de baan echter niet bereiken; vermoedden externe waarnemers, maar dit was in strijd met de officiële verklaringen van de Noord-Koreaanse staatsmedia, die verklaarden dat de satelliet ongeveer 5 minuten na de lancering een baan om de aarde bereikte.
Ook beheert het NADA naast de Taepodong 1 en 2 of Paektusan 1 en Paektusan 2 (maar ook wel Unha genoemd), de Tonghaue en Sohae satelliet lanceerstations alsook de reeds Kwangmyongsong satellieten. Op 24 februari 2009 kondigde NADA aan dat de Kwangmyongson- 2 op 5 april 2009 gelanceerd zou worden op de Unha-2 raket. . De VS en Zuid-Korea dachten dat het een militaire ballistische rakettest was maar bevestigden later dat ze inderdaad het een orbitaal lanceer traject had gevolgd. De Taepodong-2 of Unha-2 was de opvolger van de Taepodong-1 met een eerste mislukte lancering in 2006. . De lancering vond plaats vanaf Tonghae Satellite lanceercentrum. De ‘US Northern Command (commando centrum van het Amerikaanse leger belast met het verlenen van militaire steun aan civiele autoriteiten in de VS) meldde dat de 1e trap van de raket in de Japanse Zee viel en de andere rakettrappen en de payload vielen in de Stille Oceaan en dat geen object, lading of rakettrap een baan om de aarde bereikte. Latere analyse toonde aan dat de raket op 3850 km vanaf de lanceerplek insloeg en dat de 2e trap nominaal functioneerde maar dat de 3e trap faalde bij de separatie. Op 12 december 2012, werd de Unha-3 Unit-2 raket gelanceerd. USNorthComm berichtte dat de eerste trap van de raket in de Gele Zee was gevallen terwijl puin van de 2e trap in de Filippijnse zee terecht kwam en bevestigde dat de satelliet in een baan om de aarde gekomen was. Verder werd op 13 april 2012 de Kwangmyongson-3 gelanceerd maar deze lancering mislukte. Een volgende poging in december van dat jaar werd in een polaire baan gebracht, dit werd bevestigd door verschillende landen. Dat en waarom het land nu zo snel vooruit gaat is het onderwerp in een artikel van 2 januari 2018 j.l. uit de Business Insider (noot 3) waarin staat dat een groepje Russische wetenschappers in de jaren ’90, na het uiteenvallen van de USSR, en voor een braindrain gezorgd hebben doordat ze toen naar Noord-Korea gegaan zijn om geld te verdienen. Het zou gaan om rond de 60 wetenschappers en familie maar dit is een schatting. Het land zou mede daarom over apparatuur en machinerie beschikken die in de jaren 90 state of the art waren..
Met Russische expertise werkt het land aan ruimtevaart projecten alsook aan andere transport- en handelsgerelateerde projecten. Volgens meerdere nieuwsberichten waaronder ook het artikel uit de IBT (noot 4) in 2015; ‘Russia and North Korea, Space program; Amid growing relations, countries agree working together in outer space’, zouden de twee landen vanaf dit jaar het bilaterale onderzoeksprogramma voor de ruimte op proberen te starten Noord-Korea zal een proactieve samenwerking op het gebied van vreedzaam gebruik van de ruimte ontwikkelen met buitenlandse organisaties en landen, inclusief Rusland, op gelijke en wederzijds voordelige basis, ” luidt het bericht in 2015 met TASS als bron. Rusland en Noord-Korea zijn ook overeengekomen om de eerste brug te bouwen voor autoverkeer tussen de twee landen, op een plaats waar ze een grens delen in de noordoostelijke hoek van Noord-Korea. De nieuwe brug zou de rivier Tumen overspannen en voornamelijk worden gebruikt voor auto’s en andere vervoersmiddelen. Er is momenteel een spoorbrug die Rusland en Noord-Korea verbindt om auto’s en andere goederen tussen de twee landen te vervoeren.
Samenvattend
Waar in de jaren ‘80 van de vorige eeuw vooral gekeken werd naar ruimtevaart technologie ontwikkeling in het landsbelang, werd met de oprichting van enkele ruimtevaart instituten (zie hierboven) het doel om een ‘mayor player in space systems engineering and services as well as in manned ventures on the international level’ de horizon tot ver buiten de landsgrenzen verlegd. Met de instituten KAIST/SaTReC onderzoekscentrum, SaTReC Initiatives (dit bedrijf is een spin-off van SaTReC/KAIST), KARI en Naro Space Center, werden microsatellieten (KITsats), sondeerraketten (de KSR, Korea Sounding Rocket serie), en micro-elektronica ontwikkeld en na 2000 ook aan een familie van KSLV’s, Korea Space Launch Vehicle, draagraketten, gewerkt. In 2006 werd er samenwerking met het Russische Roskosmos gezocht voor de ontwikkeling van de eerste Zuid-Koreaanse draagraket, de KSLV I. Naarmate de vraag toenam voor de lancering van satellieten voor in LEO, low earth orbit, heeft, met zowel het oog op de interne als op de wereldmarkt, de Koreaanse overheid in 2002 het Korea Space Launch Vehicle (KSLV) –programma gelanceerd, gebaseerd op de ervaring in het Sounding Rocket KSR-programma
De ontwikkeling van ruimtevaarttechnologie is veel meer geworden dan alleen een demonstratie van nationale macht en technologische bekwaamheid, en zal in de nabije toekomst een echte groeimotor van de nationale economie worden. Als zodanig breidt de overheid haar investeringen in ruimtevaartontwikkeling voortdurend uit, ondanks de moeilijke economische situatie, en spoort iedereen aan om het beleid en de projecten na een grondige planning en herziening uit te voeren”. Bronnen; KARI, Harvey/Smid Emerging Space Powers, hoofdstuk 14, Global Security, Gunthers space page, Wikipedia, KANUTER, P.Venneri/Hoon
noot 1; https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1738573315001540 https://www.google.nl/search?q=kanuter+korea+&ie=utf-8&oe=utf-8&client=firefox-b-ab&gfe_rd=cr&ei=AT4DWcjgDIPSXqHTtNgM
noot 3;http://www.ibtimes.com/russia-north-korea-space-program-amid-growing-relations-countries-agree-work-together-1886201 noot 4;https://www.businessinsider.nl/russian-scientists-north-korea-newest-missile-designs-2018-1/?international=true&r=US
Samenvattend