9 december 2024

Leegtes met weinig sterrenstelsels in vroege heelal waren het meest ondoorzichtig

Computersimulatie van het vroege heelal, waarin de filamenten met sterrenstelsels zijn te zien en daartussen de kosmische leegtes. Credit: TNG Collaboration.

Een team sterrenkundigen onder leiding van George Becker (Universiteit van Californië, Riverside) heeft iets opmerkelijks ontdekt: de grote kosmische ‘leegtes’ in het vroege heelal (pakweg 12,5 miljard jaar geleden) waren voor straling het meest ondoorzichtig. En da’s vreemd, want je zou verwachten dat juist de gebieden met veel sterrenstelsels, die de randen van die leegtes vormen, voor straling het meest ondoorzichtig zouden zijn. Het is al lang bekend dat er in het heelal een webachtige structuur van grote filamenten is, die bestaan uit een mix van donkere materie en gewone materie in de vorm van (clusters van) sterrenstelsels. Het intergalactische gas daartussen is transparant voor straling, want het is geïoniseerd door de UV-straling van de sterrenstelsels. Maar 12,5 miljard jaar geleden was de situatie anders. Met de 8,3-meter Subaru-telescoop op de top van de Mauna Kea op Hawaï keken Becker en z’n team naar een kubus met zijden van 300 miljoen lichtjaar lang in dat vroege heelal. Wat bleek: in dat gebied, dat voor straling erg ondoorzichtig was, bleken erg weinig sterrenstelsels voor te komen. Dat zorgde er voor dat er nog te weinig UV-straling was om het neutrale waterstofgas te ioniseren. Tegenwoordig kunnen sterrenstelsels veel verder weg met hun krachtige UV-straling ook invloed uitoefenen op waterstof, maar in dat vroege heelal was dat kennelijk niet het geval. Hier het artikel van Becker, dat deze maand verscheen in The Astrophysical Journal. Bron: UCR.

Share

Comments

  1. evandijken zegt

    Uit het draaien van sterrenstelsels kan je opmaken dat binnen de sterrenstelsels de zwaartekracht geldt.
    Uit de computersimulatie van filamenten van sterrenstelsels kan ik dat NIET opmaken.

    Mijn conclusie: aantrekkingskracht werkt alleen binnen sterrenstelsels?
    Verkeerde conclusie?

    • Ik kan het je niet bewijzen, maar er is geen cm3 in het heelal geheel vrij van zwaartekracht. De kracht neemt af naar gelang de afstand (twee keer de afstand is 1/4 zwaartekracht) maar je komt nooit op nul uit.

      Mij zegt het niets maar sommigen zouden het een leuk weetje vinden; zwaartekracht is ook het enige wat alle mensen op de wereld verbind. Gezien onze geringe massa is onze eigen zwaartekracht minimaal….maar ook deze is oneindig en nooit nul. Iedereen staat dus in verbinding met elkaar middels zwaartekracht 🙂
      Bij de kreet “we are all related by our genes” hoort “we are all connected by gravity”

      Is dat overdreven? Niet helemaal. Zoals je misschien weet is een van de uitgewerkte ideetjes om een gevaarlijke asteroide af te remmen of van baan te veranderen….het een een klein kunsmatig satelietje te geven. Diens geringe zwaartekracht (apparaat 1000 kilo?) is genoeg om een asteroide (meters groot, meerdere tonnen) van richting te veranderen, of af te remmen. Afremmen zou dan 1 millimeter per seconde van de snelheid afhalen, genoeg om de Aarde te missen, mits genoeg tijd. Hebben ze trouwens vorig jaar niet een asteroide gevonden die een eigen natuurlijke maan had?

      • evandijken zegt

        Uit je antwoord blijkt dat inderdaad de aantrekkingskracht voorbij een sterrenstelsel zó gering is dat een nabij gelegen stelsel niet aangetrokken wordt.

        Enig idee waar de neiging vandaan komt om filamenten te vormen?

        • Nou…niet helemaal. Onze Melkweg maakt deel uit van een cluster of groep van sterrenstelsels. Cluster wil zeggen dat ze “verbonden” zijn middels zwaartekracht. Enkele bewegen van ons af, een enkeling zoals Andromeda komt rap dichterbij en zal in de toekomst samensmelten met de Melkweg. Andromeda staat op 2,5Mln lichtjaar, maar ik durf niet te stellen dat we door de zwaartekracht naar elkaar getrokken worden, of dat er al een eigen beweging door het heelal aanwezig was die ons toevallig op ramkoers zette. Wel is zeker dat de snelheid van naderen oploopt en dat is wel het gevolg van zwaartekracht.

          Zwaartekracht van een geheel stelsel heeft best wat in de melk te brokkelen en een lange arm. Ook onze Zon heeft de kometen in de hypothetische Oortcloud in zijn greep, afstand een lichtjaar. De grens van de meetbare zwaartekracht van de zon ligt waarschijnlijk op twee lichtjaar, ofwel halverwege onze dichtsbijzijnde buur-ster. Ook remt de Zon nog steeds de twee Voyagers af die in de jaren 70 vertrokken zijn. Die hebben echter een “escape velocity” (iets van 65.000km/u) en zullen wel ontsnappen aan de Zon en vrolijk doorvliegen.

          Over de filamenten……ik had het moeten weten maar ik ben het kwijt. Ik wil er wel even in duiken (oud lesmateriaal) want je vraag maakt me ook nieuwsgierig. Afgezien van de teleurstelling dat ik het kwijt ben 🙂

          En de zwaartekracht van de Melkweg….ik zal het eens uitrekenen. Ik neem dan voor het gemak de Melkweg als een object van 100.000LY doorsnede met een massa van 400 miljard zonnen. Als ik moet gokken; ik denk dat wanneer je een ster op een miljoen lichtjaar boven de Melkweg zou kunnen hangen (snelheid nul t.o.v. ons dus statisch), dat het mooi deze kant op gaat komen totdat het een lid van de Melkweg is.

          • Paul Bakker zegt

            Ik zat gelijktijdig een reactie te tikken:
            Die aantrekkingskracht is helemaal niet zo gering. Lokaal (sterrenstelsels die buren van elkaar zijn) wint de zwaartekracht het van de expansie van het heelal en klonteren sterrenstelsels samen. Zie voor een simulatie (niet verwarren met animatie): https://youtu.be/74IsySs3RGU

          • evandijken zegt

            Dank voor de uitgebreide antwoorden !!
            Ik wacht je artikel af m.b.t. het ontstaan van filamenten…

  2. Indien de big bang geen explosie van gassen zoals waterstof was maar een explosie van zwarte gaten die de lokale oorzaak waren voor waterstof productie en Herbig Haro systemen dan zou er dus tussen die sterrenstroken geen waterstof aanwezig kunnen zijn.
    Conclusie: Astrofysicie, naar de ontwerp tafel. en kijk eens naar Quantum-FFF theorie.

      • Voor de waterstof productie was maar een ding nodig….lagere dichtheid en temperatuur (a.g.v. de inflatie/expansie). Quarks konden zich in de eerste fracties van seconden nog niet binden, kort daarna wel en toen ontstonden de protonen. Een proton is eigenlijk een kale waterstof atoom…..de electronen konden zich pas met protonen binden na pakweg 380.000 jaar. Op dat moment ontstond de CMB straling.

        Nu is het andersom. Een quark kan je onmogelijk uit een proton trekken. Hoe verder je het uit de proton trekt, hoe groter de bindingskracht van de sterke nucleare kracht (gluons)……op een gegeven moment zit er zoveel energie in die “arm” van de bindingskracht dat er een nieuwe quark uit ontstaat, die vervogens de binding weer versterkt. Het enige wat lukt is b.v. in een proton-proton collider de quarks vrij knallen, maar die vervallen onmiddelijk in andere deeltjes.

        De waterstof productie was dus eigenlijk geen fusie. Fusie vond echter wel plaats, met name bij de Helium productie en een heel klein percentage lithuim en boron.

        Voorheen werd de BB wel een explosie genoemd. Maar ook toen was dat niet een klassieke explosie zoals wij kennen, of zoals een explosie van waterstofgas zoals je noemt. Ze zijn van die benaming afgestapt, toen ze op geen enkele wijze een explosie konden simuleren/berekenen die een homogeen heelal gaf. Explosie bleek gewoonweg een verkeerde benaming. Later kwam “inflatie” op de proppen, onder andere om dat homogeen-probleem op te lossen. Dus toen “explosie” is nu “inflatie”.

        Ondanks diverse bewijsstukjes voor inflatie, het blijft in mijn ogen een theorie. En ook weer een zonder begin of einde, behalve de tijdslimiet. Wat ik bedoel is, niemand weet wat! inflatie starte en niemand weet waarom het weer stopte.

        Waarom inflatie? Bij een explosie zouden er hoe dan ook gebieden met nauwelijks energie/materie, en gebieden met veel energie/materie ontstaan. En die gebieden met veel energie/materie zouden zo’n hoge dichtheid hebben gekregen dat ze gelijk zouden inklappen en zwarte gaten vormen. Er waren wellicht ook sterren en stelsels ontstaan, maar veel minder als nu, en niet zo homogeen verdeeld over het heelal.
        Bij inflatie gaat het om snelheid. In enkele planck eenheden minstens 90 keer verdubbelen in volume. Door die grote snelheid verzeker je je van een homogene verspreiding van energie/materie….ons heelal.
        Analogie; schiet een kogel af op een doel 1000 meter ver weg. Stel dat een kogel een afwijking heeft van 1 meter per seconde vlucht……hoe sneller (minder seconden nodig om de 1000m te overbruggen) de kogel, hoe kleiner de afwijking van het doel. Dat is inflatie….door de hoge snelheid van expanderen verkrijg je wel een evenredige verdeling van energie/materie.

        Just my 2/c, correcties of aanvullingen zijn welkom 🙂

  3. Marc Opdebeeck zegt

    Zonder iemand te willen kwetsen of irriteren wil ik toch een alternatieve kijk geven op de zwaartekrachtwerking.
    Belangrijk om te weten is dat zwaartekracht eindig is zodat in een stelsel (melkwegstelsel of ons zonnestelsel) de leden van het stelsel geen directe zwaartekracht uitoefenen op hun centrum maar een indirecte zwaartekrachtmet zijn specifieke gevolgen van getijdenkrachten. De Newton theorie moet hier gemodificeerd worden.
    Een duidelijk voorbeeld en bewijs van deze stelling is dat de aantrekkingskracht van de zon op de aarde 178 keer sterker is dan die van de maan op de aarde(volgens de Newtonwet). Het effect van de zon op de getijden zou dus veel groter moeten zijn dan die van de maan. De realiteit van de observaties tonen het omgekeerde aan. De maan heeft een indirecte zwaartekracht op de aarde en de aarde en de zon hebben een directe zwaartekracht. Zo heeft het aarde-maan systeem een indirecte zwaartekracht op de zon en duwt daarmee de zon een paar honderd km van het zonnestelsel barycenter weg. De directe zwaartekracht van de aarde reikt maar bijna een 1000000 km ver en die van de maan tussen de 10000km en 20000km. Wat geldt in ons zonnestelsel geldt ook voor sterrenstelsels en voor clusters enz.

    In verband met Andromeda bvb is het niet zo (volgens mijn theorie) dat het Mellwegstelsel dit stelsel aantrekt noch dat Andromeda ons dichterbijtrekt maar dat deze toenadering meer moet gezocht worden in de beweging van de sterrenstelsels in hun cluster rond the great attractor. In deze orbitale beweging rond dit clustercentrum wordt de afstand tussen Andromeda en het Melkwegstelsel kleiner. Dat betekent nog niet dat wij zullen botsen. Zolang het Melkwegstelsel systeem en het Andromeda systeem niet in elkaars ruimtetijdhalo komen zullen zij hun beweging rond the great attractor voortzetten in dezelfde lijn van hun eigen eclips.

    In verband met lege ruimten en filamenten heb ik een paar argumenten die de oorzaak kunnen zijn.
    Elke materie eenheid of systeem zoals planeten, sterren en sterrenstelsels en clusters hebben hun eigen ruimtetijd halo die dus de lege ruimte verklaart tussenin.
    De filamenten heeft volgens mij te maken met hun beweging in een nog groter clustersysteem van clusters waarbij door het in mekaars vaarwater komen kan leiden tot versmeltingen in filamentvorm. Je moet weten dat alles beweegt en in ons universumdeel is dat linksomdraaiend rond de centra.

    • Beste Arie, wil je mijn als spam (meerdere links de in tekst) gemarkeerde reply even uit he spamfilter peuteren? Alvast dank!

    • – huiswerk 1;
      “The Sun also affects the Earth’s tides. However, tidal forces due to the Sun are about half as strong as those due to the Moon. This seems strange, because the Sun’s gravity at Earth is much stronger than the Moon’s. But remember that tides concern the difference between gravity’s pull at opposite sides of the Earth. The radius of the Earth is a very small fraction of the distance between the Sun and the Earth, about 0.005%. As a result, the difference between the Sun’s gravitational pull on either end of the Earth is small. In contrast, the radius of the Earth is about 1.7% of the distance between the Earth and the Moon. So even though the Moon’s gravity isn’t as strong as the Sun’s, lunar tidal forces are stronger than solar tidal forces, so lunar tides are stronger than solar tides.”

      http://curious.astro.cornell.edu/37-our-solar-system/the-moon/the-moon-and-the-earth/1067-why-are-there-high-tides-during-a-full-moon-intermediate

      – huiswerk 2;
      “After almost a century of speculation, Roeland Van der Marel and Sangmo Tony Sohn, astronomers at the Space Telescope Science Institute in Baltimore, Maryland, have announced a clear picture of how events will unfold over the coming billions of years. They confirm that M31 is currently 2.5 million light-years away, that it is inexorably falling toward the Milky Way under the mutual pull of gravity between the two galaxies, and that we are on a collision course.”

      https://www2.physics.ox.ac.uk/blog/astro-blog/2012/06/21/the-milky-way-and-andromeda-galaxy-are-on-a-collision-course en https://arxiv.org/abs/1205.6865

      – huiswerk 3;
      “A galaxy captured by the camera of the Hubble Space Telescope seems to be rotating in the direction opposite of what it should, astonished astronomers announced this week.” -en- “Venus is unusual because it spins the opposite direction of Earth and most other planets.”

      http://edition.cnn.com/2002/TECH/space/02/08/oddball.galaxy/index.html en https://spaceplace.nasa.gov/all-about-venus/en/

      Ps, dus die spannende aangehaalde great attractor….op 150 tot 250 Mln lichtjaar kan iets wat sterrenstelsels (zoals de Melkweg en Andromeda) niet kunnen…..ons daarnaartoe trekken m.b.v. zwaarteracht? Hoe zit dat dan want die great attractor is gewoon een supercluster van sterrenstelsels…??? https://en.wikipedia.org/wiki/Great_Attractor

      • Leuke avatar heb je. 😀 Geen idee hoe ik die wegkrijg.

        • Oops….je tweelingbroer uit een parallel Universum? 🙂
          Ikzelf lig er niet wakker van, maar ik heb er begrip voor als je liever niet hebt dat er verwarring over de auteur van die tekst kan ontstaan. In dat geval haal het gerust weg, geen probleem. In ieder geval bedankt voor je volhoudende persoonlijke betrokkenheid op deze internetstek

      • Marc Opdebeeck zegt

        @K.J. met de foto van Arie:
        Huiswerk 1 is de huidige consensus, ik ken die , heb hem bestudeerd en heeft mij niet overtuigd omdat dan de aantrekkingskracht van de maan aan zijn kant de aarde meer zou doen uitstulpen terwijl de twee “bulges” 100% gelijk zijn, het is volgens mij een wiskundig trucje. Ik zie het verschil vanaf de maan gezien aan de andere kant van de aarde maar 1,7% van 1/178 van de zon. Waarom zou dat verschil grote massa’s water verzetten naar de maan toe en tegenovergestelde zijde terwijl de zon dezelfde watermassa naar een andere kant trekt met een grotere kracht. Waarom zou dat honderdste van de zonnekracht een verschil geven in de vervorming van de aarde ofwel verdeling van de massa’s. En de zonnekracht overtreffen. Er klopt dus iets niet aan de redenering van fysisch proces van zwaartekracht. En ook niet aan de flauwe uitleg dat de zwakke laterale vectoren op het oceaanwater het water op een hoop duwen. Realiseer je de tegenkracht van de tonnen water die een paar centimeter omhoog geduwd worden.

        Huiswerk 2 Het gaat om voorspelling van 3 miljard jaar! Men nu nog geen voorspelling doen van 10 of 100 jaar wat er met onze aarde of zon gaat gebeuren laat staan een voorspelling van een 2,5 miljoen lichtjaar verwijderd sterrenstelsel. Ik heb geen bewijs gezien in dat artikel dat zwaartekracht de oorzaak was.

        Huiswerk 3 er zijn altijd uitzonderingen op de regel door oa bepaalde cataclystische gebeurtenissen maar de overgrote meerderheid draait linksom.

        Toch dank om je te verdiepen in de materie 🙂

        • De getijdekrachten zijn tricky en de meesten hebben het fout. Omdat je redelijk ingaat op punt 1 zal ik proberen die uit te leggen.

          De oceanen vormen geen vloed aan de kant van de Maan omdat het water naar de maan trekt. Dat is de versimpelde uitleg. Allereerst, de Aarde zef trekt het hardst aan diens oceanen/water omdat de zwaartekracht van de Aarde op het water het grootst is. Zonder Zon en Maan zouden de oceanen “waterpas” over de Aarde liggen. Maar nu is er de Maan….aan de kant waar de Maan staat, heft de Maan een klein stukje van de zwaartekracht van de Aarde op. Dus op die locatie is de zwaartekracht van de Aarde op diens water kleiner. Aan de “zijkanten” van de Aarde (dus op grotere afstand van de Maan) is die “verzwakking” van diens zwaartekracht door de Maan geringer. Daardoor trekt de Aarde aan de “zijkanten” harder aan diens water….met als gevolg dat het water aan de Maanzijde EN!!! aan de “achterkant” omhoog wordt gestuwd. En daardoor hebben we vloed aan de Maanzijde EN!! aan de “achterkant” van de Aarde. Anders gezegd; volgens de klassieke opvatting zou er alleen maar aan de Maanzijde van de Aarde sprake kunnen zijn van vloed, en niet aan de “achterkant”.

          Dat is het probleem. Wij (niet wetenschappers) krijgen info te verteren die 500 keer is vereenvoudigd door wel-wetenschappers….om het begrijpbaar te maken voor ons. Soms werkt dat averechts en krijgen we een verkeerd beeld. Vervolgens gaan we zitten malen over dat verkeerde beeld…..krijgen het gevoel dat het niet klopt…..(en het klopt ook niet want het is de foutieve vereenvoudigde versie!!!)…..en komen dan soms met een “betere” theorie. En dat is wat jij doet…..je komt met je eigen theorie. Maar wat je zou moeten doen is je verdiepen in die materie, zodat je de foutieve vereenvoudigde versie aan de kant kan gooien en een minder vereenvoudigde versie begrijpt. Ik heb je dit al eens eerder gezegd.

          Getijdekrachten werken anders dan zwaartekracht. Ander voorbeeld; de ontsnappingssnelheid aan de Aarde is 11km/sec. Nu maken we de Aarde kleiner zonder de massa te wijzigen, dus een hogere dichtheid. Naarmate de Aarde krimpt, stijgt de benodigde ontsnappingssnelheid. We gaan door totdat de Aarde nog maar een diameter heeft van 8 millimeter…..op dat moment is de ontsnappingssnelheid gelijk aan de lichtsnelheid…..voila we hebben een zwart gat. Maar al die tijd bleef de massa gelijk.

          Het gaat niet alleen om de massa, maar ook om de afstand tot het centrum van die massa. Nog een voorbeeld; een heel groot en massief zwart gat zal je niet als een spaghetti sliert uit elkaar trekken als je te dicht bij komt…..omdat je bij een groot zwart gat niet veel verschil in zwaartekracht hebt als je een meter verder of dichterbij komt. Maar een klein zwart gat rukt je wel uit elkaar…omdat je bij een klein zwart gat wel een groot verschil hebt in zwaartekracht, bij een metertje dichter bij of verder weg. Dat verschil in zwaartekracht afhankelijk van de afstand tot het centrum, dat is de getijdekracht.

          Nogmaals, het is niet de Maan die het water omhoog trekt…..het is de Aarde die vanaf de zijkanten, het water aan de Maanzijde en tegenovergestelde zijde (de achterkant) omhoog drukt. De Maan heeft uiteraard wel zwaartekracht en trekt aan het water, maar dat is, om maar een getal te noemen, b.v. 5% van de oorzaak van onze getijden….die andere 95% van de oorzaak is de getijdekracht. De Zon doet hetzelfde met onze oceanen, zij het zwakker….wanneer is het springvloed aan twee kanten van de Aarde?

          Het is lastig om zoiets als dit met slechts woorden uit te leggen. Probeer maar eens een ander te leren hoe een schoen te strikken, zonder tekening, filmpje, of voor te doen 🙂

          Punt 2 mag je zelf op gaan broeden. Wat betreft punt 3, jij zei toch “alles beweegt en in ons universumdeel is dat linksomdraaiend rond de centra”? Uitzondering of niet, de stelling was fout.

  4. Robert Heijd zegt

    Interessant artikel! Had ik de juiste antwoorden maar!

    Kleine opmerking die ik wilde plaatsen gaat over het gebruik van het woord ‘ondoorzichtig’. Ik kom het gebruik hiervan ook wel eens tegen op Wikipedia, volgens mij is dit een rechtstreekse vertaling van ‘opaque’, een afgeleide van ‘opacity’. Echter zou in dit opzicht wat mij betreft de term ‘ondoordringbaar’ beter opgaan, omdat het de doordringbaarheid van elektromagnetische straling ook buiten het (menselijke) visuele spectrum betreft.

    Zo kom ik wel vaker van dit soort ‘verengelsing’ van de Nederlandse taal tegen in de astronomie, zoals ‘dredge-ups’, ‘red clump’ en ‘blue loop’, die eigenlijk niet helemaal lekker vertaald worden. Zonde, naar mijn bescheiden mening, want een Hollandse blik op de astronomie vind ik vaak verfrissend. In mijn artikelen op Wikipedia buig ik er hier en daar wat om. Hopelijk vind dit navolging bij de echte vaklui 😀

    https://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:Rob1981Netherlands

  5. Marc Opdebeeck zegt

    Om on topic te blijven bij dit artikel heb ik eerst een opmerking en ten tweede een antwoord op dat ondoorzichtige waterstofgas.
    Ten eerste vind ik dat er 12,5 miljard jaar geleden al structuren van clusters van galaxies te zien waren met de filamentstructuur. Dus is volgens de BB theorie met zijn 13,7 miljard jaar deze constructie tot stand gekomen in een tijdsperiode van 1,2 miljard jaar. Ongelooflijk snel, te snel eigenlijk als men weet hoelang men erover doet om sterren en sterrenstelsels te vormen.
    Ten tweede denk ik te weten hoe het wel moet gegaan zijn.
    Eerst werd er materie gevormd namelijk elektronen en positronen in quasars. De positronen werden omgevormd tot protonen dicht bij de kern. Quasars waren homogeen en isotropisch verspreid over het ruimte tijd net. De rondvliegende materie deeltjes vormde na recombinatie (protonen en elektronen) een zeer uitgestrekte homogene en isotropisch waterstofgaswolk. Een dense waterstofgaswolk is opaak of ondoorzichtig voor zichtbaar licht welke één van de hoofdspectra is die door elektronen in atoomverband produceren door botsingen en absorptie van straling. Ik denk dat langere golflengten vanaf infrarood tot radio vrij ongehinderd konden passeren. Neutrino’s hadden sowieso geen belemmering.
    Door wervelingen die ontstaan zijn door coriolis-achtingen krachten in het ruimtetijdnet (tegenwijzerszin bij ons) hebben zich in bepaalde zones stervorming plaatsgevonden waarin zwaartekracht ontstond zoals wij ze kennen. De ganse zone met sterren en sterrenstelsels is waterstofgasvrij geworden of transparant voor bijna alle golflengten.
    Mettertijd zullen de clusters met galaxies ( niet door hun zwaartekracht maar door hun tegenwijzerszinbeweging) wervelingen doen ontstaan in de waterstofgaswolk en zo de verdere stervorming (wel zwaartekracht)vanuit de randen van de clusters in gang zetten totdat een praktisch stofvrije leegte overblijft.
    Ik wou gewoon mijn mening vrijgeven 🙂

    • Het is toch wel een bijzondere theorie van je. Eerst de zwaartekracht die een eindig bereik heeft, hetgeen betekent dat de krachtvoerders (gravitonen) massa moeten hebben. Dan het onderscheid tussen directe en indirecte zwaartekracht. Hoe zie je dat verschil voor je, twee soorten zwaartekracht? En dan de productie van materie (electronen en positronen) in quasars. Hoe zie je dat voor je? Quasars zijn zoals bekend sterrenstelsels met actieve superzware zwarte gaten, waar door accretie van materie jets zorgen voor het wegvliegen van relativistische deeltjes en straling. Er valt materie in en dat wordt uitgespuugd. En hoe verander je positronen (0,51 MeV) in protonen (938 MeV), die 1800 keer zwaarder zijn?

  6. Marc Opdebeeck zegt

    @Arie,
    Het zijn wel een hoop vragen tegelijk!
    Ik probeer een samenvattende verklaring te geven op je twijfels.
    1) zwaartekracht is eindig
    De consensus houdt vast aan nog nooit ontdekte gravitonen.
    Zwaartekracht werkt eigenlijk (volgens mijn theorie) volledig anders.
    Zwaartekracht is eindig omdat elk materiesysteem een 4D bol is die knooppunten maakt met het ruimtetijdnet door superpositie met een destructieve interferentie van 100% op die knooppunten. De knooppunten zijn het centrum en en alle oppervlaktepunten van de materiehalo. In een staandegolformatie heeft men heen en terugkomende impulsen(180*faseverschil) iwaar x,y,z assen perfect gealigneerd zijn met het ruimtetijdnet. Tussen de x,yen z assen ontstaat er door demping en superpositie(niet perfect gealigneerd en na optelling zoals bij Fourier series) met sin en cos een geheel sinusoide van beweging in de z-richting (tegenwijzerszin in ons deel). Dit is interne energie van het materiestelsel terwijl het ook nog een externe energie heeft (momentum p).
    De straal van elk materiestelsel (M voor massa)bepaalt hoeveel G of gravitatieconstantes het bezit wat overeenkomt met 2GM (ontsnappingssnelheid daar waar elk deeltje een nul snelheid overhoudt) Op die afstand bevindt zich een knooppunt waar de flux van heen en terugkomende golven 100% gecanceld worden.Elke diameterstraal geeft dus in de richting van het centrum een heengaande impuls en een 180* faseverschillende terugkomende. Door het feit dat ze in staande golfformatie geconfigureerd zijn is er in de ene bolhelft een positieve dubbele amplitude en in de andere een negatieve dubbele amplitude zodat in beide gevallen de volledige zwaartekracht als potentiële energie van het ganse systeem samenkomt in het centrum met GM/R met een compensatie van aan elke zijde een 1/2 kinetische energie.

    Directe en indirecte zwaartekracht wordt weer bepaald door de richting van de staandegolven. Directe zwaartekracht werkt volgens het principe zoals Newton het uitgetekend heeft. De zon trekt aan alle massadeeltjes met de formule GMm/r2. Ook de aarde trekt op alle deeltjes van de maan omdat de maan binnen de zwaartekrachthalo zit van de aarde zoals een ballon die gevuld is met verschillende materiedichtheden met eenverdeling van kortergelegen zware delen en wat verdergelegen lichtere delen zodat het angulair momentum klopt.
    Bij aarde maan bvb gaat de positieve staandegolf bvb richting maan maar de richting van de maanmassa aan die zijde heeft een 180* faseverschil en werkt dus destructief op de positieve golfrichting van de aarde. En alleen op die stralen die van de aarde richting maan gaan. Uitsluitend deze stralen die convergeren naar het aarde zwaartepunt zijn destructief gedempt. De maan heeft met zijn massa maar een reikwijdte van een 10000km ongeveer waar het directe zwaartekracht kan uitoefenen.De maan interfereert eigenlijk met de stralen die vertrekken (eigenlijk ook met de terugkomende maar dat in de tweede helft van de sinusbeweging) uit het aardcentrum in een bundeling van een kegeltop waar alle demping van de totale massa van de maan samenkomt. Het gevolg hiervan is dat de flux van de de geinterfereerde stralen die van de aarde overtreft waardoor krachtvectoren ontstaan richting barycenter op 4360km van het aardcentrum met een wegduwen van de aarde naar buiten en het in beweging zetten van de lavastromen met oplichting van de oceaanboten met een 4 cm ongeveer en het in gang zetten van een toroidale spoelbeweging met het magnetisch veld tot gevolg. Deze interferentie gaat tot over het centrum van de aarde waar dezelfde afstand destructief geinterfereerd wordt waardoor dezelfde afstand in getijdenwerking totstandkomt.
    Een beetje gecompliceerd om met een korte beschrijving alles duidelijk te maken.

    Quasars zijn vooral oude stelsels die men nu niet meer waarneemt. Zij zijn een teken van een ander tijdperk.
    Het tijdperk waar materie gevormd werd met massa. Die materie ontstond uit een homogeen en isotropisch geheel van elementaire ruimtetijd energiedeeltjes die helemaal nog geen massa hadden en ook geen straling. Straling is een typisch kenmerk van materie met massa alsook neutrino’s enz..
    Bij quasars kwam zwaartekracht totstand zoals wij ze kennen en ook het licht of het ganse spectrum van EM straling.
    De neutrale elementaire ruimtetijd deeltjes ondergingen door het ontstane centrum (elke quasar was een centrum) dat gecreëerd werd door wervelingen veroorzaakt door de in de z-richting bewegingsvectoren een mutatie door de splitsing van hun neutraal systeempje in twee namelijk een positief en een negatief deeltje. Dit kwam door het ontstane zwaartekrachtveld (zonder materie of massa) en de kromming van het ruimtetijdnet door de superpositie van die neutrale deeltjes met een intrinsieke energie en uiteindelijk ook hun extern momentum, angulair en translatief, over het ruimtetijdnet. Zwaartekracht groeide en de deeltjes werden progressief naar het centrum geleid waar door “het donker materie effect” wat eigenlijk niet meer is als een compressie van de beschikbare ruimte voor dezelfde tijd. Men merkt dit als men een bepaald kubusvolume samenperst in een bolvolume. De convergerende stralen verkleinen de ruimte naar het centrum en dit ligt ook aan de basis van de zwaartekracht door de ruimteverkleining in de vorm van een trapezium met de kleine basis naar het centrum toe. Vectoractiviteit die stijgt naar het centrum met een kleiner volume. Weeral hebben de superpositie over het ruimtetijdnet met de destructieve of constructieve interferentie en het absolute sinusgolf tijdsritme van het ruimtetijdnet.
    Rond het centrum van een quasar was er een accretiezone waar de wrijvingen en de ruimtecompressie zeer hoog waren. De neutrale deeltjes met hun intrinsieke energiewaarde en met door hun sinusgolfeen negatief en een positief gedeelte ( of gewoon weg tegengestelde z-vectorcomponent of spin) werden onder deze condities uiteengereten in twee helften. Een deel met spin in de negatieve z- richting en de andere in spin met een positieve z-richting. De halve boldeeltjes van de neutrale deeltjes misten hun wederhelft om zonodig een neutraal geheel te vormen. eigenlijk konden ze zoals quarks niet onafhankelijk overleven. Op dat moment waren het elektrisch geladen deeltjes die de andere lading misten. De impuls onder leiding van het absolute ruimtetijdnet van -1 en +1 ofwel tik-tak kregen ze nog naar liep dood. Hier ontstond materie (met massa) doordat de gescheiden deeltjes een serieschakeling aangingen met een groot aantal halve cicli met de vorming van een ring aaneengeschakelde halve cycli. Het energieimpuls verscheen als een opgeteld elektrischsignaal dat door de ring schoot met bijna de lichtsnelheid.wat men nu waarneemt is de het gebundeld electrisch impulssignaal dat een halve spin in de z-richting maakt. Zo kreeg men twee verschillende ringen namelijk elektronen en positronen. Wanneer beiden in contact kwamen gingen ze onmiddellijk over tot annihilatie en omzetting tot fammastraling. Maar door hun tegenovergesteld z-richtingsspinmomentum werd door het ontstane sterk magnetisch veld de ene afgebogen naar het centrum en de meeste elektronen in de andere richting periferie. Dus niet alle positronen annihileerde met elektronen. De overgebleven positronen bleven meer rond het centrum en de elektronen verder weg.
    Positronen werden door de ruimtecompressie omgevormd naar muonen en vormden met de nog schaarsaanwezige elektronen die tot tau gecomprimeerd werden protonen.
    De rest ken je wel veronderstel ik.
    Massa leg ik wel eens op een andere keer uit als je het nog interessant of geen kwakzalverij vind.
    Je moet ook weten dat dit een grasduinen was door de theorie maar zo heb je enig idee hoe de theorie gefundeerd is. De theorie heet DE EENHEIDSBOL THEORIE of UNIT SPERE THEORY
    Zo kan je ook beter repliceren of onlogische stellingen opmerken.
    Ik vind het altijd leuk om een klankbord te hebben om eventueel mijn eigen fouten in te zien. 🙂

  7. Mijn Conclusie: Als het een tijd geduurd heeft tijdens de z.g. explosie periode na de big bang, lijkt het logisch dat er tussen die stervorming gerelateerde fractal stroken gaten zijn gevallen die niet zijn opgevuld met het z.g. Higgs veld dat verantoordelijk is voor foton transport en donkere energie ( Casimir effect)
    Die ondoorzichtige leegtes in het vroege heelal kunnen zo m.i. verklaard worden.
    https://bigbang-entanglement.blogspot.com/2018/08/the-big-bang-filling-empty-space-except.html

Speak Your Mind

*