28 maart 2024

Grimmige sfeer in het debat donkere materie vs. alternatieve zwaartekracht

Credit: NASA, N. Benitez et al (STScI).

Ruim een week geleden vertelde ik jullie over de flinke discussie die gaande is in de wereld der snaartheoretici tussen de natuurkundigen die denken dat de donkere energie, die zorgt voor de versnelde uitdijing van het heelal, gevormd wordt door de Kosmologische Constante Λ en de natuurkundigen die denken dat die donkere energie langzaam afneemt, de theorie van de kwintessens. Welnu, zo’n ‘flinke discussie’ is ook gaande in de wereld der sterrenkundigen en die discussie heeft een nogal grimmig karakter. Het gaat over het debat tussen de sterrenkundigen die er van uit gaan dat de meeste materie in het heelal bestaat uit donkere materie (DM, conform het ΛCDM model van het heelal) en de sterrenkundigen die uitgaan van alternatieve zwaartekrachtswetten, zoals MOND. Dat die twee ‘kampen’ er zijn is niets nieuws, met regelmaat schrijf ik er over, zoals vorige week nog over de mogelijke opwarming van DM. Wat wel nieuw is dat is dat het debat zich lijkt te verharden, waarbij naast inhoudelijke argumenten voor en tegen ook persoonlijke aanvallen gehanteerd worden (zie deze en deze tweets als voorbeelden).

De vlakke rotatiecurve van het sterrenstelsel M33. Credit: Mario de Leo / Wikipedia.

Het debat van afgelopen tijd begon met een artikel van Sabine Hossenfelder en Stacy McGaugh deze maand in Scientific American getiteld ‘Is Dark Matter real?‘, waarin zij vraagtekens zetten bij het model van DM en zeggen dat de waargenomen rotatiecurves van sterrenstelsels en de Tully–Fisher relatie beter verklaard kunnen worden met de alternatieve zwaartekracht, zoals de MOND-theorie. In reactie op dat artikel kwam blogger en sterrenkundige Ethan Siegel met een blog, waarin hij Hossenfelder en McGaugh beschuldigde van het vervalsen van de discussie door het gebruik van verkeerde argumenten. Naar aanleiding van die artikelen (en de vele tweets die daarop volgden) heeft de website Gizmodo onder 13 sterren- en natuurkundigen een soort mini-onderzoek gehouden om te kijken hoe zij aankijken tegen het debat donkere materie vs. alternatieve zwaartekracht. Duidelijk is dat de meesten wel denken dat het DM-model het juiste is. Alleen zou op ‘kleine schaal’, dat wil zeggen de schaal van de sterrenstelsels, de situatie toch anders kunnen zijn. Allen pleiten er voor dat de twee kampen daarom open staan voor elkaar en kijken op welke de wijze de waarnemingen het beste geïnterpreteerd kunnen worden. In die zin was deze tweet van Erik Verlinde van gisteren ook bedoeld, een soort van handreiking tussen de twee kampen:

Een oproep waar ik mij van harte achter schaar! Bron: Gizmodo.

Share

Comments

  1. Ben het wel eens met de titel van de 1e tweet, het is een gebrek aan grijze massa dat we de oplossing nog steeds niet hebben gevonden 🙂 De hoeveelheid citaties op een theorie is daarom niet relevant zolang die niet bewezen is.
    Gelukkig kan je met moddergooien ook samen mooie adobe piramides bouwen op verouderde funderingen.
    https://en.wikipedia.org/wiki/Adobe

  2. Hoe meer ik naar de illustratie kijk, des te vreemder ik hem vind. Kan iemand uitleggen waarom bij de curve “expected from visual disk”, to ong. 10.000 LY, de Snelheid gróter wordt?

    • Dat heeft te maken met de verdeling van de massa. In het zonnestelsel zit bijna alle massa in het midden, gevormd door de zon. Rondom de zon heb je daarom afnemende snelheden van de planeten – Mercurius die ‘t snelst beweegt, Neptunus het langzaamst. Bij het Melkwegstelsel zit de meeste massa NIET in het centrum, ook al zit daar een superzwaar zwart gat. De rotatiecurve van sterren in de Melkweg volgt de massaverdeling van sterren, gas- en stofwolken en die is bij 10.000 lichtjaar het grootst. Vandaar dat daar de snelheden het hoogst zijn.

      • Iedereen weet dat sterren in een stelsel te snel bewegen in diens baan….het DM probleem. Bijna niemand weet dat er meer aan de hand is met de rotation curve van b.v. onze Melkweg. Sterren dichtbij het centrum bewegen te langzaam en zouden eigenlijk richting het SMBH moeten duiken. In mijn ogen minstens zo belangrijk. Het staat wel al jaren op wiki;
        https://en.wikipedia.org/wiki/Milky_Way#Galactic_rotation
        “Toward the center of the Milky Way the orbit speeds are too low, whereas beyond 7 kpcs the speeds are too high to match what would be expected from the universal law of gravitation. “

    • Tja, simpel, de standaard errorbars laten het niet toe dat je hem horizontaal trekt. Ik denk niet dat ze een meetfout hebben gemaakt zoals Adriaan van Maanen die sterrenstelsels daadwerkelijk zag rondtollen op zijn positieven. Voorlopig is DM of MOND hieraan schuldig totdat ze weer een andere oplossing bedenken.

    • Alle snelheidsmetingen zijn gebaseerd op Doppler waarnemingen… het wordt pas echt interessant als blijkt dat door een nog onbekende factor (dark joker) deze roodverschuivingen beïnvloed worden, dan staat de hele astronomie op zijn kop, is DM niet meer nodig en ziet het heelal er plotseling heel anders uit 🙂

  3. Ook wel aardig in deze context … hot news, de Kilo is onbetrouwbaar wordt vervangen door de Planck.
    Physicists are stripping uncertainty from the loosest fundamental constant — Big G.
    https://www.nature.com/articles/d41586-018-06044-6

  4. Marc Opdebeeck zegt

    Ik zou kunnen een oplossend en sluitend antwoord (gebaseerd op pure fysica) geven maar ik denk niet dat jullie mijn theorie nog au sérieux nemen. 😀

    • Integendeel Marc. Het probleem zit hem in uw onderbouwing.

      • Marc Opdebeeck zegt

        Ik weet het Mies. Ik antwoord eigenlijk rechtstreeks op de vragen zonder mijn onderbouwing te schetsen omdat zij te uitgebreid is. Op deze manier lijken mijn antwoorden pure onzin omdat ze geen referentie vindt in de gangbare theorieën.
        Eerst zou men moeten weten hoe het model in mekaar steekt met welke basiskrachten en bouwstenen. 🙂

        • Marc Opdebeeck zegt

          Misschien kan een overzichtelijke schets geven van de modelopbouw.
          1)Bijna oneindig lang geleden heeft ervzich in het fysische niets één grote groeiende supersymmetrische trillende eenheidsbol(EB) ontwikkeld het “iets” met het overblijvende niets errond. Het iets in de eenheidsbol(EB) is opgebouwd met de meest elementaire eenheidstrillingen welke eigenlijk ook zeer kleine eenheidsbolletjes (eb) zijn. Zij liggen gerangschikt volgens de stralen van een 3D bol en elk van de ebs heeft een intrinsiek trillingspatroon met een sinusverloop van -1 naar +1 wat eigenlijk tijd aangeeft en ruimte.
          We hebben dus 4D eenheidstrillingetjes in fase en gealigneerd in stralen. Het zijn in principe kleine veertjes met potentiële(x as) en kinetische energie(y as) die een resultantevector hebben in de z- richting met een hoeksnelheid van de lichtsnelheid(constante parameter als interferentieresultaat tussen het oneindig kleine met snelheid nul en het oneindig grote met snelheid oneindig) . Allemaal gebaseerd op de fysica dievwe kennen behalve misschien dat hier de kinetische energie ook een aparte kracht uitoefent. Een centripetale kracht van de potentiële energie en een expanderende kracht van de kinetische energie. Beiden vormen ten aller tijde een eenheidsbolletje (eb)van intrinsieke energie met tijd tik-1 tak+1 doordat de tangens pot/kin x kin/pot = 1. Het zijn compleet neutrale bewegingsenergiebolletjes)De totale energie is altijd 1 eenheidsvector laten we maar zeggen. Deze veertjes liggen gealigneerd als eenheidsvectoren in de fysische stralen van een 3D bol zodat we eigenlijk veer- snaarstralen krijgen. Waarom we precies een bolvorm krijgen is doordat het iets symmetrisch omringd wordt door het oneindige niets. Alle veer-snaarstralen wijzen naar één centraal punt namelijk het oneindig kleine en tegelijkertijd naar het oneindig grote.
          Omdat de trillingen tussen het niets en het iets symmetrisch vanuit het boloppervlak ontstaan lopen deze trillingen in twee richtingen volgens elke diameterstraal met knooppunten in het centrum en konooppunten op het boloppervlak.Alle eb’n overlappen elkaar tot aan hun midden zodat de n x straaleb’n = straal EB.
          Het resultaat hiervan is een STAANDE GOLFFORMATIE in elke veer-snaarstraal met een dubbele amplitude aan elke zijde van het centrum. Er is geen annihilatie of destructieve interferentie van de ganse EB omdat de spinmomenta inde z-richting van elk eb in tegengestelde richting draait zodat bij de absolute tijd aan de ene helft -1 en in de andere helft +1 wordt doorlopen. Elke bolhelft heeft dus voor elke halve tijdscyclus zijn dubbele amplitude.
          De totale energie van een EB is de optelling van al zijn eb’n met hun eigen intrinsieke energie.
          Doordat de eenheidsbol blijft groeien in het overblijvend niets moeten er veer-snaarstralen bijgetrokken worden met nieuwe eb’n. Dit is eigenlijk de DONKERE ENERGIE
          Wat we nog kunnen afleiden uit het model is dat LICHTSNELHEID CONSTANT en TIJD ABSOLUUT is en dat er door de 3D bolopbouw een NIET ABSOLUTE RUIMTELIJKE VARIATIE is opgetreden per tijdseenheid doordat de fysische veer-snaarstralen convergeren naar het centrum, dit is de DONKERE MATERIE ( toch één van de oorzaken van het effect dat wij observeren). Elke veer-snaarstraal die vertrekt vanaf het boloppervlak( laat ons de Plancklengte aannemen als de kleinste afmeting die we ons kunnen voorstellen) ondervindt per concentrischeschil(ook Plancklengte)een ruimteverkleining van de eb tov de oorspronkelijke eb met Plancklengte. Hoe langer de veer-snaar straal des te meer ruimteverkleiningen men kan vaststellen.
          En hoe groter de EB of heelal des te meer stralen maar ook des te meer parallelliteit van de stralen aan elkaar.
          Als men goed analyseert ziet men hier de VLAKHEID VAN HET RUIMTETIJD NET waarin wij met onze EB’n sterrenstelsels,sterren, planeten, overgeprojecteerd zijn. Het is een SECUNDAIR van EB’n dat geprojecteerd wordt over de Universele EB. Het secundair net maakt 5% uit van het totaal volume van de UEB omdat er bij elke straal die vertrekt vanaf het boloppervlak bij het niets om veertjes of eenheidstrillingen aan te maken een 5 % teveel aangemaakt wordt doordat het centrale punt van de EB met 4pir2 aantal eb’n overladen wordt. Deze extra neutrale eb’n worden in een later stadium materie (in quasars oa) en vormen een groot complex van leegtes met filamenten, nl de LARGE SCALE STRUCTURE
          HORIZONPROBLEEM wordt opgelost door de supersymmetrie van het geheel.
          MONOPOOLPROBLEEM bestaat niet doordat de tweede pijler van het universum de oneindige snelheid is van het niets en de concentrische schillen zijn van de EB die door de knooppunten gaan van de eenheidsveb’n
          Absolute tijd blijft gelden in de veer-snaarstralen van het ruimtetijd net met daarbovenop een interferentie van alle materie- EB’n met de ruimtetijd net kromming in elke kleine of grote materie EB.
          En als men verder analyseert ziet men de ZWAARTEKRACHT verscholen zitten in de verkleiningsfactor(G gravitatieconstante van Newton)

          Het weeral een korte beschrijving maar misschien kan je nu al een logische onderbouwing vrijwaren.
          🙂

          • Marc Opdebeeck zegt

            Aan Mies, en alle andere die mijn reacties hebben gevolgd. Vinden jullie deze samenvatting over de EENHEIDSBOL THEORIE voorlopig genoeg of hebben jullie nog vragen over een bepaald onderdeel.

            Het fysische NIETS bestaat uit een contrast tussen oneindig klein vertaald als potentiële centripetale component en oneindig groot vertaald als kinetische centrifugale component. Omdat oneindig nooit bereikt wordt kan men niet spreken van het bestaan ervan en ook alle tussenproducten die men zou kunnen bestempelen als het IETS kan men niet zien als bestaande dingen. Er is namelijk geen enkel moment van stabiele toestand hoe klein ook omdat tijd vloeiend is en niet in pakjes.( gevolg van oneindig lang bestaan van het universum).

            Onder deze omstandigheden ontwikkelt zich een supersymmetrisch referentierooster als trilling in de RUIMTE en de TIJD. Het resultaat is een 4D-BOL in staande golfformatie of resonantie met veer-snaarstralen van de potentiële component en loodrecht daarop de concentrische schillen van de kinetische component met een resultante harmonische periodieke beweging in de z-richting (-en +). Hoofdknooppunten van de staande golfformatie zijn de boloppervlakte van de EB en het centrum met golflengte 2R, resultaat van een n keer de natuurlijke frequentie waarvan de golflengte naar oneindig klein gaat(vloeiende tijd en een hoeksnelheid c lichtsnelheid)
            Dit is het PRIMAIR REFERENTIEROOSTER of RUIMTETIJD NET dat voortdurend expandeert met nieuwe veer-snaarstralen en schillen in en door het overgebleven oneindige niets en vormt de UNIVERSELE EENHEIDSBOL (UEB) die volledig neutraal is.

            De expansie met nieuwe veer-snaarstralen, getriggerd door de kinetische component in het niets, zorgt ervoor dat er een teveel van eenheidsboltrillingen zijn dooor de overlapping in het centrale knooppunt(5% van het totale aantal eb’n in de EB aanwezig). Dit overschot van neutrale eb’n met hun eigen intrinsieke energie bewegen zich translatief en angulair in het primairereferentierooster of ruimtetijd net
            en bezitten dus ook een externe bewegingsenergie. Zij zullen een SECUNDAIR REFERENTIEROOSTER vormen wat we kennen als we rondom kijken.

            De opbouw van dit model brengt een aantal fenomenen aan het licht zoals de zwaartekracht, materievorming, het donkere energie-effect, het donkere materie-effect, elektromagnetisme enz…

            De EB theorie is een nieuwe en unieke theorie die geen verwijzing heeft naar enige bestaande theorie. Echter verwijst het wel naar de grondbeginselen van de fysica vind ik en dan nog vooral naar de vele observaties in ons heelal. Er zijn natuurlijk wel overlappingen te vinden met sommige theorieën welke totnutoe bewezen hebben dat ze geen samenhangende verklaring konden bieden voor alle observaties.

            Arie, ik kan misschien toch beter de uiteenzetting van mijn theorie op astrocorner plaatsen, wat denk je?

        • @Marc

          “Eerst zou men moeten weten hoe het model in mekaar steekt met welke basiskrachten en bouwstenen.”

          Kortom ik moet een grote stapel lariekoek doorworstelen om je lariekoekberichten hier te kunnen begrijpen? Sorry hoor maar wat mij betreft ben je gewoon een spammer

          • Als Marc hier z’n theorie publiceert, zoals eerder al is aangeboden, moet die toetsbaar zijn aan andere theorieën, zoals de ART van Einstein. En vaag gedoe zoals “Zwaartekracht groeide en de deeltjes werden progressief naar het centrum geleid waar door “het donker materie effect” wat eigenlijk niet meer is als een compressie van de beschikbare ruimte voor dezelfde tijd” moet concreet in formules worden gevat. Neem dat van die ‘groeiende zwaartekracht’, dat moet helder zijn hoe dat gaat. Vanaf de oerknal? Vanaf welk moment, in welk tempo? Gaat die groei nog steeds door? Is de groei lokaal of universeel? Om te voorkomen dat iedere zin vele vragen oproept moet het gewoon in formules worden gevat, die het mogelijk maken voorspellingen te doen op basis van de theorie en dan de vergelijking te maken met andere theorieën.

          • Marc Opdebeeck zegt

            Als men mijn vorige reacties grondig leest dan zie je al de basiskrachten namelijk de centripetale potentiële en de centrifugale kinetische vectorcomponent met een 4D harmonische periodieke trilling in de z-richting met een hoeksnelheid c van het licht.

            De bouwstenen zijn eenheidsvectoren of eenheidsbolletjes met een intrinsieke hoeveelheid beweging met ruimte en tijd die gerangschikt liggen in stralen van een 3D bol en in staande golfformatie met knooppunten , het centrum en het boloppervlak van de eenheidsbol.

            Deze twee basiskrachten en fundamentele bouwstenen waren oneindig lang geleden aanwezig en ook nu nog spelen zij een hoofdrol.

            Ik heb toch nog een beschouwing bij het vinden van de juiste oplossing op een complex vraagstuk zoals het universum.
            Je kan het vergelijken met een groep studenten in een klas die een moeilijk vraagstuk moeten oplossen. Er is geen professor aanwezig die het antwoord weet. De studenten zelf moeten de juiste oplossing aanduiden. Iedereen mag afkijken en of samenwerken.
            Er komen al verschillende interessante oplossingen binnen en de groep kiest de beste eruit en neemt zelfs bepaalde theorieën aan als stelling.
            Nu komt er een volledig nieuwe oplossing met een nieuwe theorie binnen die zich niet beroept of verwijst naar de gangbare theorieën maar verklaart wel de meeste observaties in de natuur.
            De vraag is nu of deze nieuwe theorie de gangbare theorieën moet falsifiëren? Ik denk van niet.
            Zij moet wel de natuurverschijnselen verklaren met eenzelfde of beter resultaat, eventueel opneen heel andere manier onderbouwd.

          • @K.J.

            Ah, gelukkig. Ik dacht al dat ik de enige was, die het had opgegeven om al de lappen tekst door te worstelen. Teksten waarvoor ik, als ik de schrijver goed interpreteer, toch niet het juiste referentiekader bezit.
            Ik vrees dat als de heer Opdebeeck zijn zin krijgt, niet allen de fisica maar ook de mathematica moet worden herschreven…

            ’t Is mij voorlopig een brug te ver: ik lees het wel als Arie over enige tijd een blog wijdt aan de inzichten van de dan inmiddels alom bekende Nobelprijswinnaar M. Opdebeeck. 😉
            En ik me dan inmiddels de ogen uit de kop schaam.

            Groet, Paul 😀 😀

  5. Zoals Feynman het mooi zei: “whatever way it comes out it’s nature, it’s there, and she’s going to come out the way she is.”

  6. Marc, je kent ons standpunt, dus ik hoef dat niet te herhalen.

    • Marc Opdebeeck zegt

      Arie, ik kan mij wel niet inloggen.
      Jetpack heeft mijn Ip adres geblokkeerd. Was dat de bedoeling of wat moet ik doen?
      Nu kan ik niet publiceren op astrocorner.
      🙂

  7. Marc, je kan flarden van je theorie blijven noemen, maar dat schiet natuurlijk niet op, het levert continu nieuwe vragen op. Als je je volledige theorie publiceert (in de Astrocorner, op ViXra of waar dan ook) moet die zoals eerder gezegd toetsbaar zijn. Je beweert een betere theorie dan Albert Einstein’s Algemene Relativiteitstheorie te hebben, dus de voorspellingen die jouw theorie doet moeten beter zijn dan die van de ART (talloze experimenten waarbij de ART succesvol getest werd kan je hier zien). Ik geef je één voorbeeld om het concreet te maken. Van pulsar PSR B1913+16, die deel uitmaakt van een dubbelstersysteem, konden in 1974 Hulse en Taylor een afname meten in de periode van de omwenteling van de pulsar. Per jaar blijkt de omwentelingsperiode 76,5 milliseconden kleiner te worden, iets wat exact voorspeld wordt door de ART (zie deze blog). Kijk je naar cijfers achter de komma dan zou de ART wellicht 76,531 milliseconde voorspellen, terwijl de waargenomen afname bijvoorbeeld 76,533 is, dus iets afwijkend van de ART. Jouw theorie moet dan die waargenomen waarde voorspellen. Als je dat lukt is jou theorie verifieerbaar en kunnen we ‘m naast de waarnemingen leggen. Dat lijstje met testen laat zien dat er heel veel voorbeelden zijn, waarop de ART voorspellingen doet. Eh… wat de blokkade van Jetpack betreft: ik zal even kijken hoe dat op te lossen is, zal iets technisch zijn.

    • Marc Opdebeeck zegt

      Dank je Arie om te kijken naar de jetpack blokkade.

      Maar begrijp mij niet verkeerd. Ik wil niet, zoals ik hierboven al vermeld heb, alle bestaande theorieën falsifiëren zoals de ART-formule van Einstein over de ruimtetijdkromming.
      Ik probeer gewoon een beter model te bieden die als basis kan dienen voor zulke formules. Trouwens de ART theorie is geen volledige theorie die het ontstaan van het heelal of materie of massa beschrijft. Het is een theorie die zich baseert op de BB theorie en vertelt niet hoe zwaartekracht werkt , met gravitonen of zonder. Gelijkaardig aan de wet van Newton die ook niet verklaart hoe de zwaartekracht werkt. Er is een verschil tussen een theorie en een wet. Wetten met formules kunnen een exact resultaat weergeven (zoals die van Einstein en van Newton in de meeste niet relativistische gevallen) maar ze geven nog geen verduidelijking hoe het mechanisme werkt. Ze leggen ook geen verband tussen de microscopische kwantumwereld en zwaartekracht op macroscopische schaal.

      Als je de volledige theorie wil volgen zal je zien hoe zwaartekracht kan groeien en hoe stervorming precies ontstaat en de zwaartekracht zich ontwikkelt. En waarom eerst planeten en dan zonnen gemaakt worden.
      En dat het donker materie effect niet alleen een compressie is van ruimte per tijd maar dat het ook effect heeft op de kinetische orbitale beweging van de massa’s van het ganse systeem. En de werking op EM golven die het systeem passeren.
      Ik heb die conclusies niet verzonnen maar het zijn pure afleidingen van het onderliggend model van de EENHEIDSBOL THEORIE

      • Je wilt het niet begrijpen. Er wordt gevraagd of jouw theorie een betere voorspelling doet/kan doen m.b.t. de afname van de omwentelingssnelheid van pulsar PSR B1913+16 dan ART. Wat, d.w.z. welke waarde, voorspelt jouw theorie? Dat heeft met “alle bestaande theorieën falsifiëren” niets te maken, maar alles met aantonen dat jouw theorie alvast “één observatie in de natuur kan verklaren”, als ik je eigen woorden even ‘mag’ parafraseren. Geen woordenbrij, maar cijfers en/of berekeningen graag: welke waarde voorspelt jouw theorie en hoe bereken je die?

        • Marc Opdebeeck zegt

          Nee mijn theorie doet geen betere voorspelling dan de formules van de ART maar biedt wel een beter samenhangend model waarin die formules beter passen. Tegelijkertijd verklaart het beter de natuurlijke verschijnselen.

          Mijn theorie heeft tientallen voorspellingen voor toekomstige observaties maar ik zal voor de gemakkelijkheid deze nemen van het dubbelstersysteem.
          Mijn theorie zegt dat de twee eenheidsbollen met hun halo elkaar overlappen en dus ook hun zwaartekrachtsysteem.
          1)Als twee sterren of planeten elkaar zo dicht genaderd zijn dan ondervinden beide massa’s een directe zwaartekracht van elkaar waardoor ze verder naar elkaar toe zullen bewegendat is niet zo bij zon en planeet of planeet en maan waar de twee massa’s in de meeste gevallen uit elkaar gedreven worden)
          2) Het binair stelsel zal sneller roteren met kleinere periode rond een gemeenschappelijk barycenter waar de zwaartekracht (niet de totale zwaartekracht van beide massa’s) zich zal verhogen naar het barycenter en worden de eerder onafhankelijke eenheidsbol EB 1 en eenheidsbolEB2 verenigd tot een gemeenschappelijk EB1,EB2-systeem met barycenter of zwaartekrachtcentrum tussen hun in.
          3) directe zwaartekrachtgolven of gravitatiegolven kunnen in dit geval niet gemeten worden omdat de gemeten LIGO zwaartekrachtgolven geen golven zijn die voor de zwaartekracht instaan maar zijn schokgolven die een verandering van massa( een grote hoeveelheid) weergeven in een EB zoals bij neutronensterren die overgaan naar zwarte gaten. Hier verdwijnt een zeer grote hoeveelheid massa als E=mc2 vanuit het referentierooster van de EB naar het Universeel Primair referentierooster. In dit geval is er nog geen spectaculair massaverlies waargenomen.

          Merk op dat mijn theorie een ander kader schept dan de huidige theorieën waaruit verschillende afleidingen kunnen getrokken worden.
          Bepaalde wetten en formules van bepaalde theorieën gelden ook in mijn model.

          • Marc Opdebeeck zegt

            Het voordeel van een goed theoretisch model is dat men redelijk ver kan gaan met voorspellingen in bijna alle richtingen. Naar het microscopische of het macroscopische, in het verleden of in de toekomst.

            Ik zal nog even verder gaan met voorspellingen van natuuurfenomenen op vlak van de zwaartekracht en het belang van een goed model bewijzen. Eenmaal men een goed universeel model heeft kan men formules schrijven in de verschillende departementen en niet omgekeerd , wat veel gedacht wordt bij wiskundigen.

            4) binaire stelsels zoals deze hierboven geraken meer en meer afhankelijk van het gemeenschappelijk zwaartepunt van EB1,EB2-systeem met een verdeling van de potentiële en de kinetische krachtvectoren.De natuur houdt namelijk rekening met twee bolhelten als ware het een two-body problem. In dit voorbeeld is dat eenvoudig te zien maar dat geldt ook voor sterrenstelsels en ons zonnestelsel bijvoorbeeld. De krachten worden worden opgedeeld door de fictieve loodrechte op de as tussen beide EB’n in twee bolhelften waar de totale zwaartekracht van beiden in elke straal van de EB1EB2 te vinden is met een supersymmetrische opdeling van de helft van de volledige kinetische energie aan elke kant of een halve zwaartekracht van EB1EB2 aan elke kant. Hieruit volgt het behoud van momentum natuurlijk rond het gemeenschappelijk centrum. Men kan deze symmetrische situatie ook overal vaststellen in galaxies.

            5) zwaartekracht is oneindig snel. Men kan oneindige snelheid niet meten maar wel afleiden als men een goed model heeft.

            6) zwaartekracht is eindig en gaat via de bolstralen met volledige capaciteit , alsof de massa zich in het gemeenschappelijk centrum zou bevinden, tot op de boloppervlakte van de EB1EB2, In alle punten van de boloppervlakte bevinden zich knooppunten door interferentie met het primaire ruimtetijdnet. Ook het centrum is een knooppunt met destructieve interferentie met het ruimtetijdnet.

            7) de verdeling van zwaartekracht als potentiële energie en kinetische energie in twee bolhelften zorgt bijvoorbeeld in ons zonnestelsel ervoor dat het magnetisch veld drastisch daalt als de grootste planeten zich in één bolhelft bevinden. ( Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus) Vanwege hun indirecte zwaartekracht die zij uitoefenen op de zon ontstaat er een verdeling van kinetische energie met hun respectievelijke massa’s rond het barycenter van het volledige zonnestelsel. De veranderde getijdenkrachten zorgen ervoor dat de zonnevlekken wegvallen omdat de periodieke spoelring beweging in het zonneplasma verstoord wordt.

            8) Door de daling in het magnetisch veld van onze zon is ook het magnetisch veld van onze dipolische aarde gaan dalen door de verwerking van veranderende externe torkkrachten in de lavazone die een verstoring teweegbrengen in de cyclische toroidale spoelbeweging. De inwendige veranderende lavastromen zorgen er ook voor dat de massaverdeling anders is in het directe zwaartekrachtveld van de zon met tectonische activiteit tot gevolg. Meer aardbevingen en vulkaanuitbarstingen in de volgende jaren.

            9) door de betere kennis van de zwaartekrachtwerking met effecten op onze zon en op onze aarde kan men voorspellen dat we in een kleine ijstijd zullen terecht komen.

            10) zwaartekracht zal door zijn effect op het magnetisch veld ook effect hebben op de kosmische straling en op de wolkenvorming

            Dit zijn allemaal voorspellingen die kunnen gecheckt worden nu of in de nabije toekomst.
            Het voordeel van een goed theoretisch model gaat boven de wiskundige formules voor elke subdivisie vind ik.

  8. Jermaine Van der Meer zegt

    Dag allen.

    Ik heb ondanks dat ik deze site al zo’n 5 à 7 jaar (misschien langer bezoek) nog nooit gereageerd op een der berichten van dit forum, dit vanwege het feit omdat ik vooral benieuwd was naar individuele visies op de huidige wetenschap waar veelal het positieve fenomeen ‘het ouf of the box’ denken uit voort komt. Desondanks zit ik al een hele tijd met stijgende verbazing te kijken naar de vele artikelen over donkere energie, donkere materie, aliens, het zakken door neutrinovloeren en andere nonsens en onzin waar astroblogs inmiddels vol mee staat.

    Ondanks dat ik dit wenkbrauw fronsend en tandenknarsend gade heb geslagen de afgelopen tijd (ik had me eigen immers opgedragen nooit op dit blog te reageren), heb ik nu toch besloten mijn zorgen te uiten. Ondanks dat ik de theoretische uiteenzettingen van Mijnheer Opdebeeck ook niet altijd helemaal begrijp (dat kan overigens ook aan mij liggen), vind ik persoonlijk dat Mijnheer opdebeeck zich zeer inspant om een constructieve bijdrage te leveren aan de discussies van astroblogs.

    Ik vind het dan ook stuitend te moeten constateren dat zoals ik eerder al schreef op de site van Astroblogs vrijwel alleen nog maar word geschreven over DM, DE, Aliens, neutrinovloeren die doorzakken en andere onzin en juist in dat licht juist Mijnheer Opdebeeck zo te kakken word gezet en zelfs als spammer word uitgemaakt. Voorts moet ik met leedwezen constateren dat de mensen hier op astroblogs nogal vol zijn van zichzelf, doch ik denk dus dat dit n.a.v. mijn voornoemde stelling niet terecht is en ik denk dan ook dat de mensen die zich hier op deze blog zo respectloos uitlaten over mensen die constructief proberen mee te denken zich vooral zelf zouden moeten schamen dat er hier de laatste jaren zoveel bagger onzin over o.a. DM en DE e.d. naar voren komt.

    Als we het dan toch over technische formules hebben, men weet dat massa en energie vervat kunnen worden in e=mc2 en men kan M en E zowel dus in een formule definiëren als dat men E en M als losse dingen kan zien en zodoende ook als zodanig rationeel kan waarnemen. Doch bij termen als donkere energie en donkere materie gaat dit niet op, ze kunnen niet gedefinieerd worden omdat ze ondanks dat ze wel verondersteld worden aanwezig te zijn nog simpelweg niet zijn gevonden!

    Afèn 96% (74% DE en 22% DM) van het universum is ons nog onbekend en kunnen wij zodoende het onbekende nog niet in formules vervatten, zodoende is mijn advies aan de leden van dit forum om minder vol te zijn van zichzelf en zelf maar eens met verifieerbare formules te komen die de mensheid kan helpen met de overige 96% van de oplossing in plaats van mensen als Mijnheer Opdebeeck belachelijk te maken met teksten als ‘ik schaam me de ogen uit het hoofd’ en ‘ik vind je maar een ordinaire spammer’ terwijl die een constructieve bijdrage trachten te leveren op dit forum. Dus kort samengevat men kan zich net als Mijnheer Nouwen bezighouden met het intergalactisch gas (3,6%) of met de sterren en pulsars (0,4%) maar het zou mij meer deugd doen als Mijnheer Nouwen en zijn kompanen mij en Mijnheer Opdebeeck de les zouden gaan lezen over de overige 96% waar tot nu toe alleen maar onzin berichten hier op dit forum over worden geplaatst.

    Uiteindelijk heb de lokale Brabantse dorpsheiligen in mijn omgeving meer bewijskracht dan de donkere energie en de donkere materie samen, met als belangrijk verschil dat van de meeste van onze lokale Brabantse dorpsheiligen het bestaan inmiddels reeds bewezen is, dit in tegenstelling tot donkere materie en donkere energie.

    En omdat de formules op zijn maar er toch nog wat bewezen moet worden, zie de link van een van onze lokale dorpsheiligen: https://nl.wikipedia.org/wiki/Oda_van_Brabant

    Ervan uitgaande u voldoende geïnformeerd te hebben.

    Hoogachtend,

    Jermaine Van der Meer

    • Hallo Jermaine, bedankt voor je lange reactie. Ik kan er ook een heel lang antwoord aan wijden, maar ik beperk mij even tot jouw constatering dat de theoretische uiteenzettingen van Mark Opdebeeck hier niet met vreugde worden ontvangen (met een variatie van bewoordingen). Op zich is die constatering juist, we staan niet te juichen om z’n claims, die volgens eigen zeggen inhouden dat hij het beter weet dan Newton en Einstein. Maar heb je ook meegekregen waarom we niet enthousiast zijn? Heb je gelezen dat we héél vaak om z’n complete uiteenzetting hebben gevraagd, zodat we het kunnen toetsen en de voorspellingen die hij doet ten aanzien van bijvoorbeeld de zwaartekracht in extreme systemen met neutronensterren kunnen verifiëren aan de hand van de waarnemingen? Maar daar is hij ondanks alle herhaalde verzoeken niet aan toe gekomen. Big claims need big proofs’ luidt het bekende gezegde. Uit de flarden van z’n theorieén die we tot nu toe kregen te zien kunnen wij geen wegwijs worden, dus we zijn nog steeds afwachtend van z’n volledige theorie. Jij toch ook?

      • Jermaine Van der Meer zegt

        Geachte Mijnheer Nouwen.

        Dank voor uw reactie, onder referte aan uw antwoord wil ik u aangeven dat de al dan niet kloppende claims van Mijnheer Opdebeeck in schril contrast staan met de vele onderwerpen die aan de donkere magie zijn geweid alhier op dit forum. Ik kan u Mijnheer Nouwen met terugwerkende kracht en ook bij de komende forumonderwerpen over donkere en duistere magie om de achterliggende formules vragen doch die zijn er niet daar DE en DM nog nimmer zijn ontdekt.

        Ik ga verder niet op alle zaken in, het citaat van Mijnheer Opdebeeck volstaat naar mijn inziens voldoende “Nee mijn theorie doet geen betere voorspelling dan de formules van de ART”

        Big claims needs big proofs, inderdaad en zodoende wil ik u Mijnheer Nouwen het advies geven dat als u de spanning niet meer aan kunt en niet meer op de formules van Mijnheer Opdebeeck kunt wachten, om dan toch alsnog zelf alvast de formules over de big claims van de donkere duistere magie te schrijven (u lost dan als enigste 96% procent van het probleem zelf al op).

        Ik zie ze graag tegemoet uw formules Mijnheer Nouwen, mocht u door omstandigheden desondanks niet in de gelegenheid zijn de formules over de nog niet gevonden DE en DM te schrijven, bij deze dan het geheel vrijblijvende advies om er dan ook maar niet meer over te posten totdat ze gevonden zijn. De spanning neemt anders ook teveel bij mij toe, dank voor uw begrip.

        Ervan uitgaande uw voldoende geïnformeerd te hebben.

        Hoogachtend,

        Jermaine Van der Meer

        • Geachte mevrouw van der Meer, ik stel voor dat u zelf een website maakt i.p.v. kritiek te leveren en de webmaster te verzoeken om censuur in te stellen op onderwerpen en reagerende forum gasten. Aan Ad homoniem discussies doe ik zelden mee, voor u maak ik een uitzondering. DE en DM zijn slechts benamingen voor fenomenen die al knetterhard bewezen zijn, de versnelde expansie van het heelal en de rotatie snelheid van sterrenstelsels middels Doppler waarnemingen, gedaan door gerenommeerde onderzoekers (w.o. Nobelprijs winnaars) en bevestigd door vele anderen. De zoektocht gaat door totdat er een verklaring voor gevonden word en dat is helaas vooralsnog niet de onbewezen visie van de heer Opdebeeck omdat goede argumentatie (nog steeds) achterwege blijft.

  9. Jermaine Van der Meer zegt

    Ik zie dat mijn vrouwelijke kanten sterk naar voren komen hier op het forum, ben ik nog maar bij mijn 3e reactie en dan word er nu al ’n vrouwke van me gemaakt. verder is het nogal een onsamenhangend verhaal van Nico, het is een kaaihard bewezen verhaal maar de zoektocht gaat toch door met als toevoeging dat de oplossing van de zoektocht naar hetgeen al reeds knetterhard bewezen vooralsnog niet verwacht word van Mijnheer Opdebeeck.

    Dus Nico denk nog maar eens ’n paar keer goed diep na en schrijf dan je reactie opnieuw, dit komt Ab imo pectore.

    Hoogachtend,

    Jermaine Van der Meer
    (doet niet aan censuur)

Speak Your Mind

*