Door röntgenonderzoek aan 365 clusters van sterrenstelsels én 26.000 ‘Active Galactic Nuclei’ (AGN), de kernen van sterrenstelsels waar zich zeer actieve superzware zwarte gaten bevinden, heeft de Europese XMM-Newton röntgensatelliet informatie verzameld over de kosmologische parameters. Met die parameters, waarvan hét kosmologische model dat het meest gangbaar is het ΛCDM model (met donkere energie in de vorm van de Kosmologische constante Λ en donkere materie, CDM, cold dark matter) – er zes heeft, kunnen de sterrenkundigen de evolutie van materie in het heelal volgen. XMM-Newton doet dat in de zogeheten XXL Survey en de batch van de 365 clusters en 26.000 AGN is de tweede gepubliceerde dataset, de eerste met 100 clusters en 1000 AGN verscheen in 2015.
De waarnemingen bevestigen het ΛCDM model, al is er één verschil geconstateerd met de theorie. Eerder gedane waarnemingen met de Planck satelliet aan de kosmische microgolf-achtergrondstraling, het restant aan straling van de hete oerknal, gaven een indicatie van de hoeveelheid clusters die zich in het vroege heelal vormden en die vandaag de dag nog steeds zouden bestaan. Wat blijkt: het aantal met XMM-Newton waargenomen clusters is minder dan de theoretische voorspelling op basis van de Planck data. Mmmmm, een verschil met de Planck gegevens, waar heb ik dat eerder gehoord? Op basis van de waarnemingen van XMM-Newton met de XXL Survey zijn er twintig wetenschappelijke artikelen verschenen een speciaal nummer van Astronomy & Astrophysics, waarvan sommige artikelen gratis te downloaden zijn.