De ontdekking van een exomaan bij een exoplaneet, Kepler-1625b-i bij de planeet Kepler-1625b, heeft de vraag nieuw leven ingeblazen of manen ook zelf manen kunnen hebben. Kepler-1625b-i is een enorme maan, zo groot als Neptunus ongeveer, dus als ze zo groot kunnen worden kan je je afvragen of zij niet zelf ook manen kunnen hebben.
Voor zover bekend hebben de manen in ons eigen zonnestelsel – op dit moment voor zover bekend 194 stuks – géén manen. De sterrenkundigen Juna Kollmeier (Carnegie Instituut, Washington) en Sean Raymond (Universiteit van Bordeaux) hebben nu onderzoek gedaan naar de theoretische mogelijkheid van ‘maanmanen’ of ‘submanen’, zoals manen van manen worden genoemd. In een op de ArXiv verschenen artikel kwamen ze met dit resultaat: het is mogelijk dat manen kleine manen kunnen hebben (pakweg tien km in straal), maar alleen als de maan zich ver van de planeet bevindt en als de maan groot is. Als de maan te klein is of te dicht bij de planeet staat wordt de maanmaan door de getijdewerking uit elkaar getrokken of weggeschoten, de ruimte in. In theorie zou volgens de twee sterrenkundigen onze eigen maan ook een maantje kunnen hebben.
Er zijn in het zonnestelsel al systemen, die afwijken van het reguliere planeet-maan concept. Zo vormen de dwergplaneet Pluto en z’n ‘maan’ Charon eigenlijk een dubbel-dwergplaneet, omdat het gemeenschappelijk zwaartepunt van deze twee zich buiten Pluto bevindt. En om dit systeem draaien dan weer diverse kleine maantjes (zie de afbeelding bovenaan). En dan heb je nog het ‘47171 Lempo systeem’: een dubbele planetoïde, waar weer een klein maantje omheen draait. Nou kijken of er een echte maan gevonden kan worden in ons zonnestelsel die zelf een maan heeft. Bron: Gizmodo.
Speak Your Mind