Sterrenkundigen hebben in de groep sterrenstelsels rondom het sterrenstelsel NGC 1052 opnieuw een ‘ultradiffuus’ sterrenstelsel ontdekt dat geen donkere materie lijkt te bevatten. Pieter van Dokkum in zijn collega’s bestudeerden de gegevens van zeven bolvormige sterrenhopen rondom NGC 1052-DF4, zoals het lichtzwakke sterrenstelsel heet (DF staat voor ‘Dragonfly’, de telescoop waarmee de waarnemingen zijn gedaan), en hun analyse leverde hetzelfde resultaat op dat ze eerder ook vonden bij een ander ultradiffuus stelsel uit diezelfde groep, NGC 1052-DF2, namelijk dat de bolhopen een zeer lage snelheidsdispersie vertonen. Dat klinkt ingewikkelder dan het is. Het betekent niets anders dan dat de verspreiding van de snelheden van de bolhopen (van de laagste tot en met de hoogste snelheden) rondom het centrum van het stelsel erg klein is, dat wil zeggen dat alle zeven door de Keck I telescoop op Hawaï waargenomen bolhopen zo’n beetje dezelfde snelheid hebben (zie de grafiek onderaan, linksboven de dispersie van NGC 1052-DF4, daaronder die van NGC 1052-DF2).
Bij NGC 1052-DF2 had men ook al zo’n lage snelheidsdispersie waargenomen, toen bij tien bolhopen (zie de afbeelding hieronder). Volgens Van Dokkum et al kan zo’n lage dispersie maar op één manier verklaard worden: de sterrenstelsels waar de bolhopen omheen draaien hebben geen of heel weinig donkere materie. Op basis van die snelheden kon men namelijk de zogeheten dynamische massa bepalen van NGC 1052-DF4, dat is de totale massa (donkere materie plus gewone materie). Vervolgens bleek de massa van gas en sterren van het stelsel – zeg maar de ‘gewone materie’ van het stelsel – net zoveel te zijn als die totale massa. En dat betekent dat er in dit ‘luchtige’ sterrenstelsel geen of heel weinig donkere materie zit.
Dat was dus eerder ook waargenomen bij NGC 1052-DF2, een waarneming én conclusie die een felle discussie heeft opgeleverd en die daarom ook een plekje in mijn overzicht met debatten heeft gekregen. Van Dokkum denkt dat de ontdekking van het tweede donkere materieloze sterrenstelsel in de NGC 1052 groep betekent dat NGC 1052-DF2 géén alleenstaand geval is, maar dat er kennelijk een klasse van dergelijke stelsels is. Nou, reken er maar op dat die stelling vast weer de nodige discussie zal gaan opleveren. Wordt vervolgd. Hier is het vakartikel over de waarnemingen aan NGC 1052-DF4. Bron: Arxiver.
Hoi Arie,
Je site past sinds een paar dagen niet meer op het scherm van m’n Android smartphone. Doe ik iets verkeerd?
Groet,
Rob van der Meer.
Je smartphone zou de AMP versie moeten detecteren. Dan kom je bij http://www.astroblogs.nl/amp uit. Die is beter leesbaar op smartphones en tablets.
“Volgens Van Dokkum et al kan zo’n lage dispersie maar op één manier verklaard worden” Dat is wel erg kort door de bocht, natuurlijk zijn er vast meer oplossingen te bedenken. De verdeling van DM in een bol is wellicht zo homogeen t.o.v. platte sterrenstelsels dat daarom juist de dispersie zo constant is. Vervolgens bepaalt men de totale massa op basis van een isotrope verdeling van deze DM. Dit doet niets af aan de constatering van de afwijkende dispersie dat op zich een belangrijke ontdekking is voor de verklaring van DM. Vooralsnog was het gangbare idee dat gewone massa en DM onlosmakelijk met elkaar verbonden waren dacht ik zo, dus is er vast nòg een manier om deze vondst te verklaren.
Je moet wel even buiten de box denken voor mijn persoonlijk suggesties voor het NGC 1052 fenomeen.
Het is volgens mij een voorbeeld van de door mij voorgestelde alternatieve dark matter black hole fysica beschreven in een serie essays.
zie: http://vixra.org/author/leo_vuyk
Meer in detail, zie: “The Dark Matter absence Mystery of NGC 1052 DF2 (and DF4) solved by triple grouping of black holes?”
https://bigbang-entanglement.blogspot.com/2018/03/the-dark-matter-absence-mystery-of-ngc.html
Ik realiseer mij dat ik met de vorige uitspraak tegen heilige huisjes trap, zoals de interpretatie van de Hawking straling rond een zwart gat.
Volgens mij bestaat die straling alleen uit plasma in de vorm van een schijf, die overgaat in twee jets.
Dat plasma wordt veroorzaakt door Casimir vacuum zwaartekracht verpulverde materie, die echter de Zwart Gat (ZG) horizon niet over kan komen. Hoe kan dat? I.m.o. omdat materie bestaat uit spinnende stijve strings die zo sterk worden gepolariseerd, door de donkere Casimir energie van het oscilerende vacuum veld dat het plasma zich van de horizon afkeert.
Ik baseer mijn model dus op een string theorie
Dus een electron stel ik voor als een echt stijf propellertje met bijvoorbeeld een linkse- ipv een rechtse spoed.
Een positron moet dan een rechtse spoed hebben , logisch toch?
zie: Tidal Star Disruption Events (TDE) by Fermion Repelling Black Holes in Quantum FFF Theory.
http://vixra.org/pdf/1805.0541v1.pdf
Zie bijvoorbeeld figuur 5 waar de fermion repulsion zone rondom het zwarte gat is verklaard.
Ik haat de string theorie met al die 25+ onnavolgbare dimensies.
Sheldon Cooper gelooft er ook al niet meer in.
Nico, ik zie geen reden tot bezorgdheid indien die dimensies kleiner dan de Planck schaal zijn en de verschillende vormen van mogelijk slechts een moeder deeltje ,
zie , http://vixra.org/pdf/1103.0002v4.pdf