Site pictogram Astroblogs

Onze vroegste voorouders gingen wellicht rechtop lopen door… supernovae

SN 2006gy is the brightest stellar explosion ever recorded and may be a long-sought new type of supernova, according to observations by NASA's Chandra X-ray Observatory (bottom right panel) and ground-based optical telescopes (bottom left). This discovery indicates that violent explosions of extremely massive stars, depicted in the artist's illustration (top panel), were relatively common in the early universe. These data also suggest that a similar explosion may be ready to go off in our own Galaxy.

Voorstelling van een supernova. Credit; NASA/CXC/M.Weiss

Voorstelling van een supernova. Credit: © Martin Capek / Adobe Stock[/caption]

Twee onderzoekers van de Universiteiten van Kansas en Washburn – Adrian Melott resp. Brian Thomas – denken na bestudering van oeroude geologische gesteentelagen aanwijzingen te hebben gevonden dat onze vroegste voorouders mogelijk rechtop gingen lopen als gevolg van nabije supernovae. Die bestookten de aarde vanaf acht miljoen jaar geleden met een kosmische regen van hoogenergetische deeltjes, een regen die 2,6 miljoen jaar geleden een piek bereikte. Onze voorouders zaten toen nog als aapachtigen in de tropische bossen rond de evenaar, maar dat veranderde als gevolg van de gebeurtenissen die volgden op die kosmische regen. Want daardoor kwam er in het onderste deel van de atmosfeer door ionisatie een lawine aan elektronen, die op hun beurt zorgden voor een enorme toename van onweer en bliksem. Dat zorgde op haar beurt weer voor een wereldwijde toename van bosbranden, die de aapachtige hominiden in de bossen noodzaakten om de meer open savannes op te zoeken. Daar zijn de bomen veel schaarser en moesten de hominiden grotere afstanden snel af kunnen leggen. Om gevaarlijke dieren tijdig te kunnen zien was het ook handig als de hominiden rechtop stonden en over het hoge gras konden kijken. Daar op de savannes in noordwest Afrika groeide de hominide uit tot ‘homo habilis‘. Melott en Thomas baseren zich voor hun theorie op de vondst van afzettingen van ijzer-60 in gesteentelagen die dateren van het Plioceen tijdperk tot de late ijstijden. Dat isotoop van ijzer zou afkomstig zijn van supernovae, die plaatsvonden tussen 163 en 326 lichtjaar van ons vandaan. Ook vonden ze veel koolstofafzettingen, wijzend op grote branden die toen moeten hebben plaatsgevonden. Hier het vakartikel over het onderzoek. Bron: Universiteit van Kansas.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten