De InSight lander van de NASA, die al sinds december op Mars bivakkeert, heeft een instrument dat officieel de Heat Flow and Physical Properties Package (HP³) heet en dat een soort van boor is, ook wel een ‘mole hammer’ genoemd – een instrument om de temperatuur en het warmte-geleidende vermogen van de ondergrond van Mars te gaan meten En dat ding zit vast, moervast. In februari is dat ding gaan ‘boren’ in de grond – nou ja boren, het is meer een soort van hameren – en dat ging goed tot de 28e februari. Toen zat ‘ie op een diepte van 30 cm en dat was het dan, verder ging ‘ie niet. Maar dat was niet de bedoeling, want het plan was dat tot een diepte van 3 tot 4,5 meter diepte zou worden geboord.
Zo ver kwam ‘ie dus niet. In eerste instantie werd gedacht dat het kwam door hard gesteente, waar de ‘mol’ op gestuit was, maar technici zijn inmiddels van mening dat het meer de soort grond is waardoor de boor niet verder komt. En het probleem is dat de mol niet weer terug omhoog kan, dus is de vraag hoe ‘ie zo goed mogelijk verder kan boren. NASA’s Jet Propulsion Laboratory (JPL) denkt dat die grond te weinig wrijving geeft om de mol z’n werk te laten doen, aldus dit persbericht. En dus willen ze nu gebruik maken van de robotarm van inSight om die wrijving te stimuleren. Met de robotarm willen ze daartoe op de grond gaan drukken om daarmee de wrijving te verhogen en dan hopen ze dat daarmee de mol weer verder kan hameren en dieper de grond in kan gaan. Dat moet allemaal later deze maand van start gaan. Nou, we wachten het af. Bron: DLR.
Speak Your Mind