29 maart 2024

Over Apollo 11 astronaut Neil A. Armstrong én zijn onvoltooide manuscript

In de fraaie introductie van Neil Armstrongs biografie ‘First Man‘ geschreven door emeritus geschiedenis professor James R. Hansen (1e ed. 2005) stipt Hansen vooreerst, nog voordat hij overgaat het chronologisch levensverhaal van Armstrong als astronaut en commandant van de Apollo 11 missie te vertellen, een aantal in het oog springende kenmerken aan betreffende de persoon Neil Armstrong (Wapakoneta, Ohio 5 augustus 1930 – Cincinnati, 25 augustus 2012). Het levensverhaal dat ruim 600 bladzijden in beslag neemt en dat Hansen samenstelde aan de hand van de honderden mails die hij ontving en de gesprekken die hij met Armstrong voerde, oppert in de introductie o.a. dat wat zo kenmerkend was aan zijn karakter en bijgedragen heeft tot zijn prachtige carrière als ingenieur, marinevlieger en astronaut. Vooreerst noemt Hansen Armstrongs grote toewijding en diep gevoel van plichtsbesef. Bijvoorbeeld, zo stelt Hansen, tussen het verschijnen van de eerste druk van ‘First Man’ uit 2005 en tot zijn overlijden in 2012, toen de paperback editie verscheen, legde Armstrong nog duizenden kilometers wereldwijd af om aan allerlei uitnodigingen en plichtplegingen te voldoen. Inmiddels al ver over de zeventig jaar oud, reisde Armstrong, vaak in gezelschap van andere Apollo astronauten, o.a. langs 15 VS troepen bases in acht verschillende landen waaronder Afghanistan. Verder, zo benadrukt Hansen, is in het oog springend dat Neil Armstrong als kind, vooreerst een grote passie voor vliegen en vliegtuigen toonde. Zijn belangstelling begon niet zozeer met bijvoorbeeld het lezen van sciencefiction of het dromen over maanreizen maar kenmerkte zich vooral door een grote belangstelling voor de luchtvaart en alles daaromheen. Een citaat hierover; “In First Man, I had emphasized how Neil as a boy had been all about airplanes, not about fanciful tales about rockets and space voyages from sciencefiction literature. He moved from air to space becasuse the technology of flight was making that transition in the 1950s just as he was coming out of engineering school and becoming a testpilot. But his first love, and his last love, was airplanes. In his mind, first and foremost he was an avaiator, one who happened to pilot the first craft onto the Moon but who had flown all kinds of vehicles that set record firsts.” In Wapakoneta* waar Armstrong een deel van zijn jeugd doorbracht beleefde hij zijn eerste vliegavonturen en was hij veel op het nabijgelegen vliegveld te vinden.

Neil Armstrong bij X-15, 1960 credits; Fineartamerica / Janelle Derger /Wikimedia Commons

Verder benadrukt Hansen dat Armstrong een enorme brede belangstelling toonde voor allerhande onderwerpen. Ik citeer; “There was hardly anything that did not interest him or arouse his curiosity. Everything he encountered raised questions for him to chew on, and he doggedly sought out the answers to all the questions, whether they be in book (he was a voracious reader) or in a study of the operations of nature. And he loved history, infusing historical examples in many of the speeches he gave throughout his career, especially as he grew older.” Ook licht Hansen Armstrongs grote bescheidenheid, kalmte en stoïcijnse aard toe. Dit kwam tot uiting, zeker o.a. na de Apollo maanreis vanwege zijn neiging om te veel media aandacht te vermijden, en stamde, zoals Hansen het verwoord, uit een soort vooruitziende blik van Armstrong die voorvoelde dat de impact van deze epische reis en grote prestatie – de eerste man op de maan te zetten en weer veilig terug naar aarde te brengen – misschien wel onverbiddelijk zou worden verminderd door de flagrante commercialiteit van onze moderne wereld, de overtollige vragen en lege praatjes. Armstrong, zo stelt Hansen, begreep meer als geen ander dat deze prestatie een prestatie was die de mensheid als geheel tot stand had gebracht.  Dit diep begrip, brede belangstelling, zijn kalmte en toewijding kwamen misschien wel het mooist tot uiting in het antwoord dat Armstrong gaf aan een, destijds zeer bekende journalist Norman Mailer. Mailer realiseerde zich als geen ander dat Armstrong geen ‘common hero’ was en zei hierover; “If they would insist on making him a hero, he would be a hero on terms he alone would make clear.” Kortom, Armstrong stelde de voorwaarden aan het etiket ‘held’ wat men hem wilde toebedelen. Op de grote media dag van 5 juli 1969 toen Aldrin, Collins en Armstrong achter een glazen pui een laatste persconferentie gaven en waar journalisten trachtten nog enige persoonlijke zaken uit de monden van de drie te ontlokken, verbijsterde Armstrong menig journalist met zijn antwoorden. Op de vraag, wat ze verder nog mee zouden nemen aan persoonlijke zaken naar de maan antwoordde Armstrong kalm en feitelijk volstrekt logisch in het perspectief van de missie gezien: “If I had a choice, I guess I would take more fuel.”

Onvoltooid manuscript

James R. Hansen, biograaf First Man credits; Spacefest X

Zoals hierboven aangestipt was Armstrong een gretig lezer over allerhande onderwerpen. Feitelijk had Armstrong in zijn jeugd al een soort eigen, in figuurlijke zin ‘Tranquillity Base’ gecreëerd waarop hij zich geregeld terugtrok om te lezen. Zijn zus June Armstrong Hoffman zegt hierover; “Neil read a lot as a child and that was his escape, it was not an escape from anything; it was an escape to something, into a world of imagination. As a boy he felt secure enough to risk escaping, because he knew, upon returning, he would be in a nice place.” Meer in letterlijke zin was zijn ‘zee van rust’ de achterbank van de auto. Die achterbank, bij de zoveelste verhuizing van zijn ouders, zijn vader Stephen was state accountant te Ohio en ze verhuisden 22 keer, was een van zijn favoriete plekken om een boek open te slaan. Enigszins verbaasd was ik dan ook toen ik in Hansens introductie las dat Armstrong aan een eigen boek bezig was. een soort bloemlezing van gedachten, en dit onvoltooide manuscript zal zich nog ergens moeten bevinden. Aannemelijk is het dat het manuscript in handen is en zal blijven van zijn naaste familie, en dat zij er nog niet mee naar buiten treden, of willen, of misschien wel nooit zullen komen. De film ‘First Man’, verscheen ook pas na Armstrongs overlijden wat zijn persoonlijke wens was. Verder, mocht het ooit zover komen lijkt mij deze zelfde biograaf van Armstrong, James Hansen, die de biografie zo secuur en uiterst gedetailleerd vorm heeft gegeven een aangewezen persoon om deze aantekeningen van gedachten te compileren en te redigeren. Misschien wel in samenwerking met zijn zoons en/of andere naaste vrienden, familie waarvan ook bij het tot stand komen van de film veel mee is samengewerkt voor informatie.  Mocht ik er meer over te weten komen, en ik kan mij voorstellen dat er een moment in de toekomst zal komen dat de aantekeningen tot een boek verwerkt gaan worden, dan zal ik het uiteraard via Astroblogs laten weten. Maar wees dus niet verrast als er over enkele jaren een boek van de hand van Neil A. Armstrong zelf in de winkel ligt. Hansen zegt hierover; “He was at work on a book mansucript at the time of his death; rather than an autobiography, it offered his studied reflections on many subjects, not all of them pertaining to flight. One can only hope that there will be a way to bring his book to fruition and to the worldwide audience that surely will be interested in reading it.” Bron; James R. Hansen; ‘First Man; the life of Neil. A. Armstrong’, Simon and Shuster, New York, 2012.

Share

Speak Your Mind

*