De laatste tijd was planetoïde 2006 QV89 in het nieuws, want er was een kleine, doch toch aanwezige kans van 1 op 7000 dat dit ruimterotsblok, dat een diameter van ergens tussen 20 en 50 meter heeft, op 9 september 2019 tegen de aarde zou knallen. Een kans van 1 op 7000, tsja, dan heb je al gauw een rijtje doemdenkers die opstaan en van alles aan rampen voorspellen. Echter, het goede nieuws is dat de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en het European Southern Observatory (ESO) hebben laten weten dat 2006 QV89 NIET tegen de aarde zal botsen en dat zeggen ze op basis van een waarneming, waarbij ze de planetoïde NIET hebben gezien. Ja je leest het goed, niet hebben gezien, een zogeheten non-detectie. 2006 QV89 werd in augustus 2006 en hij werd toen gedurende een periode van tien dagen waargenomen, eigenlijk te kort om een goede schatting van z’n baan te maken. Toen kwam men met die 1:7000 voorspelling, die op 9 september bij de dichtste nadering van 2006 QV89 zou plaatsvinden.
Na die tien dagen van waarnemen werd gedurende meer dan een decennium taal noch teken van 2006 QV89 gezien, nee sterker nog, tot op de dag van vandaag is er nog steeds géén teken van de planetoïde gezien. Maar nou komt het: op basis van de informatie van de waarnemingen in 2006 weten de sterrenkundigen waar ‘ie zich zou moeten bevinden áls ‘ie op een ramkoers met de aarde ligt. En dat stukje aan de hemel werd op 4 en 5 juli uitgebreid bestudeerd met ESO’s Very Large Telescope (VLT) in Chili en het resultaat is onderstaande non-detectie, niets, nadah, niente, nothing van 2006 QV89.
Als 2006 QV89 daar te zien zou zijn geweest, dán hadden we ons zorgen moeten maken. En zelfs als ‘ie kleiner was, bijvoorbeeld slechts enkele meters in diameter, dan zou de VLT daar moeten hebben gezien. Maar dat leverde dus niets op. En daarmee leverde deze non-detectie een mooie geruststelling op. Bron: ESA.