28 maart 2024

NGC 6888, Crescentnebula ofwel Sikkelnevel in Cygnus

De Crescent of Sikkelnevel, NGC6888 in Cygnus met de 500mm F8 Maksutov telelens

Van harte gegroet Zij U allen, waarde thuisblijvers en vakantiegangers!!

Hmmm….. in dit specifieke geval zou ik dit object eigenlijk nu even (tijdelijk) de “Hamer en Sikkelnevel” moeten noemen omdat ik, nu ik echt zwaar de smaak te pakken hebt gekregen, ook dit redelijk illustere object wederom bij de astrofotografische kladden heb gevat met mijn kleine maar ozo fijne 500mm F8 vintage Maksutov telelens uit “het land van Oom Vladimir” !! En….ach vooruit om de russische stemming nog een tikkie verder op te voeren heb ik net ook maar weer eens mijn eveneens vintage dubbel-CD van het “Sovjet army choir” opgezet….Ooit langgeleden gekocht toen ik een jaartje of wat voor de lol op de avondschool russisch aan het leren was. Ik had al een jaartje engels (cambridge certificate) en drie jaar frans achter mijn kiezen en ach, dan kon een rondje russisch er ook nog wel af om mijn talenknobbel op peil te houden.

Het mooie is nu dat ik bij al die jaren 80 koude oorlogtijdperkfilms,  waarbij de Russen toen altijd ” The bad guys” pleegden te spelen, ik nu kan zien of er “steenkolen-onzin-russisch” danwel “echt correct russisch” is gebruikt bij opschriften en dergelijke. Bij het James Bond-gebeuren is/was dat over het algemeen redelijk in orde….maarre….bij die geweldig foute jaren 80 pulp serie “The A-team” heb ik toch een paar bijkans vette rolberoertes van het lachen gehad vanwege de soms echt  ozo genante in your face ruski-nonsense!! Overigens de inspiratiebron om russisch te willen leren was in feite mijn moeder die zelf in die bewuste donkere jaren 80 (Doe Maar…als de bom valt..bla..bla..bla) ook russisch is gaan leren omdat, in de geest van de grote vrees van die tijd,…”als ze nou toch zouden komen”…..” we ze tenminste netjes konden begroeten!!”

Nou ja….het is allemaal nooit zo ver gekomen…enne…wat er uitendelijk WEL vanuit het koude woeste oosten is gekomen waren gelukkig alleen maar hele fijne optische astrospeeltjes, hyper-elegante Soyuz bemande ruimtevaart draagraketten, ingezet voor minder duistere zaken dan  het lukraak rondstrooien van atoombommen en een enkele hele grappige russische mannenkoor-CD’tjes, waarvan ik alleen maar kan zeggen dat die laatstgenoemde “in combinatie met een teiltje wodka (jakkes!!) echt de leukste manier is om eens lekker een avondje heerlijk depri te geraken”..hihi!!!

Afijn….dit allemaal wederom terzijde en nu weer aan het werk en terug naar de sterren.

De Sikkelnevel danwel in het engels Crescentnebula genaamd, is een emissienevel die te vinden is in hart van het sterrenbeeld de Zwaan (Cygnus). Wat omvang betreft is ie een flink stukkie kleiner dan zijn direkte buren, de grote Cygnus-showpieces zoals de Noord Amerikanevel, de Sluiernevel en de Pelicaannevel. De Sikkernevel (NGC 6888) gelegen op een afstandje van zo’n 5000 lichtjaar is ontstaan door enkele zeer krachtige”oprispingen” (sterrenwinden) van de Wolf-Rayet ster WR 136 toen deze een jaar of 250.000 geleden van “brave gewone waterstofbrandende hoofdreeks-ster” overging naar het rode reuzenstadium, zijnde het stadium dat vooraf gaat aan “la derniere grande finale” van een “Joekelster” zoals deze, namelijk het zogenaamde “supernova gaan”. In deze laatste fase voor het definitieve einde worden in enkele stevige kosmische burpjes met grote snelheid delen van de buitenste gaslagen van de rode reus de interstellaire ruimte ingeslingerd, die vervolgens met die grote snelheden (80km per seconde!!) in botsing komen met de in de rustig in de lokale omgeving rondzwevende neutrale waterstofwolken. De schokgolven die bij dit soort botsingen ontstaan vormen objecten zoals o.a. de Crescentnevel (Sikkelnevel) en de Sluiernevel.

 

De Praktijk van het plaatjes schieten

 

Om dit soort van zogenaamde deep sky objecten op de gevoelige plaat te zetten heb je EERST en VOORAL een dikke vette zware op beide assen aangedreven parallactische montering nodig en NIET een dikke telescoop!!!

Ook ik ben daar uiteraard, als jong en onervaren “astrobroekie”, met open ogen ingetrapt door stom..stom..stom…eerst en vooral…spannend glamour…spannend…op dikke telescopenjacht te gaan en slim..slim..slim…niet eerst op saai..saai..saai…dikke monteringjacht!!

Ach…had ik maar op mijn achtste levensjaar meteen die zalige EQ6 gehad want…echt waar…..een stevige montering is eigenlijk best wel het belangrijkste onderdeel in het astrospeeltjes-arsenaal van de amateur astronoom die ook zelf van die mooie plaatjes als die uit de “astroglossies” wil schieten.  Als je eenmaal zo’n dikke montering (plus autoguider!!!) voor de rest van je leven hebt staan, dan maakt het eigenlijk niet meer uit wat je er aan optisch astrofoto-speelgoed op mee laat liften…..een peperdure refractor (ik, Newtonm(j)an in hart en nieren,  onthou mij nu wijselijk even heel braaf en onpartijdig van gevat commentaar..hihi!!), een dikke vette Newton, een monster van een Schmidt-Cassegrain…of…een schattig piepklein Maksutov-telelensje….

Het maakt namelijk niet meer uit waarmee je waarneemt danwel plaatjes schiet…..jouw “montering voor de rest van je leven” kan namelijk alles wat je ooit gaat aanschaffen probleemloos langs de hemel leiden.

De keuze van het optische speeltje hangt nu alleen maar af van wat de astroknakker danwel astroknakkerin voor ogen heeft te willen bereiken. Hiermee bedoel ik te zeggen dat formeel gezien de keuze om het 500mm telelensje te willen gebruiken voor het schieten van DIT specifieke kleine object (NGC 6888) eigenlijk een beetje de verkeerde is…want gezien de afmetingen van dit object zou het in stelling brengen van de 20 cm F6 Newton met een brandpuntsafstend van 1200mm i.p.v. de 500mm van het telelensje de betere keuze zijn…..MAAR DAAR HAD IK DUS GEWOON EFFE GEEN ZIN IN, want ik ben nu gewoon even lekker in de ban van dat kleine Maksje…EN…ik kan me dat dus ook probleemloos permiteren..want de EQ6 heeft totaal geen moeite met de 20cm Newton, laat staan met dat lullige kleine maar ozo kekke telelensje….Deze vorm van keuzevrijheid heb je dus NIET als je eerst op dikke telescopen-jacht bent gegaan en oh ja…het kreng moet ook nog met je zielige laatste euro op een goeiekope wiebel de wiebel-montering worden geplaatst!!

En dus…met het hele circus, hop maar de Biesbos….maarre… voordat je het gaspedaal fijnmilieuvriendelijk tot op de bodem intrapt………(en dit is trouwens GEEN grap…rustig rijden..het nieuwe rijden…is juist rot voor het milieu omdat een met een fluwelen rechterpoot behandelde verbrandingsmotor  nooit warm genoeg wordt en daardoor juist als een gek gaat vervuilen…heb deze week zelf bij mijn “gewone auto” weer  eens ondervonden bij de APK….en dus planken met die hap…ok…een heel ander verhaal..maar toch…”zucht”!)……..wel eerst effe heel goed checken of je echt ALLES achter in je nedrig voituurke gemikt hebt!!

Op de waarneemplek aangekomen staat je dan het elke keer terugkerende ritueel van het opbouwen en afregelen van je apparatuur te wachten…..HET GROTE NADEEL van het (noodgedwongen MOETEN) uithangen van de “veld-astrofotograaf” t.o.v. de astrofotograaf die vanuit een vaste (al dan niet thuis) waarneemplek zijn kunstje mag doen.

Een van de ogenschijnlijk lastigste procedures die doorlopen MOET worden is het op de poolster uitlijnen van de meegenomen parallactische montering.

Er zijn vele manieren bekend om dit heel nauwkeurig voor mekaar te krijgen. Veel van deze manieren zijn vaak dus welliswaar heel precies…maarre…ook best wel ingewikkeld en ook heel tijdrovend…enne…dat laatste, dat is iets wat veldastrofotograaf zich nou net niet kan permiteren en vooral niet tijdens die ozo kort donkere zomernachten.

Het overlevingsmoto van een blije al dan niet beginnende danwel ervaren veldastrofotograaf is/zou moeten zijn…”keep it simple, stupid”!!!!

Mijn ervaring is…enne mijn opnames laten dat ook me dunkt best wel duidelijk zien….dat die vaak ozo ingewikkelde tijdrovende en menig beginner afschrikkende poolster-uitlijn-procedures helemaal niet nodig zijn om uiteindelijk tot een goede hemelopname te komen.

Natuurlijk is er meer ruimte voor onnauwkeurigheden als je je parallactische opstelling in een stief kwartiertje probeert af te regelen…maar ik heb daar bij het schieten van subjes tot 10 minuten met mijn 20cm Newton (120cm brandpunt) eigenlijk maar zelden echt onoverkomelijke problemen mee gehad.  De korte belichtingstijden (tot 10 minuten max) van de  benodigde subjes zijn daar de prettige oorzaak van!!

Yep…natuurlijk zou ik er meer tijd aan besteden als ik een vaste thuis-sterrenwacht/waarneemplek zou hebben…maar die heb ik niet…en dus als het niet kan zoals het mot…dan mot het maar zoals het kan!!!

Mijn manier van poolster-uitlijnen is dus heel simpel maar wel met één ECHTE MUST-VOORWAARDE..en dat is dat je de in de poolas ingebouwde poolzoeker zo precies als maar mogelijk is parallel afgesteld MOET hebben aan de (holle) poolas waarin dit kijkertje is ingebouwd. Dit afregelen van de poolsterzoeker t.o.v. de poolas is een klusje wat je een keertje overdag kunt/moet doen met behulp van een vergelegen object zoals bijvoorbeeld een torenspits o.i.d. Als de poolzoeker is afgesteld dan hoef je dat in principe eigenlijk nooit meer te doen behalve dit zo nu en dab nog een keertje te controleren..iets wat ik trouwens..oeps….mea culpa…al in geen 10 jaar meer heb gedaan!!

Afijn…er van uitgaande dat je poolzoekertje goed in de poolas zit afgesteld, dan is het slechts een kwestie van (bij de EQ6 althans) aan de hemel de sterrenbeelden Grote Beer en cassiopeia localiseren….vervolgens al door je poolaszoekertje loerend de afbeelding van die twee sterrenbeelden op het glazen poolzoekerplaatje (waar deze sterrenbeelden in zijn gegraveerd) middels het ronddraaien van de poolas zodanig te positioneren dat deze overeenkomt met de positie van voornoemde sterrenbeelden  als gezien aan de hemel. Als de poolas ronddraait dan zie je in het midden van dit gegraveerde sterrenbeeldenplaatje ook nog een cirkel met daar weer in het midden een kruisje meedraaien en op die cirkel ingegraveerd nog een heel klein cirkeltje. De grote cirkel is de baan die de Poolster om de hemelpool draait en het kruisje de ware hemelpool…waarop de poolas van je montering op gericht dient te worden/te zijn.

Met behulp van de sterrenbeelden Grote beer en cassiopeia gegraveerd op dat glazen poolzoekerplaatje kan je precies (genoeg!!) de positie van de poolster t.o.v. de ware hemelpool bepalen.

Na het positioneren van de poolas is het de kunst om danwel of je gehele statief naar links en rechts en/of op en neer (dat doe ik) te bewegen danwel je parallactische kop zodanig te bewegen dat de Poolster precies IN dat piepkleine ringetje naast dat kruisje komt te staan. Deze ietwat grove methode is in een kwartiertje of zo gepiept en is mij tot op heden prima bevallen.

Hierna is het vervolgens een kwestie van verder opbouwen en aansluiten van alles wat nodig is aan mechanica en elektronika. Voor de stroomvoorziening van de EQ6 heb ik vanaf de één van de twee zekeringkastjes op het schutbord in de motorruimte van mijn AZU 250 (kleine Besteleend) een dikke zwaar overbemeten kabel via enkele holle ruimtes naar de achterkant het bestelhok van mijn nedrig voituurke geleid met daaraan zo’n aansluitplug uit de autoaccesoire-handel.

De parallactische kop van de EQ6 staat alweer jaren op een zeer stabiele zelfgelaste stalen zuil waarin ik ook tevens alle benodigde kabels en aansluitpluggen heb geintegreerd voor stroomvoorziening, handcontroler en sinds kort dus ook voor de Lacerta Mgen stand alone autoguider.

De gemodificeerde Canon 1000D plus 500mm F8 maksutov telelens, een 8×30 zoeker en de Lacerta Mgen autoguider gekoppeld aan een 50mm zoeker zitten allemaal op een (zelfmaak)-zwaluwstraart gemonteerd.

Voor de Lacerta autoguider heb ik een stelmechanisme gemaakt waarmee de autoguider onafhankelijk van de camera/telelenscombinatie bewogen kan worden, om zo een zo ruim mogelijke keuze aan volgsterren te faciliteren!! Als het hele circus is opgebouwd, aangesloten en uitgebalanceerd is dan is het tijd voor het opstarten van de EQ6 en haar GoTo functie en tevens voor het scherpstellen van Canon/Maksutov-combi.

Voor het scherpstellen maak ik gebruik van de ozo handige (10x) live view functie van de 1000D.

Met de Goto-functie (of als dat sneller is…gewoon “old school” met sterrenkaart en zoeker) zoek ik het te kieken object op.

Wat hierna volgt wil nog wel eens het nodige aan problemen geven en soms zelfs behoorlijk wat tijd kosten…want als het object,  zoals bij deze sessie de vrij zwakke Crescentnevel, na het GoTo-gedoe niet mooi precies in het midden van de opname staat…of erger nog…zo zwak is dat ie amper op het kleine beeldschermpje van de 1000D te zien is, dan kan het mooi in het midden positioneren best nog wel een behoorlijke opgave zijn. Het is dan simpelweg een kwestie van opnames blijven maken en met de handcontroler een beetje op goed geluk het hele circus (hopelijk) in de juiste richting bewegen. Dit is soms voor mij de reden waarom ik dan toch liever met de sterrenkaart en zoeker het object opzoek omdat dat, hoewel lichamelijk iets intensiever, (vaak) meteen een betere positionering van het object op de chip geeft dan met de GoTo-functie!!

Met het object mooi gepositioneerd moet er nog wel even heel serieus aan de balans van het circus worden gewerkt…en wel zodanig dat de parallactische montering met het hele optische circus juist een tikkie in ONBALANS is….enne…dit is iets wat absoluut een MUST is, want om gewiebel door de altijd aanwezige en tevens  ook noodzakelijke (anders loopt het aandrijfmechniek van de montering onherroepelijkvast!!) tandwielspeling te ondervangen moet ie zodanig (NIET) uitgebalanceerd worden dat ie als het ware in z’n tandwielspeling hangt. Hoeveel dit moet wezen is helaas vooral een kwestie van “gevoel”…te weing betekent gewiebel en onherroepelijk volgfouten en..te veel…kan een opgeblazen volgmotor tot gevolg hebben…maar om dat laatste voor mekaar te krijgen moet je wel heel erg wild met je contragewichten lopen schuiven, hoor!!

Zo…het hele zooitje is nu eindelijk klaar voor aktie??

Nope….nog niet…want er moet nog een volgster worden gevangen….enne…”hoort wederom aan mijn autoguider-lofzang”….want nadat de handcontroler van de Mgen is opgestart…oh ja..en niet vergeten is om toch vooral de…LENSDOP…van de zoeker-guider-combi te VERWIJDEREN…oeps…..zie je op het kleine Mgen-beeldschermpje in live screen mode….(uiteraard afhankelijk waar je aan de hemel bezig bent!) werkelijk een overdaad aan sterren verschijnen…en derhalve dus een overdaad aan potentiele volgsterren!

Toen ik met de Mgen begon te werken wilde ik eerst helemaal niet aan zo’n lullig 50mm zoekertje en heb ik mijn eerste autoguide-sessie nog gedaan met mijn oude 76mm volg-Newton….maarre…de chip van die Mgen is werkelijk zo gevoelig dat een 50mm zoeker inderdaad meer dan genoeg is om ten allen tijden een bruikbare volgster te kunnen vinden.

Het enige wat je moet doen is met de pijlknopjes op de handcontroler het geprojecteerde vierkantje ter grootte van een paar luttele pixels over een sterretje op het beeldscherm plaatsen……vervolgens moet de volgster, de Mgen en de gebruikte montering wat bewegen betreft digitaal aan elkaar gekoppeld worden, calibreren heet dat (duurt een seconde of 30 max) en als de Mgen tevreden is met het volgresultaat dan druk je op het knopje “ag=autoguide” waarna je jezelf in opperste verbazing kunt gaan vergapen aan het feit hoe dat ene sterretje al die tijd precies ende braaf in het midden van het volgschermpje blijft staan. Op de handcontroler kun je, middels de continue aan en uit flitsende rode lampjes,  zien welke “volgknoppen” jij had moeten indrukken en in welk tempo,  om handmatig dezelfde rete-strakke sterpuntjes te krijgen….enne…trust me, ik heb het een dikke 10 jaar best wel leuk met de hand gedaan,  maar tegen dit soort van uiterst aangenaam ontspannen (voor den toekijkenden mensch tenminste!!) “digitaal volg-geweld” kan geen mens tegen op!!

Zo…en dan nu….subjes schieten!! Wat de belichtingstijd van die subjes aangaat en de hoeveelheid het volgende. De beste belichtingstijd van zo’n subje hangt helemaal af van de aard van het gebruikte “optische circus” die de fotonen aflevert op de chip en op de plek waar je staat te fotograferen (lichtvervuild danwel niet lichtvervuild)…..als een soort van richtlijn kan het histogram op het camerabeeldscherm gebruikt worden…..de “linkervleugel” van de piek moet net effe goed los staan van de linkerkant van het histogram.

Wat de hoeveelheid subjes betreft…de hoeveelheid aan licht-data die je moet (mag) binnenhalen is het eigenlijk heel simpel…hoe meer, hoe beter….en daarom zie je bij sommige van die fraaie glamour-opnames ook wel eens belichtingstijden staan van 30 tot soms wel 40 uur…da benne heul veul subjezzzzz!!!.

Na het subjezz schieten is weer opbreken geblazen en zonder brokken knus in het vriendelijke 2CV’tje gezetten door het diep-nachtelijke verkeer naar huis navigeren. De al dan niet benodigde calibratie flats, dark flats en dark frames schiet ik altijd op de dagen/nachten daarna…..daar ga ik geen kostbare biesbos-data-aquisitie-tijd aan besteden!!

Daar dit ook dit blogje alweer een behoorlijkvolwassen BLOG aan het worden is schuif ik deel twee, het digitale afwerkproces, toch maar even verstandelijkerwijze door naar een volgend astroblogs-epistel…

U allen nog een heel prettige voortzetting van uw al dan niet welverdiende vakantie toegewenst!!

 

 

Share
Over Jan Brandt

Comments

  1. Jan, bedankt weer voor dit korte en bondige epistel. Ben benieuwd naar deel twee. :-D. Een fraaie foto overigens van die Sikkelnevel, waar ik eh… ahum nog nooit van gehoord had 😀 shame on me.

  2. Mooi stuk Jan , ik heb het met veel plezier , herkenning en interesse gelezen ! En … alweer een mooie foto !

  3. jan brandt zegt

    Dank…dank…dank, heren van het goede leven….enne…ik moet toegeven dat ook ik voor deze Biesbos-expeditie ook nog nooit van dit kekke neveltje gehoord had, hoor…maar gezien dit resultaat ga ik zeker nog meer van dit deep sky exoten op de korrel nemen en daar uiteraard in mijn bekende kort en bondig stijl verslag van doen! U zijt van harte gegroet, Janus de zwijger

Speak Your Mind

*