Site pictogram Astroblogs

Voor het eerst is water ontdekt op een exoplaneet in de leefbare zone van z’n ster

Artistieke impressie van de exoplaneet K2-18b. Credit: Alex Boersma.

Sterrenkundigen hebben sinds de ontdekking van de eerste exoplaneet in 1995 al ruim 4000 planeten bij andere sterren ontdekt. Van dat enorme aantal bevindt zich een deel in de zogeheten leefbare zone van de moederster, de zone waar de temperatuur hoog genoeg is voor vloeibaar water. En nu is dan ook eindelijk een exoplaneet ontdekt in de leefbare zone waar ook daadwerkelijk water is gevonden, in ieder geval waterdamp en mogelijk zelfs vloeibaar water. Het gaat om de rotsachtige exoplaneet K2-18b in het sterrenbeeld Leeuw, die negen keer zo zwaar als de aarde is en die draait om een dwergster van spectraaltype M, op 111 lichtjaar afstand van de aarde. Hij draait daar met nog een andere ‘superaarde’ om de rode dwergster heen. K2-18b staat dichterbij de ster dan de aarde tot de zon, maar omdat de ster K2-18 koeler is dan de zon ontvangt de planeet ongeveer net zoveel energie als de aarde van de zon (zie de vergelijking hieronder).

Credit: B. Benneke et al.

Met de Hubble ruimtetelescoop werden acht transities van de planeet voor de ster langs waargenomen – de in 2015 ontdekte planeet draait eens per 33 dagen om de ster – en dankzij die waarnemingen konden Björn Benneke en z’n team van de Universiteit van Montreal vaststellen dat er waterdamp in de atmosfeer van K2-18b voorkomt – in de grafiek hieronder te zien bij 1,4 micrometer. Mogelijk komen er zelfs oceanen van vloeibaar water op K2-18b voor.

Credit: B. Benneke et al.

De planeet lijkt zoveel op de aarde, dat ‘ie mogelijk zelfs een zelfde waterkringloop heeft als op de aarde voorkomt. Ondanks de aanwezigheid van waterdamp in de atmosfeer van K2-18b denken de sterrenkundigen niet dat er leven voorkomt op de planeet en dat komt door de dikte van de atmosfeer, bestaande uit waterstof en helium, welke ongunstig zou zijn voor leven. Hier het vakartikel over de waarnemingen aan K2-18b, gepubliceerd in Nature Astronomy. Bron: Universiteit van Montreal.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten