29 maart 2024

Nederlandse antennes uitgerold achter de maan

Het uitrollen van een van de drie antennes. Deze serie van drie foto’s is genomen tijdens het uitrollen van een antenne op de QueQiao-satelliet die achter de maan hangt op zo’n 450.000 km van de aarde. De antenne is de zwart-witte staaf die van de kijker is afgericht. De met goudfolie bedekte kubus is de behuizing waarin de antenne anderhalf jaar op het uitrollen moest wachten. (c) Marc Klein Wolt/Radboud Universiteit

De drie antennes van de Nederlands-Chinese radiotelescoop die achter de maan hangt, zijn uitgerold. Dat heeft het Nederlandse team vandaag officieel bekendgemaakt. De Netherlands-China Low Frequency Explorer (NCLE) hing meer dan een jaar in de ruimte te wachten. Dat was langer dan oorspronkelijk gepland, omdat de bijbehorende communicatiesatelliet langer een Chinese maanlander moest bijstaan.

Voorheen werd de Chinese satelliet voornamelijk gezien als een communicatiesatelliet. De Chinese maanmissie heeft echter inmiddels de belangrijkste doelen gehaald. De Chinezen hebben de satelliet dan ook omgedoopt tot radio-observatorium. Daarmee is de Netherlands-China Low Frequency Explorer het eerste Nederlandse-Chinese ruimteobservatorium voor radioastronomie.

Marc Klein Wolt, directeur van het Radboud Radio Lab en leider van het Nederlandse team, is blij: “Ons belang in de Chinese Chang’e-4-missie is nu veel groter geworden. We mogen we tijdens de veertien dagen durende nacht aan de achterkant van de maan onze waarnemingen doen. Dat is veel meer dan eerder het idee was. De maannacht is nu van ons.”

Vorige week was Klein Wolt, met ingenieur Eric Bertels van antennebouwer ISISpace in China om het uitrollen van de antennes voor te bereiden. Bertels: “De lancering anderhalf jaar geleden was al superspannend natuurlijk, maar daar hadden we zelf geen invloed op. Nu het over ons eigen instrument ging, was dat wel anders.”

Albert-Jan Boonstra van ASTRON is verheugd te zien dat na drie jaar hard werken de antennes zijn uitgerold: “Dit is een unieke technologiedemonstratie die de weg vrijmaakt voor toekomstige radio-instrumenten in de ruimte.”

Heino Falcke van de Radboud Universiteit en wetenschappelijk leider van de Nederlands-Chinese radiotelescoop, kan bijna niet wachten op de eerste meetgegevens: “Eindelijk zijn we ‘in business’ en hebben een radioastronomie-instrument van Nederlandse komaf in de ruimte. Het team heeft ongelofelijk hard gewerkt en de eerste data zullen duidelijk gaan maken hoe goed het instrument werkelijk is.”

Het langer dan gepland wachten achter de maan had waarschijnlijk wel effect op de antennes. In het begin rolden de antennes soepel uit, maar het laatste stukje ging steeds lastiger. Het team heeft daarom besloten om eerst gegevens te verzamelen en later misschien de antennes verder uit te rollen. Met de kortere antennes is het instrument gevoelig voor signalen van zo’n achthonderd miljoen jaar na de oerknal, toen de eerste sterren zich vormden. Met de maximale lengte kunnen signalen van vlak na de oerknal opgevangen kunnen worden.

Credit: NCLE /Radboud Universiteit / NOVA / ASTRON / ISISpace.

Netherlands-China Low Frequency Explorer
De Netherlands-China Low Frequency Explorer (NCLE) is een prototype radiotelescoop om de zwakke radiosignalen van een periode net na de oerknal op te vangen. Deze signalen worden geblokkeerd door onze aardse atmosfeer. Daarom bevindt de telescoop zich op een satelliet die achter de maan hangt. Met die satelliet, QueQiao geheten, bestuurt de Chinese ruimtevaartorganisatie CNSA een lander die sinds begin 2019 op de achterkant van de maan rijdt. De Netherlands-China Low Frequency Explorer is in Nederland ontwikkeld door de Radboud Universiteit (Nijmegen), ASTRON (Dwingeloo) en het bedrijf ISISpace (Delft) met steun van de Nederlands Space Office. Bron: Astronomie.nl.

Share

Comments

  1. Daar kunnen we toch wel trots op zijn. Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Het lange interview met Marc Klein Wolt is interessant. Het belangrijkste fragment heb ik uitgelicht.

  2. Toch sneu dat we nu de info van de reionisatie periode moeten missen, toch eens nadenken over een actieve breedband antenne voor de lage frequenties, (maar die werken helaas alleen met een goede “aarde” :-).

  3. Co van Driel zegt

    Maar het is deze week toch Nieuwe Maan, wat betekent dat het aan de achterkant van de Maan licht is?

    • Ja dat klopt. The light side of the moon.

    • 😀 😉
      Dan zijn die antennes uitgerold aan de voorkant(!) van de Maan.

      [ Een Heliocentrische visie lijkt mij juister dan een Geocentrische blik op de dingen. ]

      Paul

      • Het lijkt mij geen kwestie van “juister”. Al die blikken en visies zijn gelijkwaardig. Wat je voor of achter noemt, of boven of onder, hangt af van je perspectief en/of de criteria die je kiest. Wat wij niet zien van X noemen we zijn/haar achterkant en dus is de achterkant van de Maan die kant die we vanop de Aarde nooit te zien krijgen. Dat de Maan ook om haar as draait, doet er niet toe. Vanuit ons perspectief is het volstrekt zinnig om van voor- en achterkant van de Maan te spreken.
        Overigens, heliocentrische visie? Wat jij dan voorkant noemt, is gewoon wat wij doorgaans de achterkant noemen (of de andere kant van wat wij de voorkant noemen). Vanuit de zon bekeken is die voorkant niet vast, want terwijl de Maan om haar as draait keert ze altijd een andere stuk richting zon. Eén, waarom zou je alleen dat deel dat voor ons de achterkant is, als voorkant bestempelen en alle andere delen niet? Twee, en hier doet de maanrotatie er wel toe: wat is de voorkant dan wel als het deel “voor” elke dag (een stuk) anders is?

        • Vanuit een heliocentrische visie is de voorkant van de Maan of de Aarde simpelweg de ‘dagzijde’. Dat dit op het orbitale object niet continue dezelfde locatie is, geeft toch niet? 😉
          [ Als ik een appel in mijn hand houd, ben ik toch ook vrij een (voor een ander een willekeurige) zijde de voorkant te noemen? ]

          Paul

          • Ja, je kunt het zo opvatten, natuurlijk, maar voor dat soort voorkant hebben we al het woord “dagzijde” zelf. De “voorkant” is in wezen de naar de toeschouwer gerichte kant, en nu gaat het erom of het voor ons, in ons taalgebruik, wel zo praktisch is om de zon als toeschouwer te nemen en niet onszelf. Zo is het, wat de Maan betreft, nogal verwarrend om een steeds wisselende dagzijde “voorkant” te gaan noemen. De antennes die dan weliswaar zijn uitgerold aan die “voorkant”, voor ons de natuurlijke want altijd van ons afgewende achterkant, moeten hun werk doen aan de “achterkant”, de tijdelijke nachtzijde. Ik ga ook niet de begrippen “links” of “rechts” interpreteren vanuit de stand van de zon i.p.v. mijn eigen standpunt, al ben ik mij ten volle bewust van het feit dat mijn standpunt zo relatief is als wat: als ik mij omdraai, is wat links was rechts en omgekeerd.

            Het is trouwens nog relatiever. Links en rechts (en boven/onder of voor/achter) zijn in onze taal (en de talen die we zelf wat kennen) egocentrische coördinaten, maar er zijn ook talen die geografische coördinaten hanteren (enigszins te vergelijken met de geocentrische versus heliocentrische blik): in het Guugu Yimithirr (een taal van Aboriginals in het noorden van Queensland, Australië) hanteert men (het equivalent van) noord, zuid, west en oost om zich te oriënteren. De “achterkant” van de Maan is dan de oost-, zuid-, west- of noordkant, afhankelijk van in welke windstreek de Maan zich dan bevindt (al dan niet zichtbaar). Het kán dus, al is het voor ons beremoeilijk om op elk moment te weten waar de windstreken zich bevinden. Maar het is nog geen reden om het zo te gaan doen, anders dan wat in onze taal de evidentie zelf is. En wil je daar, om onze ikblik te verruimen, van afwijken, prima, maar dan doe je dat doorgaans met welbepaalde andere (of nieuwe) woorden, bv. “dagzijde” (de kant die “voor” is voor de zon).

            PS Als je van een appel altijd en uitsluitend één kant zou kunnen zien, is het de logica zelf om die zichtbare kant de voorkant te noemen en de niet-zichtbare de achterkant. Toch?

  4. Kun je eigenlijk wel spreken van een achterkant van de maan? De maan draait ook om zijn as.
    Citaat, “Onze maan keert altijd dezelfde kant naar de aarde toe. Dat komt omdat de maan even snel om zijn as draait als om de aarde.”
    https://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/maan.html

    Voor dat onderzoek zullen ze dan op het juiste moment op de ‘knop’ moeten drukken om ongehinderd die radiostraling te kunnen meten.

Speak Your Mind

*