Site pictogram Astroblogs

Een begrensd heelal zou de donkere energie kunnen verklaren

Credit: Immanuel Kant Baltic Federal University.

Eind jaren twintig van de vorige eeuw ontdekte Edwin Hubble dat het heelal uitdijt en zeventig jaar later ontdekten twee teams van sterrenkundigen dat het heelal versneld uitdijt. Die versnelling is niet wat men had verwacht, want in een heelal vol met (donkere) materie, dat dankzij de zwaartekracht aan elkaar trekt, verwacht je eerder een afname te zien in de snelheid van de uitdijing. Toch werd die versnelling ontdekt (aan de hand van ver verwijderde type Ia supernovae, exploderende witte dwergen) en de verklaring die daarvoor werd gegeven was donkere energie, een afstotende kracht die meer dan 70% van alle massaenergie in het heelal zou vormen. Tot op heden is niet duidelijk wat precies die donkere energie is. Recent kwamen twee Baltische sterrenkundigen met een vakartikel, gepubliceerd in International Journal of Modern Physics, waarin ze met een model komen voor wat donkere energie is (hier de ArXiv versie). In dat model trekken ze de vergelijking met het bekende Casimireffect, ontdekt o.a. door onze landgenoot Hendrik Casimir.

Het Casimireffect. Credit: Emok / Wikipedia CC BY-SA 3.0.

Het casimireffect is het natuurkundige verschijnsel dat twee dicht bij elkaar geplaatste metalen platen in een vacuüm door kwantumfluctuaties van virtuele deeltjesparen (zeer geringe) krachten ondervinden die ze naar elkaar toe drijven. Zoiets zou volgens A. V. Astashenok en A. S. Tepliakov (Immanuel Kant Baltic Federal University) ook in het heelal kunnen gebeuren. De platen in het Casimireffect vormen een begrenzing van de ruimte en die grens speelt een belangrijke rol in het verschijnsel. Een begrensd heelal zou dat ook kunnen opleveren, alleen levert dat dan geen aantrekkende kracht op, zoals in het Casimireffect het geval is, maar een afstotende werking. Maar een begrensd heelal, wat moet je je daarbij dan voorstellen, een heelal dat plotsklaps eindigt? Nee, op die manier is het heelal volgens Astashenok en Tepliakov niet begrensd. Zij denken eerder aan een topologisch effect, dat de aard van de ruimte plotseling anders wordt. Zij gebruiken de aarde zelf daarvoor als metafoor. Ook die heeft geen grenzen (loop over de aarde heen een bepaalde kant uit en je kunt tot in het oneindige blijven doorlopen – even afgezien van land en water), maar is wel eindig (tot waar de atmosfeer begint). Bron: Eurekalert.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten