De commandant van de vlucht was de 46-jarige Francis ‘Dick’ Scobee. Hij was een voormalig luchtmacht piloot en werd in 1978 geselecteerd voor astronaut. Het was zijn twee Space shuttle vlucht. De piloot was Michael J. Smith, 40 jaar. Hij was marine piloot en diende in de Vietnam oorlog. Het zou zijn eerste ruimtevlucht zijn. Missie specialist 1 was de 39-jarige Ellison Onizuka, afkomstig uit Hawaï. Hij was een testpiloot bij de luchtmacht geweest op Edwards Airforce Base in Nevada en de eerste Aziatische Amerikaan die een ruimtevlucht zou maken. Dr. Judith Resnick, 36 jaar oud was missie specialist 2. Resnick had samen met Hank Hartsfield de allereerste vlucht met de Space shuttle Discovery gemaakt. De Challenger vlucht zou haar tweede ruimtereis zijn. Missie specialist 3 was Ronald E. McNair. McNair was een gepromoveerd fysicus van het MIT. Het zou McNair’s tweede ruimtevlucht zijn. Payload specialist 2 was de 41-jarige Gregory Jarvis. Hij bezat een graad in electrotechniek en was een luchtmacht officier. Zijn specialisatie was communicatie satellieten. De Challenger vlucht zou zijn eerste ruimtereis zijn.
De, twee jaar geleden overleden astronaut John W. Young (1930-2018), met zes ruimtevluchten op zijn naam een van de meest ervaren astronauten uit het NASA korps en piloot op de allereerste vlucht van de Space Shuttle STS-1, wijdt in zijn biografie ‘Forever Young’ (James R Hansen, 2012) een compleet hoofdstuk aan de Challenger ramp. Hij was ten tijde van de ramp ‘Chief Astronaut Office’. Alle formaliteiten betreffende de astronauten passeerden zijn bureau. John Young zou in de commissie Rogers, die het onderzoek naar de ramp leidde, een van belangrijkste getuigen zijn. Ik wil toch een klein citaat uit het hoofdstuk citeren dat Young aanhaalt naar aanleiding van de ramp. Het citaat is afkomstig van zijn collega en vriend Michael Collins (Apollo 11 commando module piloot) en luidt: “the seven were a microcosm of American society, and watching their spacecraft being blown to bits was like witnessing a tiny, but vital piece of the country being destroyed”
Young schrijft, het was een dag om nooit te vergeten. De lancering was al vier keer uitgesteld. Steeds was er iets, slecht weer of een technische storing. Youngs grootste zorg was de ijsafzetting op het lanceerpad, als er een noodgeval was zou het ijs een snelle gang naar de reddingsglijbaan die naar de grond liep onmogelijk zijn. Maar uiteindelijk op die ijzig koude ochtend op 28 januari om 11:38 lokale tijd was er ‘liftoff’ van de Challenger. Exact 73 seconden in de vlucht, met een snelheid van bijna Mach 2 en op een hoogte van ruim 15 km, desintegreerde en explodeerde de shuttle. De bemanningscapsule zou 2 minuten en 45 seconden later met een enorme klap in de Atlantische oceaan te pletter slaan.
Na het ongeluk stelde president Reagan een speciale onderzoeks-commissie in o.l.v. William P. Rogers, voormalig minister van binnenlandse zaken onder de regering Nixon. Verdere leden waren Apollo 11 astronaut Neil Armstrong en de fysicus Dr. Richard Feynman. De Rogers-commissie achterhaalde de oorzaak van de explosie van de Challenger. Na vele interviews met verschillende ingenieurs bij NASA om het probleem te achterhalen, demonstreerde Feynman op tv (om 2:34 in de video hieronder), met behulp van een glas ijswater, dat een O-ring afdichting in de vaste brandstof raketbooster (SRB) faalde. Daardoor ontsnapte brandend gas dat zo de SRB hardware en de externe brandstoftank bereikte. Dit leidde tot de separatie van de SRB bevestiging en het breken van de externe brandstof tank waarin ruim 725.000 kg aan vloeibare water- en zuurstof was opgeslagen. Dit leidde tot desintegratie en explosie van de shuttle.
De oorzaak van deze ramp bleek achteraf niet enkel een technische oorsprong te hebben maar vooral ook een menselijke. Zo werd het management van het toenmalige Amerikaanse Space Shuttle programma en van de fabrikant van de Solid Rocket Boosters, Thiokol, tegen het licht gehouden en bleek dat verschillende personen verkeerde beslissingen hadden genomen. Young stelt in zijn boek dat met name 1985 een verschrikkelijk druk maar ook goed trainingsjaar was geweest voor de astronauten. Maar komt uiteindelijk ook met de mededeling dat hij niets af wist van de O-ringen en het risico. Ik citeer blz. 282: “Unfortunately, as Crip knew, and I knew, as George and Hank knew, somehow information about the problem with the SRB field joints and O-rings never got to us.” De commissie Rogers kwam erachter dat NASA geen testgegevens had die aangaven dat de O-ring een lancering bij zulke lage temperaturen zou kunnen doorstaan en ook dat er zich een reeks grote storingen op managementniveau voordeden die ertoe leidden dat NASA volgens een te gehaast schema met de lancering doorging.
Er zijn veel lessen getrokken uit de ramp met de Challenger en het heeft behoorlijk lang geduurd voordat het Amerikaanse ruimtevaart programma weer echt op gang kwam. Het was misschien in het midden van de jaren negentig dat NASA zich herpakte en grote missies opnieuw aanvang namen. Zo waren er de lancering van de Pathfinder en Sojourner Mars-missie en ook nieuwe Shuttle-missies die de interesse en het vertrouwen in het ruimtevaartprogramma hernieuwden. Maar helaas liep dit vertrouwen weer een hele grote deuk op. En opnieuw betrof het het Shuttle-programma. In 2003 explodeerde de Space shuttle Columbia bij terugkeer in de atmosfeer van de aarde. Hierbij kwamen ook alle zeven bemanningsleden om het leven. Het gevolg was, dat er beslist werd dat in 2010 de spaceshuttles uit de vaart zouden worden genomen. De resterende shuttlemissies zouden worden gebruikt om het ISS af te bouwen. Eén missie werd een uitzondering: STS-125 ging in mei 2009 omhoog, voor de laatste reparatie missie aan de Hubble telescoop.
De droom van een herbruikbaar ruimteschip spatte uiteen en NASA beëindigde het programma in 2011. Ondertussen hebben particuliere bedrijven zoals Virgin Galactic en SpaceX de afgelopen twee decennia zichzelf tot taak gesteld om naast NASA te trachten toch weer de draad op te pakken van het Amerikaanse bemande ruimtevaartprogramma. Met vereende krachten moet het toch mogelijk zijn om weer toekomstige bemande missies naar het ISS, de maan en Mars te realiseren. Het is een weg van de lange adem. Toch als ik naar de staat van dienst van deze zeven zo dappere, intelligente en volhardende groep astronauten kijk denk ik dat ze een grote inspiratie bron zijn, juist ook voor allen werkzaam in de ruimtevaart, voor ingenieurs, laboranten, chemici en astronauten. Maar zeker niet alleen voor hen, ik denk eigenlijk voor iedereen, voor jong en oud, waar ook ter wereld. Bronnen: NASA / Extreme Tech / Forever Young
Pffffff…… het blijft zo ongelofelijk bizar en heftig om te zien. Bij velen in het geheugen en op het netvlies gebrand.
Drie maanden voor deze dramatische laatste vlucht van de Challenger werd Wubbo Ockels op 30 oktober 1985 gelanceerd in dezelfde Space Chuttle. Dit was de Spacelab mission D1 gefinancierd door Duitsland, bedoeld voor breed wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van gewichtsloosheid. De volgende gelijkwaardige Spacelab vlucht zou worden uitgevoerd binnen het Amerikaanse International Microgravity Laboratory (IML) programma. Deze vlucht was al voor eind 1987 geboekt. Dat schema was volgens velen toen al veel te krap. Uiteindelijk vloog Spacelab IML1 pas ruim 4 jaar later.
Zou deze gebeurtenis samen met
– de terreurdaden van 911 en
– de Vietnamoorlog
tot de Top3 van Nationale Rampen de VS behoren qua impact op de nationale trots? 😕
Groet, Paul
Nou, dat zou best zo kunnen zijn. Qua impact is m.i. de moord op John F. Kennedy ook wel aanzienlijk geweest en natuurlijk ook de Korea oorlog en de Apollo 1 brand uit 1967.