28 maart 2024

Zomaar een Maanplaatje “Krater Morates”

De krater Morates in het zuidelijk maanhoogland

Hoi Frida, wat leuk je elke keer toch maar weer tegen te komen alhier op de astrowebsite der astrowebsites!!! En nou hoor ik Wim al denken..”hé, waarom ken er bij die leipe Eendenfreak niet op z’n minste een magere “Hoi Wim” vanaf??”, “Wat heeft Frida wat ik niet heb??”..Welnu, mijn beste Wim…had je op de hogere kleuter academie toch maar beter motten opletten bij de biologielessen!! Hopsakeetje, bij gebrek aan voetbal ga ik er dan maar effe lekker zelf met het gestrekte totaal niet sportieve been er keihard in..maarre… aangezien ik, zoals gevoeglijk bekend moge wezen, best wel een hele grote softe huilebalk ben…bij deze alsnog een, wel degelijk van harte gemeende, “Hoi Wim”..hihi!!

Afijn,… “ And now for something completely different”om maar eens gouwe ouwe Monty Python de citeren…..want…eh…ben de afgelopen paar jaren alweer zo in de ban van het deep sky fotografie-gebeuren dat ik haast zou vergeten dat er ook nog zoiets bestaat als een tak van astrofotografie van een categorie hemelobjecten een flink stukkie dichter bij huis dan al die wonderschone “fuzzy blobs”, te weten Maan en Planeetfotografie.

Heb tijdens mijn nu alweer 50 jarige “loopbaan” als praktisch amateur astronoom altijd een wat moeizame verstandhouding gehad met de “leden van ons zonnestelsel” Het waarnemen van de Maan maar vooral toch “die saaie soepballen” zijnde de planeten vond ik altijd een bijzonder teleurstellende bezigheid TOT de introductie van de nederige webcam in deze tak van sport.

Een jaar of 15/20 geleden kwamen een paar zeer goocheme amateur astronomen op het idee om een webcam te ontdoen van zijn “pieplensje” en die vervolgens te koppelen aan een iets minder pieplensje in de vorm van een telescoop. Het oorspronkelijke meest succesvolle webcammetje was het beroemde “eitje” van Philips welke met een schrander koppelstukje zo in het primaire brandpunt van je telescoop kon worden geplaatst…enne…ook al zag zo’n “eitje”, origineel bedoeld als “skype-camera” voor videoconference doeleinden, er niet echt “high tech” uit… het gevalletje had wel een echte CCD chip in zijn binnenste verstopt. Ok….het was bepaaldelijk geen joekel van een CCD chip edoch slechts een heul klein “piepchippy”….maarre….het maken van Maan en planeetopnames met zo’n spotgoedkoop “eitje” bleek een oneindig malen plezantere en bevredigender bezigheid dan het maken van maan maar vooral toch opnames van planeten op de ouderwetschen“natte manier”.! Het “waarnemen” met zo’n webcam/eitje gaf een wereld van verschil in wat je opeens (wel) kon “zien” ten opzichte wat je kon zien met old school waarneem methodes als met het oog danwel met een natte camera.

Ik ben ietsjes later ingestapt en ik heb een jaar of 15 geleden een nazaat van het “eitje” aangeschaft…de rechthoekige zilverkleurige echter niet minder beroemde en succesvolle Philips To U pro. Ik heb me daar toch een dikke 5 jaar best wel zeer kostelijk mee vermaakt maar daar kwam met de aanschaf van mijn Canon 1000D digitale spiegelreflexcamera, ter vervanging van mijn “natte” ZENIT B analoge spiegelreflexcamera, abrupt een eind aan mijn “soepballen-periode”! Tot ik een weekje of drie/vier geleden “onder een grote berg stof” mijn oude vertrouwde philips To U pro webcammetje weer tegen het vege lijf liep…..enne…. nou weet ik heus wel dat “planetcam-techniek” sinds het eerste prille experimentele webcamgebeuren een zeer grote vlucht heeft genomen met de komst van steeds maar weer nog geavanceerdere speciaal voor maan en planeetfotografie gemaakte digitale planeetcamera’s….en derhalve koester ik mij dus absoluut geen illusies als het gaat om het met de To U pro aangaan van de concurrentiestrijd met dit soort van High tech astrospeelgoed, Maar ach….dit leuke en handige gevalletje gekoppeld aan mijn 20 jaar oude klassieke windows 98, HP XE2 laptoppie. is nog steeds in staat tot het schieten van hele fatsoenlijke Maan en planetenplaatjezzzz!!!

Webcammen is een trouwens echt een totaal andere tak van astrofotosport dan “fuzzy blob fotografie”. Zaken zoals o.a. lange belichtingstijden….zo precies als maar mogelijk poolas uitlijnen…het moeten werken onder een kraakheldere sterrenhemel…zijn hier totaal niet van toepassing voor het verkrijgen van kekke strakke plaatjes. Wat wel handig/noodzakelijk is dat je gebruik maakt van de zwaarste montering je maar kunt tillen (als je een noodgedwongen mobiele astrofotograaf bent) dan wel de zwaarste montering die je budget aan kan. Bij het vastleggen van details op kleine planeetschijfjes zijn trillingen een zeer ongewenste gast!! Hoewel je in principe met iedere telescoop zowel fuzzy blobs als planeten kunt fotograferen zijn sommige instrumenten net effe iets geschikter voor een specifiek type object dan andere. Korte, dikke snelle Newtons voorzien ¼ lambda standaard optiek….zoiets als bijvoorbeeld een 20cm F4 zonder comacorrector….hebben het moeilijker dan bij voorbeeld zoiets als een 15cm F8 apo-refractor of bijvoorbeeld Schmidt en Maksutov cassegrains met openingsverhoudingen van F10-F20 of…en laten we die ook vooral toch NIET uitvlakken….een zogenaamde planetaire Newton. Die laatste, een commercieel   (helaas) toch wel onnodig zeldzaam instrument, is een Newtontelescoop met een openingsverhouding van minimaal F8 of hoger (F10…F12…), voorzien van minimaal 1/8 lambda-kwaliteitsoptiek of liefst nog beter….oh ja en een vangspiegel die zo klein mogelijk is.

In het algemeen gesteld zijn er voor planeetfotografie telescopen nodig met hoge kwaliteitsoptiek en lange brandpuntsafstanden. Dat laatste is dan natuurlijk van belang omdat planeten zich aan de waarnemer vertonen als piepkleine schijfjes. In/op dat ene piepkleine schijfje zitten dus, als je een perfecte telescoop gebruikt, alle details “verstopt” die jouw perfecte telescoop kan laten zien. De fijnheid, de kwaliteit van die details hangt naast de mate van perfectie van de telescoopoptiek ook nog mede af van de diameter van het telescoopobjectief (spiegel dan wel lens) en van de mate van luchtonrust van de atmosfeer waardoor de lichtstralen zich hebben moeten voortbewegen om uiteindelijk door jouw telescoop tot een planeetbeeldje te worden verwerkt. Hoe groter je perfecte spiegel/ lens en hoe rustiger de atmosfeer, des te fijner zijn de details op het gevormde planeetschijfje….en zie dus wat dit laatste betreft, effe op een zijspoor gesprongen, de bestaansreden van de net….hieper de piep hoera….30 jaar geworden Hubble ruimtetelescoop…..dikke kijker en geen atmosfeer….succes verzekerd, nou ja….eh….mits je natuurlijk geen 2.4 meter hoofdspiegel aan boord hebt van badkamer lach (of was het nou toch…huil??)-spiegelkwaliteit!!

OK….stel dus dat één en ander aan alle optische en atmosferische perfectievoorwaarden voldoet, benne we er dan?? Nah…nee….want je zit dan nog met het feit dat al dat planetaire schoons verstopt zit in/op dat piepkleine planeetschijfje…..enne als dat planeetschijfje nou bijvoorbeeld kleiner is dan de een pixel van jouw “detector” dan zie je in feite alleen maar één een beetje vaag gekleurd pixelpuntje op je zuurgemaakte opname. Om dit probleem op te lossen kan je twee dingen doen….de eerste is door een detector in het beeldveld te plaatsen met veel kleinere pixels zodat, effe kort door de bocht, het kleinst zichtbare detail op één zo’n pixeltje past of je zorgt er voor dat je je planeetschijfje zodanig veel groter maakt dat je hetzelfde effect bereikt met je huidige detector.

Ofwel….en heel belangrijk…de “verstandhouding” tussen de kleinst weergegeven detailafmetingen afgebeeld door jouw optische systeem onder jouw plaatselijke waarneemhemel en de afmeting van de individuele pixel van de door jou gebruikte detector moet zo goed mogelijk op orde zijn wil je het maximale uit je planeet (maan) opname halen. Op dit vlak zijn telescopen die van huis uit gebouwd zijn met een lange (1.5 meter of langer) brandpuntsafstand altijd in het voordeel, maar ook/zelfs bij die moet er toch vaak teruggegrepen worden naar zo ongeveer de oudste optische dienaar in het accessoire-arsenaal van den (amateur)astronoom en dat is die goeie ouwe vaak verguisde zogenaamde Barlowlens. Met deze negatieve (de lens is dan aan beide kanten hol) kan je kunstmatig de brandpuntsafstand van je telescoop verdubbelen, verdrievoudigen en zelfs vervijfvoudigen!! De reden waarom de Barlowlens nog weleens zo verguisd wordt is vanwege het feit dat Barlowlenzen van een optisch dubieuze (plastic) kwaliteit vaak te vinden zijn bij bij van die goedkope ranzige speelgoedzaaktelescopen en dan worden aangeprezen in relatie tot het verkrijgen van idioot hoge maar compleet onwerkbare vergrotingen. Natuurlijk is een Barlowlens geschikt hiervoor maar niet van die achterlijke goedkope plastic gebakkies….Echte barlows kosten echt geld!!!.

In het geval van mijnHigh spec 20cm Orion Optics F6 “fuzzy blobs eater” Newton is de 1.20 meter brandpuntsafstand van dit instrument bij lange na niet lang genoeg voor optimale planeet c.q. gedetailleerde maanfotografie…en dus gebruik ik al sinds het uitsterven van de Dino’s een goede 3x barlow. Met die 3x barlow komt de brandpuntsafstand op 3.60 meter en in combinatie met de To U pro (trouwens ook daterend uit de tijd van de Dino’s!!) en de 1/8lambda Newton optiek rollen er zelfs anno 2020 nog steeds hele plezierige maan en planeetplaatjes uit deze set up. Oh…enne…om dit digitaal klassieke opzetje helemaal “dino-proof” te maken dien ik nog te vermelden dat de lap top waaraan ik al dit klassiek digitale schoons verbonden heb ook nog eens een echt oudje is en wel een uit 1997 stammende HP Xe2, die nog draait onder Windows 98!

MAAR….ondanks het gebruik van al deze “ouwe meuk” is de astrofotografische pret bij het zo nu en dan op de korrel nemen van Maan en soepballen er zeker niet minder om, ook al vanwege het fijne feit dat ik voor deze bezigheid nu eens NIET mijn hele instrumentarium naar de Biesbos en terug hoef te slepen….Nope…of ik stel, na toestemming te hebben gevraagd aan mijn “groene wederhelft, het hele zooitje op op ons dakterrasje tussen haar plantjes…of…ik mik het het hele zooitje gewoon buiten op de stoep. Dat laatste is als het gaat om het vast weten te houden van de concentratie van vanwege de vanzelfsprekende afleidende aandacht van het langslopende publiek altijd wel…eh..”een dingetje”!!

Voor het maken van deze opname heb ik mijzelve deze keer nedergestreken op het groenovergoten dakterras van de onvolprezen wederhelft. Zogezegd met de EQ6, de 20cmF6 Newton, 3x barlowlens, Philips ToUpro plus bijbehorende fabriekssoftware en de HP Xe2. Die fabriekssoftware van de ToUpro is natuurlijk “ouderwetschen flutzooi” vergeleken bij die specialistische planeetfototgrafie-programma’s die heden ten dage in combinatie met dito gespecialiseerde camera’s worden gebruikt….maar toch….werkt één en ander intuitief en goed genoeg om tot, waarlijk al zeg ik het zelf, zeer aardige plaatjes te komen.

Om tot dit eindresultaat te verkrijgen heb ik de To U pro ingesteld op de gebruikelijke 20 frames per seconde en een zo laag mogelijke gain (om ruis te beperken) enne…voor de rest is het vooral een kwestie van zoveel mogelijk frames/subjes schieten. Voor dit plaatje van de krater Morates (diameter 115 km…diepte 3 km…een flink gat dus!!), gelegen in het zuidelijk hoogland van de Maan, heb ik uiteindelijk iets van 1700 frames door Registax heen gejast en daarna met photoshop 6.0 nog een beetje opgepoetst!!

Tot zover mijn Maanverhaal en hoe nu verder?? Ach…ik heb ondertussen alweer twee zeer geslaagde kraakheldere “fuzzy blob expeditie’s” achter de kiezen met dank, hoe wrang dit ook moge klinken, aan dat “fijne schone luchten ”corona-virus….maarre…..dit gezegd hebbende zou ik zolangzamerhand met alle liefde van de wereld al die fraaie heldere sterrennachten ook wel weer willen inleveren voor zoiets “nomaal menselijks”als een “anderhalve meter vrije nationale knuffeldag”!!! Gegroet en houd moed!!

Share
Over Jan Brandt

Comments

  1. Wim en Frieda zegt

    Wat een verhaal, de uitleg gaat onze pet te boven maar je enthousiasme is bewonderenswaardig!

  2. Ik denk ik reageer niet, want de blog is alleen voor Wim en Frieda bedoeld. Oeps, doe ik het toch. 😀

Speak Your Mind

*