Site pictogram Astroblogs

MEER………M16 & M27

Emissienevel M16….Adelaarnevel plus toch nog (ondanks corona) een “gratis” vliegtuigspoor.

En de woestfanatieke veld-astrofotograaf zeide (in het vorige blogje) “Er zij meer” en….Jawel…..”er was meer”!!!
Zogezegd….heb een weekje of wat geleden een vet rondje aan “coma astrofotograferen” gedaan….drie nachten achter elkaar….en zie hier de “buit” van nacht nummero deux!

De “buit” van deze avond bestaat uit twee representanten c.q. uitersten in de levenscyclus der sterren. De ene, messier 16 ook wel bekend onder de naam de “Eagle (Adelaar) nebula”, de andere, Messier 27, door het dagelijks sterrenleven gaand onder de naam “Dumbell (Halter)nebula”.
Messier 16 (diameter 70 lichtjaar/afstand 8000 lichtjaar) is een emissienevel c.q. stervormingsgebied van hetzelfde soort als bijvoorbeeld de beroemde grote Orionnevel (M42) en tevens ook de nevel waarin de wereldfameuze zogenaamde “pillars of creation”zich bevinden. Dit specifieke (kleine) stukkie Adelaarsnevel verwierf wereldfaam vanwege die ene ozo bekende foto genomen met de Hubble space telescoop.
Messier 16 is dus een emissienevel waarin waterstofgas en donkere sigarettenrook-achtige stofwolken (bestaand uit o.a. hele fijne koolstof, zuurstof en stikstofdeeltjes) meestal door een nabije supernova en diens schokgolf tot stervorming wordt “gedwongen”. Het is dus een relatief jong object waar ,as we speak, een zogenaamde open sterrenhoop aan het ontstaan is.

De, naar kosmische begrippen,  bescheiden leeftijd van dit object is te zien aan het nog aanwezig zijn van piepjonge hete blauwe “zware jongens-sterren”. Deze “zware jongens” rossen hun brandstof in een gestoord tempo er doorheen, vergeleken met de veel zwakkere (en derhalve ook veel lastiger waar te nemen) uiteraard ook op hetzelfde moment “geboren” lichtgewicht sterren van het formaat zoals o.a. onze Zon, om vervolgens kort na hun turbulente geboorte met veel spektakel weer het hoekje om te gaan.

Deze jonge hele blauw “zware jongenssterren” stralen veel ultra violet hoog energetisch licht uit en deze “ADHD-fotonen” zorgen voor een tijdelijke ionisatie van het alom aanwezige “geboorte waterstofgas” en bij het terugvallen van die tijdelijk losgeslagen elektronen naar hun “moeder-atomen” gaat de waterstofgasnevel, gelijk een TL-buis, (zichtbaar) licht uitzenden, voornamelijk in de rode waterstof emissielijn van 6563 Angstrom..

Gespecialiseerde (gekoelde) CCD-astrocamera’s en “voor het nog betere astrofotowerk” gemodificeerde digitale spiegelreflexcamera’s (DSLR’s) zijn dol op deze rode fotonen en daarom worden dit soort nevels ook altijd zo mooi in een diep paarsrode kleur afgebeeld op de desbetreffende astro-glossy-pixies…en…derhalve dus ook op mijn nevenstaande hemelplaatje.

Het “verneu…eratieve” met dit soort nevels (de grote glorieuze Orion nevel is daar helaas zo ongeveer het meest dubieuze voorbeeld van) is dat hun fotografische dieprode kleurenpracht verwachtingen schept die zelfs met een dikke telescoop (zoiets als als een 40cm dobson-monster)….visueel….met het blote oog achter het oculair…. echter totaal NIET waargemaakt kunnen worden. Dit omdat de lichtgevoeligheid van het menselijk oog helaas van een hele andere (mindere) orde is dan dat van een digitale detector…maar ook en vooral omdat de kleurgevoeligheid van het menselijk oog des nachts het compleet laat afweten vergeleken met weer diezelfde oppermachtige digitale detectoren.
Het menselijk oog is, omdat onze lokale ster de Zon het meest intens in deze golflengtes straalt, het gevoeligst in het geel-groene gedeelte van het spectrum en als je dus dit soort nevels visueel te grazen neemt zie je hoogstens een vale grijsgroenige kleurzweem….ook leuk en absoluut niets verkeerds mee…maar wel even heel erg anders dan op al die mooie edoch verkeerde verwachtingen scheppende glamourfoto´s….U bent bij deze (wederom!!) gewaarscuwd!!

Mooie dooie Halternevel, Messier 27 in Vulpecula

Het andere plaatje behelst het eindpunt in de levenscyclus van een ster….in dit specifieke geval het levenseinde van een lichte ster, een ster zoals onze Zon bijvoorbeeld….want dat is Messier 27 beter bekend onder naam “De Halternevel” in het sterrenbeeld Vulpecula (Vosje).
Uitgaande van de fraaie dubbelster, Albireo, aan de kop van het sterrenbeeld Zwaan is het een kwestie van het onderste lijntje heldere sterren van het naburige sterrenbeeld de Lier (waartussen die andere “mooie dooie” Messier 57, de Ringnevel te vinden is) verlengen via voornoemde dubbelster Albireo richting sterrenbeeld Vosje….enne…voila, zie daar de hele mooie grote (een flink suk groter dan de Ringnevel!!) en ook nog eens behoorlijk heldere Halternevel….een object welke zowel fotografisch als visueel een waar feest voor de zintuigen is.

Het hoofdbestanddeel van het door deze nevel uitgestraalde licht zit ergens in het groene gedeelte van het spectrum en wel in het licht dat door dubbelgeioniseerd zuurstof wordt uitgezonden.
Dat kleurtje groen is,  in tegenstelling tot de visueel kleurloze (rode)Adelaarsnevel, in dit geval visueel dan  wel weer best leuk genoeg zichtbaar.
Echter door fotografische digitale roodgevoelige ogen bezien blijft de dominante kleurtoon overigens ook bij deze “mooie dooie” nog steeds gewoon veel meer naar het rood neigen.

Messier 27 is dus een Zon-achtige ster aan het einde van haar levenscyclus. Omdat de waterstof in het centrum van de ster op begint te geraken en kernfusie-reactor in dat centrum stil dreigt te vallen, begint de sterkern samen te trekken onder invloed van de natuurkracht aller natuurkrachten….zijnde gravitatie…. Daardoor wordt de sterkern heter en heter en kan zij haar aanstormende definitieve overlijden nog even een tijdje uitstellen door over te gaan op helium-kernfusie. Door die hetere sterkern gaan de buitenste lagen van de ster uitzetten en deze ontsnappen uiteindelijk in etappes aan de gravitatie van compacte hete sterkern.

Zo’n opgeraakte sterkern van een lichte ster noemen we een witte dwerg en het geheel van die paar de wereldruimte in expanderende gasschillen noemen we dan weer een planetaire nevel. De planetaire nevelfase in het leven van (lichte) sterren duurt trouwens vergeleken met de totale levensduur van een lichte ster…(gemiddeld zo’n 10 miljard jaar)…niet echt bijster lang. In de literatuur ben ik leeftijden voor Messier 27 tegengekomen die varieerden van 4000van tot 40 000 jaar, afhankelijk van de al dan niet nauwkeurig gemeten expansiesnelheden van de verschillende gasschillen. De gasschillen bij dit specifieke object bezien we trouwens van de zijkant en vandaar die typische dubbellobbige haltervorm, dit in schril contract met de naburige Ringnevel waar we toevallig precies van bovenaf het object mogen aanschouwen. Oh ja…enne….tot slot nog even voor de volledigheid, alleen lichte sterren produceren planetaire nevels.

Nou ja….hoe het ook zij…..jong en oud…rood en groen….groot en klein….Beide objecten M16 en M27 zijn voorwaar aangenaam fotogeniek.
Beide objecten zijn op dezelfde plezant heldere zomeravond geschoten met de Canon1000D-500mm F8 Maksutov telelens/lacerta Mgen combi welke rotsvast langs het firmament werden geleid door de mighty zwarte EQ6 montering. Voor M16 heb ik standaardrecept van 6 x 5 minuten toegepast en voor M27, puur en alleen omdat ik de tel was kwijtgeraakt…8 x 5 minuten.
Oh ja….enne….een  welgemeend hiep hiep hoeraaaaaa….na een week van droevige noodgedwongen abstinatie kunnen wij in alle uitbundige blijheid constateren dat het hopman Arie dan toch gelukt is om de astrowebsites der astrowebsites weer on line te krijgen!!!

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten