Site pictogram Astroblogs

Bergen op pulsar J0711–6830 zijn niet hoger dan 0,0085 centimeter

Impressie van een pulsar. Credit: NASA’s Goddard Space Flight Center

J0711–6830 is een pulsar op 358 lichtjaar afstand van de aarde, een zeer snel ronddraaiende neutronenster, wiens bundel radiostraling naar de aarde is gericht. Met de zwaartekrachtdetector LIGO in de VS heeft men geprobeerd om zwaartekrachtgolven van de pulsar te detecteren. Da’s niet gelukt. Uit die ‘null-detectie’, zoals dat heet, heeft men iets interessants af kunnen leiden, namelijk de maximale hoogte van ‘bergen’ op de pulsar. Eh… bergen op een pulsar? Yep, dat vraagt enige uitleg. In principe zijn pulsars/neutronensterren perfect gladde bollen, die in hun volume van pakweg een middellijn van 15 km de massa van de zon herbergen – één theelepel neutronenster weegt zo’n 10 miljard ton. Neutronensterren kunnen op twee manieren bergen krijgen: als ze een begeleidende ster in de buurt hebben, waar ze materie vanaf snoepen, welke terecht komt op het oppervlak van de neutronenster, waar het zich dan ophoopt tot bergen van hooguit enkele millimeters hoogte. En het kan ontstaan als de roterende neutronensterren een soort wiebel vertoont, een niet-symmetrische afwijking waarbij de neutronenster iets deformeert en ‘ie geen perfect gladde bol meer is. Die wiebel genereert niet alleen zwaartekrachtsgolven (die LIGO boven een bepaalde drempelwaarde zou moeten kunnen zien), maar ook ‘bergen’.

Credit: LIGO

Uit de null-detectie van zwaartekrachtsgolven van J0711–6830 – da’s zo’n alleenstaande pulsar met een wiebel – kan men afleiden dat de afwijking van de equator van een perfecte cirkel niet meer bedraagt dan 85 micrometer, da’s de dikte van een menselijke haar. Bergen op J0711–6830 zijn daarom niet hoger dan 0,0085 centimeter. Hier het vakartikel over de waarneming aan enkele milleseconde-pulsars, waaronder J0711–6830. Bron: LIGO.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten