Geologen hebben het vermoeden dat de aarde twee keer in haar geschiedenis bijna volledig bedekt is geweest met ijs, de sneeuwbalaarde genoemd. Relatief kort na elkaar in het geologische tijdperk Cambrium zou dit gebeurd zijn, zo’n 700 miljoen jaar geleden. De beide ijstijden zouden gevolgd zijn door een explosie van complexe vormen van bacterieel leven. Lange tijd hebben wetenschappers zich afgevraagd wat de oorzaak is geweest van de twee sneeuwbalaarden. Onderzoekers van het MIT denken nu dat de oorzaak gelegen is in ‘rate-induced glaciations’, anders gezegd dat de aarde in korte tijd te maken kreeg met een afname in de hoeveelheid zonlicht en dat die terugval leidde tot het ontstaan van grote ijstijden. De afname hoeft niet per sé tot een bepaalde drempelwaarde te leiden, maar wel moet de snelheid van de afname sneller gaan dan een bepaalde kritische snelheid. Een afname van 2% in een periode van 10.000 jaar zou voldoende moeten zijn om de vorming van een sneeuwbalaarde voor elkaar te krijgen. De afname hoeft niet gerelateerd te zijn aan de zon, ook oorzaken zoals grote vulkaanuitbarstingen die het zonlicht door hun uitstoot van vulkanische stoffen blokkeren of wolkenvorming door biologische processen kunnen de afname van zonlicht veroorzaken.
Er moet toen een ‘runaway’ proces opgetreden zijn, waarbij het albedo – het reflecterend vermogen – van het ijs sterk toenam en daardoor de aarde verder afkoelde. Toen de hoeveelheid zonlicht afnam groeiden de poolkappen en nam de hoeveelheid licht reflecterend ijs toe, dat op haar beurt weer leidde tot afname van de temperatuur. Hier het vakartikel over de sneeuwbalaarde, verschenen in Proceedings of the Royal Society A. Bron: MIT.