16 april 2024

De Helixnevel, NGC 7293……angstgegner pur sang!!

de Helixnevel in het sterrenbeeld Aquarius (Waterman)

Zoals het Nederlands voetbalelftal unseren degelijke oosterburen als “angstgegner pur sang” heeft/had (??) zo is dit specifieke object echt mijn persoonlijke astrofotografische “femme fatale”, want kolere zeg, welk een joekel van een hoeveelheid werk en frustratie  is er in  gaan zitten om uiteindelijk nevenstaande, toch best niet onredelijk ogende, hemelkiekje eruit te wurgen.

Drie avonden a raison de vier uur aan “buitenspeel-tijd”, drie verschillende gebruikte telescopen en nog eens een dikke 20 uur aan laptop-tijd….plus een hele riante dosis aan “anti frusto-pillen” (geintje, meneer sonnebergh!!) heb ik er doorheen gejast om dit plaatje te verkrijgen…..enne….dan heb ik het niet eens over de twee pogingen die ik de twee voorafgaande jaren heb ondernomen om een enigszins te hoegen kiekje van “het kreng” tot de mijne te mogen noemen.

De oorsprong van dit”astofotografisch melodrama” is in feite terug te vinden in het begin van de jaren 70 van de vorige eeuw. Bij de helaas niet meer bestaande stichting “De Koepel”… (het toenmalige overkoepelende orgaan van alle amateur sterrenkunde clubs/volkssterrenwachten en toen ook nog uitgever van het gelukkig nog wel bestaande fraaie sterrenkundeblad ZENIT!!)…..destijds gevestigd in de Utrechtse sterrenwacht de Sonnenborgh”,  kon je toen namelijk een heel setje gestoord mooie posters kopen van enkele van de fraaiste, aan de noordelijke sterrenhemel te vinden,  deep sky objecten.

Deze gruizig makende “astro pin ups” (Absoluut geen fraaie dames aan de puberslaapkamermuur bij  deze, toen al en nu nog steeds,   fanatieke astro-nerd!!) werden gemaakt met behulp van de fameuze 5 meter Hale telescoop op Mount Palomar.  Ik heb er toendertijd uiteraard meerdere van mogen aanschaffen en daarvan hangen er  nu nog twee “survivors” (de Andromedanevel en het Zevengesternte) in mijn werkruimte…..Nee, niet meer in mijn slaapkamer, die is tot op heden nog steeds “behangen” met een x-aantal fraaie posters van….STARTREK. Yep…..niet echt het het standaard slaapkamerbehang voor een volwassen m(J)an van nu alweer 59  nare koude gepekelde corona-winters….of waren het nu toch frisse vrolijke pretlentes…..maar nog steeds met de bescheiden en nog steeds  ietwat bedenkelijke goedkeuring van de zeer gewaardeerde wederhelft….maar goed, dit terzijde.

Een mount Palomar-poster die het NIET heeft overleefd was er dus eentje van de bloedstollende mooie rooie Helixnevel….enne….net zoals met het zevengesternte en de Adromedenevel heb ik mij toendertijd knalhard voorgenomen al deze wonderschone deep sky objecten ooit eens te gaan zien en te gaan fotograferen. Met twee van deze objecten, te weten de Andromedanevel en het zevengesternte,  is dat al gelukt…en eigenlijk best wel met relatief weinig mooite……maarre…dat kenne we van numero troi,  die “astronomische femme fatale” in de vorm van die wulps mooie rooie Helixnevel, dan weer bepaaldelijk NIET zeggen…..dazzz ech wel een heul zware “verovering” gebleken!!

Ok….wat is die Helixnevel eigenlijk voor een “ding”??  Welnu….als je haar opzoekt in “de literatuur” en in een gemiddelde  deep sky catalogus,  dan zou je op het eerste gezicht geneigd kunnen zijn om te zeggen “makkie” und “katze in das bakkie”….want de Helixnevel is namelijk de meest dichtbij zijnde planetaire nevel die we kennen.  Deze zonachtige tot Witte dwerg geevolueerde ster, gehuld in haar 12 miljoen jaar oude doodskleed (de planetaire nevel die overigens helemaal niets van doen heeft met planeten) met een diameter van net geen 3 lichtjaar komen al tegen op een bijkans “om de hoek-afstandje” van slechts 650 lichtjaar vanaf Moeder Aard.

Haar “op papier-helderheid” (magnitude 7.6) is prima in orde en omdat zij zo dichtbij staat is haar omvang aan de nachthemel ook nog eens van een “formaatje joekel” met bijna een halve volle maandiameter(!!),  oh wonderschone vuige verleidster die zij is. Ofwel…..pas de probleme, zou je zo zeggen….maar ja….het “gedonder in de glazen” met deze kosmische schoonheid begint voor ons relatief hoog noordelijke breedtegraad aardklootbewoners met het dubieuze feit dat dit object vanuit les Pays Bas bezien echt wel hopeloos laag boven de (lichtvervuilde) hollandse zuidelijke horizon  in het sterrenbeeld Aquarius verscholen staat. Vanuit mijn waarneemplek  met een heel redelijk vrij uitzicht op een zuidelijke horizon stijgt  ie echt maar net boven een heus niet zo hoog rijtje fraaie Biesbosboompjes uit.

Mijn “tijdslot”….(zucht…en dan denk je 650 lichtjaar ver weg van heel dat “corona-carnaval” op Moeder Aard verlost te zijn van…eh…..”corona-beperkingen”…)….om dit object bij de astrofotografische kladden te kunnen vatten ligt ergens tussen half september en half Oktober….en zelfs dan moet ik nog goed uitkijken en wachten als ie net achter een verloren Biesbosboomtoppie langs wenst te kruipen. Yeppo….timing is dus zeker “een dingetje”!!!

Wat ook niet meewerkt is de combinatie van helderheid, diameter aan de hemel en lichtvervuiling laag aan de hemel. Nu is het zelfs onder een ECHT kraakheldere hemel altijd vet handig als het te fotograferen object zo ongeveer in het zenit (recht boven uwen harses!!) staat, want zelfs zo’n pikzwarte sterrenhemel is dicht bij de horizon altijd net effe een flink stukkie minder pikzwart.
Echter…om de Helixnevel recht boven mijner Dordtschen boevenkop te krijgen moet er voor een kort maar krachtig avondje sterretjes gluren wel erg hard gereden worden met het nedrige 2cv’tje,  om die luttele paar 1000 kilometer zuidwaarts in een hoegbare tijd te overbruggen. Nu zijn mijn beide brave wonder-2cv’tjes tot heel veel in staat….maarre…dit wonder is zelfs voor mijn geliefde dappere dametjes toch net effe iets te hoog gegrepen.  Wil je dit object dus makkelijk te grazen nemen dan is een (astro)vakantie naar minimaal het diepe zuiden van la douce France een hele goede zet! Nu ben ik zoiezo niet zo’n “dappere reiziger” en in deze maffe tijden al helemaal niet…en dus heb ik het gewoon maar te doen, of ik dat nou wil of niet,  met de (on)genoegens van de diepzuidelijke hollandse sterrenhemel. Afijn…en zie hier minpuntje numero deux

.
Wat ook niet echt meewerkt is het feit dat dit object op papier bezien dus best wel “lekker helder” is….maar ook “lekker groot” en het is juist die combinatie die het vangen van dit illustere object  tot een zeer lastig klusje maakt. De helderheden die “in de boekjes staan” moet je zien als de helderheid die het objct zou hebben als je hem/haar ineen zou krimpen tot een sterpuntje. Een hele hoge helderheid in combi met een grote afmeting van het object  betekent dat de oppervlaktehelderheid en dus de waarneembaarheid in veel gevallen behoorlijk kan tegenvallen en zo ook met de Helixnevel.

Ik heb in mijn royaal 50jarige  “astro-loopbaan” meerdere artikelen gelezen waar deze nevel als goed zichtbaar in zoiets bescheidens als een 15cm kijker of zelfs een 7×50 verrekijker beschreven staat.  Nah….ik heb dit specifieke “vuige hemelgebakkie” verscheidene keren visueel proberen te vangen met mijn 40cm Dobson-monster…maarre…zilch, nada, noppes, …totally nothing…… Lichtvervuiling plus lage stand boven de horizon= de ultieme fuzzy blob pret killer…….. Misschien zou het vanuit Nederland kunnen lukken  vanaf het dark sky reserve op Terschelling, maar ja…..vanuit dat fraaidonkere oord staat “het kreng”…grrrr…nog lager boven de zuidelijke horizon. Nou ja….het is wat het is en je probeert, zoals met alles in het leven, er het beste van te maken.

Het fotograferen van hemelobjecten onderscheidt zich in feite door twee heel verschillende “werkprocessen”….Het eerste is het proces van het zogenaamde “veldwerk” in de vorm van het verzamelen van “data”….zijnde het zo efficient mogelijk vergaren van zoveel mogelijk “object-fotonen” in combinatie met liefst zo weinig mogelijk “stoor en ruis-fotonen” enne…dat valt met dit object onder mijner lichtovergoten Randstad Biesboshemel met een niet narrowband DSLR bepaaldelijk niet mee. Een subje van 6 minuten geeft het nevenstaande ogenschijnlijk afschuwelijke bak 13 resultaat.

het vers uit de DSLR ruwe (RAW-format) 6 minuten subje!

Het tweede werkproces is met behulp van (een hele kudde aan) beeldbewerkings software alle, in jouw moeizaam geschoten kl…piep…en-subjes aanwezige, “object-fotonen” proberen te scheiden van die hopeloze vloedgolf aan “stoor en ruis-fotonen”. En weet U…..ik ben nu best wel een aardig tijdje bezig met deze (on)zalige bezigheid…enne…ik ben zolangzamerhand toch heus wel iets gewend….maarre….nog steeds zakt mij bij het aanschouwen van zo’n eerste, zum kotschen maagdelijk wit,  kl…piep…en-subje de astrofotografische moed echt heel diep in de maatje 46 bordeelsluipers, hoor!!! Ik weet….zou moeten weten…dat alles aan gewenste object-fotonen echt in zo’n waardeloos ogend subje verstopt zitten,  maar deze keer heb ik mij toch maar liefst twee keer bij de twijfelneus laten nemen.

Ik ben dus maar liefst drie nachten met drie verschillende instrumenten in de weer geweest voordat ik pas echt..eh.. “het licht zag”!!
Eerst met de 1000mm F10 Mak en 8 subjes van 10 minuten (=80 minuten tandhakken!!) om die subjes vervolgens bij thuiskomst vertwijfeld en gefrustreerd toch maar in bak 13 te mikken. Nacht nummertje twee ben ik met de kleinere maar snellere 500mm F8 Mak (8 subjes x 8 minuten) op jacht geweest en ook toen heb ik uiteindelijk mijzelve wijs gemaakt dat het verkregen ruwe resultaat zelfs met de meest draconische digitale wondersoftware niet tot mijn heuse eigenste mount Palomar-poster zou kunnen leiden.

En dus…..in het kader van drie maal is scheepsrecht……uiteindelijk toch maar weer met “The really big guns” naar het Helixnevel-front getogen…enne…met de kreet “The really big guns” bedoel ik uiteraard mijn oude vertrouwde alleskunnende High spec 20cm F6 Newton. Deze super-Newton is en blijft toch echt mijn optische parade-paardje!! Tja…..maar ook met deze telescoop kreeg ik wederom de frusto-rilbibbers bij het bekijken van (bovenstaande) eerste …piep….subje van 6 minuten.

Hoewel ik toch van de eerste “digitale generatie” ben…. opgegroeid in mijn snotsneus-periode tijdens de introductie van de eerste programmeerbare rekenmachientjes….. (Weet U nog, oudje….Texas instruments Ti 57…Hewlett Packard HP 41C…plus hier en daar nog een paar verdwaalde Casio-kneusjes..hihi)….. blijft het voor een “astrobejaarde” zoals uw nedrig scribent alhier nog steeds een wonderbaarlijke ervaring wat je… “met wat geklooi met software”” allemaal niet voormekaar kunt krijgen….want in dat lelijke witte ruwe bak13 subje zit toch verstopt/verpakt alles wat tot het uiteindelijke kleur en contrastrijke eindresultaat heeft geleid…wonderlijk…wonderlijk….wonderlijk!!!!.

Edoch dat ging zeker deze keer bepaaldelijk niet zonder slag of stoot. Ik hoor van collega astrofotografen welleens  van die soms echt gestoord “vreselijke getallen” als belichtingstijden van  wel  40 uur of meer per “kiekje” en daarna nog eens het dubbele of meer aan tijd achter de computer voor het beeldbewerkings-proces om die 40 uur aan data tot dat ene glorieuze eindplaatje te verwerken. Ok…voor een hit and run vrije veld astrofotograaf zijn belichtingstijden van 40 uur uiteraard nicht im frage….maar nu, met dank aan de wat meer lichamelijke rust gevende automatisering in de vorm van de autoguider, voelen belichtingssessies tot wel twee uur zeker niet meer zo ondoenlijk barbaars aan.

Derhalve vond ik het nu dan toch het juiste moment om ook maar eens wat proberen te verbeteren aan de andere kant van mijn totale astrofotografische werkproces te weten het thuiswerk beeldbewerkingsgebeuren….enne….omdat de Helixnevel, voor mij in elk geval,   dus best wel zo’n moeilijk kreng bleek te zijn,  het ideale object om….eh…”to boldly go where  no digi-m(J)an has gone before”…om er maar eens een fijne Startrek-draai aan te geven.

Vroegah maakte ik gebruik van, in volgorde van opkomst, Deep Sky Stacker- om tot een gestacked,  gekleurd en (zwaar) contrast-verhoogd TIFF’je te komen/vervolgens Canon digital photo professional voor nog wat extra kleur en contrastcorrectie-werk EN om daarna gebruik te maken van de optie om het (mega MB) TIFF-file te converteren naar een wat kleiner en behapbaarder JPEG’je. Mijn finale digitale stap doe/deed ik dan met een hele oude versie van photoshop (6.0) om van dat grote JPEG’je een nog kleiner “astroblogsvriendelijk” JPEG’je te maken plus nog een “afdruk-JPEG’je” voor in mijn “astronomisch bejaarden tehuis fotomapje”.

Dit, met het beeldbewerkingszwaartepunt op Deep Sky Stacker liggend, digitaal afwerktraject heeft mij de afgelopen ruim 100 astrokiekjes relatief makkelijk en  effectief vlotwerkend  prima gediend….MAAR….als er  dan toch iets op het echt zeer aangenaam werkend free ware programma Deep Sky Stacker aan te merken valt, dan is dat het feit dat DSS, als het gaat om kleurbewerking,  toch wel zo z’n  beperkingen heeft.

Ofwel….al in de literatuur rondneuzend kwam ik toch wel behoorlijk vaak de tip tegen om DSS alleen maar te gebruiken voor waar het echt steengoed in is….en dat is STACKEN. Als het stacken met DSS gedaan is sla je dit vervolgens op als een zogenaamd “embedded”TIFF’je,  om de rest van de kleur en contrast nabewerking te doen in meer gespecialiseerde beeldbewerings”zachtwaar” zoals b.v.. photoshop.

Het eindprodukt van stacken met DSS, een kaal “embedded TIFF’je” met, nog onzichtbaar, alles er in wat je “later” nodig hebt!!

Edoch….photoshop…alleskunnend, ingewikkeld en pittig geprijsd,  heeft tegenwoordig veel, al dan niet astro-gespecialiseerde, al dan niet gratis zijnde,  zeer capabele digitale”conculega’s” erbij gekregen. Mijn stokoude photoshopversie…6.0…wil geen TIFFjes slikken en voor die paar astroplaatjes per jaar ga ik ech nie een duur abonnement nemen op de nieuwste versie hiervan  en op dit moment zie ik het kopen van  best wel dure moeilijke  gespecialiseerde astro-beeldbewerkingssoftware (Pixinsight, astropixelprocessor…e.d.)  ook (nog) niet zo zitten….maar zogezegd er is tegenwoordig gelukkig meer dan genoeg aan prima  free ware te vinden op het internet waarmee het gewenste stapje hogerop de digitale ladder ook gemaakt kan worden.

In mijn geval is, na het nodige snor en neuzelkwerk op het internet, de keuze gevallen op het free ware programma GIMP 2.10.20. Een zeer uitgebreide state of the art “photoshop-kloon” als ik mij deze vergelijking mag permiteren. Met GIMP 2.10.20 is het kleur en contrastbewerkingsproces, ik wil nog niet zeggen “een makkie” en…trust me….het bovenstaande resultaat is dus heus NIET bereikt zonder een paar hier en daar uitgebraakte krachttermen….MAAR…..dit gezegd hebbende is GIMP aangenaam intuitief genoeg om die “krachttermcoefficient”….”onder de 1 te krijgen en te houden”.!!!

Ik ben na een dikke 16 uur leren en expimenteren best wel zeer tevreden met de helderheid, het contastverloop en de kleurschakering van de Helixnevel plus de uiteindelijk verkregen donkerte van de hemelachtergrond. Er zit in de hemelachtergrond wel nog net effe iets teveel aan vervelende rood-gradient maar dat moet dan maar even.

Een zeer controversieel en een immer terugkerend punt van simpelweg niet aflatende discussie in de wereld van de astrofotografische beeldbewerking is het probleem van  “GEZEUR MET KLEUR”!!
Het origineel verkregen DSS-Tiff’je is namelijk maagdelijk wit en het is aan “de zak achter de digi-bak “…(c’est moi!!) om daar met behulp van, in mijn geval, GIMP de  juiste kleurtjes aan toe te voegen.

Maar ja……WAT ZIJN IN HEMELSNAAM TOCH DE JUISTE KLEUREN VAN HEMELOBJECTEN???????

Ik bedoel ik heb ooit eens in een grijs verleden meegedaan aan een Marsfoto-aktie voor een astrowebsite in Arkansas (USA)….enne…ik heb toen echt nog nooit zoveel verschillende soms echt schaamteloos maffe “Marskleurtjes” voorbij zien komen om maar aan te geven dat dat gedoe met kleur een zeer subjectieve bezigheid is. Er zijn mensen die bijvoorbeeld zweren bij het zogenaamde “Hubble pallet kleurenregime” als het gaat om het weergeven van Deep sky Objecten…maarre….ik persoonlijk krijg daar toch ech minimaal zware kokneigingen van ofwel ik vind dat dus helemaal niks!! Ik ben toch meer een puur natuur m(J)anneke met een voorkeur voor ingehoudenheid als het gaat om kleurgebruik in de edele sport der astrofotografie. Maar goed…over (kleuren)(wan)smaak valt niet te twisten en ieder zijn heug en ieder zijn meug en meer van dat soort “wijsheden”!
EN DUS… kunnen/moeten we hierbij heel duidelijk vaststellen  dat het eindresultaat van een (astrofotografisch)beeldbewerkingsproces vooral toch gezien moet worden als een optelsom van zeer persoonlijke visueel esthetische voorkeurs-beslissingen….. “SMAAK en AFSPRAAK”!!
enne….ik vond…ik vind het tevreden (LEREN!!) zijn met het beeldscherm-eindresultaat van al die beslissingen plus bijbehorende verrichte digitale handelingen echt het moeilijkste deel van het hele proces welke heeft geleid tot bovenstaande kiekje van de Helixnevel.

WANNEER..OH..WANNEER…..eh…IS HET GOED….genoeg..???

Toch nog maar een heel klein beetje extra “pixelprutsen” en dan weer helemaal opnieuw (moeten) beginnen…..aaarrgggghhhh..pillen!!!!. Het leren ontdekken van de grens tussen een mooi natuurlijk overkomend bewerkt plaatje en……………eh………laat ik het maar onschrijven met de kreet…overbewerkte “BOTOX-OPNAME”, dat is echt wel “een dingetje” waar niet alleen beginners in deze sport tegenaan lopen maar zelfs ook nog de “zware jongens en meisjes”…..en iets waar dus simpelweg gewoon geen richtlijnen voor te geven zijn.

In mijn geval bijvoorbeeld zat vooral de herinnering aan die oude Mount Palomar poster mij in het begin behoorlijk in de weg.  Die mount Palomar Helixnevel was, in mijn subjectieve herinnering, namelijk fel knalrood gekleurd,  maar toen ik enige handigheid met die mooie krachtige “levels-functie” van GIMP begon te krijgen kreeg ik een heel anders gekleurd Helixneveltje op mijn beeldscherm te zien……veel meer een combi van magenta voor de ring en  lichtblauw voor het donkerder gedeelte binnen de ring…ook mooi maarre…grrrrrr…piep..krachtterm….grrrrr…NIET zoals ik mij dat in eerste instantie, met mijn oude Palomar-poster in gedachte, voor ogen had.

Hoe mooi het ook was om voor mijn verbaasde ogen, slechts door het tactisch verschuiven van een paar “beeldscherm-sliders” een volledig wit kiekje met hier en daar een nog witter sterstipje,  zonder ook maar enig spoor van die Helixnevel,   te zien transformeren in een kleur en contrastrijk kiekje met “in your face” die prachtige Helixnevel, eer ik eindelijk in het geestelijk reine was gekomen met dat,  door slechts subjectieve  vooroordelen gedreven,  “psycho-kleurobstakel”  had ik al menig digitaal worstel uurtje achter mijn kiezen!!!! Zoals eerder gezegd……leren tevreden te zijn, al is het maar voor even,  is/vind ik het moeilijkste aan deze tak van sport!!

Na het GIMP-levels-kunstje  met het nu kleurrijke TIFF’je door naar Canon digital photo professional die een (vind ik) hele fijne verscherpingsfunctie heeft en waarmee ik met z’n curves-functie ook nog wat meer aan kleine kleurverbeteringen kan aanbrengen. Als laatste gebruik ik dit programma om van het mega TIFF-file een wat behapbaarder Jpeg’je te maken.
Dit Jpeg’je ros ik vervolgens nog even door een demo-versie van NEAT IMAGE….en dit is sofware speciaal gericht op het beteugelen van kleurruis, zodat je in principe een achtergrond krijgt die echt zwart is zonder allemaal van die lelijke multicolour pixelpuntjes. Voor de finale fase haal ik dan weer mijn oude “stenen tijdperk photoshop”  van stal voor het verwerken van de grote Jpeg tot voor Astroblogs en de fotoprinter  behapbare  Jpeg-brokken……”en klaar is Klara”!!

Afijn..met dank aan “angstgegener Helixnevel”…. ben ik toch uiteindelijk op een nieuwbakken beeldbewerkings-werkflow-punt aangekomen waarmee ik, weer een stapje hoger op de ladder van kennis en vaardigheden, voorlopig wel weer even een tijdje mee vooruit kan. Mijn oorspronkelijke “workflow” van drie programma’s is er nu eentje geworden van vijf.

Wat ik vooral van mijn “Helixnevel-knokpartij” geleerd heb is dat er heel veel software te koop en te krijg is…enne…dat….om maar effe met het spreekwoordelijke gestrekte been de open deur der logica  in te trappen….al deze sofware hun goede en slechte kanten hebben. Het is nu aan “de zak achter de digibak” de kunst om verschillende goede onderdelen van al die verschillende programma’tjes eruit te vissen en die vervolgens bij elkaar te harken tot een zo effectief mogelijke “‘workflow”.  WAT je bij elkaar harkt is voor iedere individuele astrofotograaf uiteraard verschillend…..

Zoals ik het nu voor ogen heb ga ik Deep Sky Stacker gebruiken voor het stacken ( TIFF-file)….daarna GIMP (levels) voor contrast en kleurbewerking ( TIFF-file), Canon digital photo professional voor extra verscherpen en “verJpeggen van de TIFF-file” (TIFF-file/grote Jpeg),  Neat image om kleurruis nog iets meer de kop in te drukken (grote Jpeg) en als laatste photoshop 6.0 om het finale plaatje astroblogs en afdruk klaar te maken (kleine Jpeg).

Bedankt voor uw aandacht en namens een contente “angstgegner-bedwinger” zijt U allen wederom van harte gegroet, Salut!!!!

(Naschrift…zucht…..en zelfs bij het verbale nabewerkingsproces, het schrijven en gepubliceerd krijgen van dit astrofoto-epos,  vecht de Helixnevel nog vuig en ongenadig terug. Was eindelijk, zeg maar “klaar genoeg met schrijven”…Druk op de engste knop in “Astroblogsland” te weten de knop “publiceren”….EN…..wat gebeurt er???……. helemaal…f…ing niets…..AAAAARRRRRGGHHHHHHHHHHHHHH…Ontdek ik, met de krachttermcoefficient royaal boven de 1,  tot mijn stomme verbazing dat ik(???) dit epistel blijkbaar al een paar dagen geleden op Astroblogs heb geplaatst…..eh…”ikke nie wete van niks nie”.

Effe in lichte paniek Hopman Arie gebeld en zijn nuttige aanwijzingen ter oren genomen om vervolgens natuurlijk net per ongeluk (yeah…right…ech nie…er rust gewoon een dikke vette vloek op dit kreng!!) …weer…een verkeerd knopje aan te raken….et voila…al mijn tekst pleite….auw!!! Althans zo dacht ik….Gelukkig vond ik alweer snel de automatische back up terug…enne…gaan we het gewoon nog eens proberen om dit verhaal veilig op Astroblogs te plaatsen. Wish me luck!!

Oh ja…enne…ik ga de komende paar weekjes eventjes helemaal NIETS meer  fotograferen….effe…gewoon ontspannen met het blote oog achter mijn dikke Dobson en even ….mijn excusses voor deze krachtige kreet maar het zit mij nu echt even heel hoog…..geen digitaal gezeik aan mijn kop!!!)

Share
Over Jan Brandt

Comments

  1. J.A. Tazelaar zegt

    wat een zogenaamd geestig taalgebruik, met al die “ff”-s en “tie”-s!

    • Awel, ge hebt mee zak en groeze geliek vizzeklwoat, mien koesen slokeren ogliek doarvan. Ik leg er wok in den nachte gans verdestereweerd van kloarwakker. Moar allez, den evenoar loopt niet deur uwen gat toch? bron: https://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/West-vlaams
      Het frequente gebruik van niet-officiële schrijftaal hindert u begrijp ik uit AL uw reacties (ff opgezocht), dat weten we nu wel. Jan heeft zo zijn eigen stijl van schrijven, ieder zijn meug zou ik zeggen. Het is toch geen verplichting om stukjes te lezen die mensen zoals u “hinderen”? Most ik ff kwyd aan uwes.

Speak Your Mind

*