23 april 2024

Vermeende fosfine in atmosfeer Venus was waarschijnlijk gewone zwaveldioxide

Infraroodstraling vanaf de nachtzijde van Venus, gefotografeerd met de Akatsuki sonde. Credit: JAXA/ISAS/DARTS/Damia Bouic

Op 14 september 2020 was het wereldnieuws: sterrenkundigen onder leiding van Jane Greaves ( Cardiff Universiteit) hadden met de James Clerk Maxwell Telescoop (JCMT) op Hawaï en het Atacama Large Millimeter Array (ALMA) observatorium in Chili aanwijzingen gevonden dat er hoog in de atmosfeer van Venus fosfine aanwezig is, iets dat zou wijzen op de aanwezigheid van anaeroob leven in de atmosfeer. Kort na de bekendmaking kwam er al kritiek van diverse andere onderzoekers en nu is daar een nieuw hoofdstuk aan toegevoegd. Een groep onderzoekers van de Universiteit van Washington (UvW) heeft op basis van een nieuw model van de atmosfeer van Venus gekeken naar hetgeen JCMT en ALMA precies zagen en hoe die waarnemingen precies geïnterpreteerd moeten worden. Op 25 januari verscheen dit vakartikel er over, dat gereed is voor publicatie in the Astrophysical Journal. Uit het nieuwe onderzoek komt naar voren dat de twee telescopen geen fosfine zagen, maar gewone zwaveldioxide. Het signaal blijkt niet afkomstig te zijn uit een laag met bewolking tussen 48 en 60 km boven het oppervlak van Venus, zoals Greaves dacht, maar veel hoger in de atmosfeer, waar fosfine door de UV-straling van de zon binnen enkele seconden zou worden afgebroken, áls het daar zou voorkomen.

Venus in 1974 gefotografeerd met de Mariner 10 van de NASA. Credit: NASA/JPL-Caltech

Al in 2017 werd ontdekt dat er bij een frekwentie van 266,94 gigahertz een signaal van absorptie in de atmosfeer van Venus is. Zowel fosfine als zwaveldioxide kunnen die absorptie veroorzaken. Met een zogeheten ‘radiative transfer model’ van de atmosfeer van Venus hebben de onderzoekers, die onder leiding stonden van Andrew Lincowski (UvW), het door JCMT en ALMA gemeten signaal bestudeerd, en het blijkt te komen vanuit de mesosfeer van Venus, een laag op minstens 80 km boven het oppervlak. De ALMA telescoop leek in 2019 ten tijde van de waarnemingen minder gevoelig te zijn voor het signaal van zwaveldioxide in de Venusatmosfeer en dat zorgde er voor dat Greaves en haar collegae dachten dat fosfine de enig mogelijke verklaring van het signaal was. Die lagere gevoeligheid kwam door een fenomeen dat ‘spectral line dilution’ wordt genoemd, iets dat te maken heeft met de afstelling van de antennes. Een instrumentele fout dus eigenlijk. Bron: UvW.

Share

Comments

  1. Leuk om je blog te lezen met interessante informatie

Speak Your Mind

*