Het eerste interstellaire object (ISO) dat ontdekt is was 1I/’Oumuamua, een klein pannenkoekvormig object dat op 9 september 2017 z’n periheliumpassage langs de zon maakte. Toen die kort voor perihelium werd ontdekt dacht men te maken te hebben met een soort van planetoïde, maar toen ‘Oumuamua de maanden erna plotseling ging versnellen leek er sprake te zijn van uitstroom van gassen. Sindsdien is er veel discussie over de ware aard van ‘Oumuamua, waarbij zelfs geopperd werd dat het gaat om een ruimteschip vol met aliens, die het zonnestelsel bezochten. Recent hebben de tweee sterrenkundigen Steven Desch en Alan Jackson (Arizona State University) nog eens alle informatie die bekend is over ‘Oumuamua op een rijtje gezet – zie de twee vakartikelen hierover onderaan de blog – en daaruit blijkt dat ‘Oumuamua veel gelijkenis vertoont met Pluto, de dwergplaneet in de buitenste regionen van ons zonnestelsel, en met Triton, de grootste maan van Neptunus. Beiden hebben een hoog albedo, dat wil zeggen een hoog reflecterend vermogen. Ook hun samenstelling is gelijk. Pluto heeft een oppervlak dat bestaat uit stikstofijs. Men denkt daarom dat ‘Oumuamua voor het grootste deel ook uit stikstofijs bestaat. Dat is verdampt snel als het wordt blootgesteld aan sterk zonlicht en dat is bij de periheliumpassage ook gebeurd, hetgeen de waargenomen versnelling verklaart.
Dat ‘Oumuamua bij die versnelling geen coma ontwikkelde, zoals je bij een komeet zou verwachten, komt omdat er vermoedelijk weinig waterijs op z’n oppervlak ligt. En ook dat heeft ’t gemeen met Pluto. Desch en Jackson denken dat ‘Oumuamua ongeveer 400 miljoen jaar geleden in een ander planetenstelsel is afgebroken door een inslag op een kleine ijsachtige planeet , eentje die op Pluto lijkt. Hij moet niet altijd zon pannekoekachtige vorm hebben gehad, die heeft ‘ie pas gekregen door de ‘reis naar het zonnestelsel, onder invloed van kosmische straling. En de passage door het binnenste deel van het zonnestelsel heeft ‘m veel massa gekost. Daarbij heeft ‘Oumuamua naar schatting maar liefst 95% van al z’n stikfstofijs verloren (zie afbeelding hierboven).
Vakartikelen
- Alan P. Jackson & Steven J. Desch. “1I/‘Oumuamua as an N2 ice fragment of an exo? Pluto surface: I. Size and Compositional Constraints.” Journal of Geophysical Research: Planets (2021). DOI: 10.1029/2020JE006706.
- S. J Desch & A. P Jackson. “1I/‘Oumuamua as an N2 ice fragment of an exo?pluto surface II: Generation of N2 ice fragments and the origin of ‘Oumuamua.” Journal of Geophysical Research: Planets (2021). DOI: 10.1029/2020JE006807.
Bron: ASU.
Al met al vind ik dit van alle verklaringen het beste.
Het spreekt ook tot de verbeelding dat de auteurs de Perseusarm als mogelijke oorsprong noemen. Wij zitten in de Orionarm, galactisch gezien eigenlijk niet heel ver, maar toch duizenden lichtjaren.
Een eenzame, monotone reis, die 200 miljoen jaar voor de eerste dino’s hier rondklooiden al was begonnen, door niets dan kou en leegte, om dan in een handvol jaren voor even het onderwerp van dienst te zijn voor een stel onwetende apen die hun technische mogelijkheden net voldoende hebben uitgebuit om slechts een glimp van een halfschaduw op te vangen… Geweldig 😀
Het klinkt bijna poëtisch, zoals je die lange reis van de laatste 400 miljoen jaar van ‘Oumuamua beschrijft. 😀
Ja, ik ben mijn roeping misgelopen 😀 Ik vind sowieso dat astronomische wetenschappelijke papers door dichters ter publicatie herschreven moeten worden. Jules Deelder vatte e.e.a. al kernachtig samen met zijn ‘Heelal: hoe verder men keek, hoe groter het leek’.
(staat me trouwens vaag bij dat dit al eens geopperd is)
Het is de Millenium Falcon in vermomming!