28 maart 2024

Belgisch onderzoek bewijst 430.000 jaar oude meteorietinslag boven Antarctica

De gevonden buitenaardse partikels (sferische gecondenseerde deeltjes). Credit: Scott Peterson.

Een internationaal onderzoeksteam van planetaire wetenschappers, onder leiding van dr. Matthias van Ginneken van de School of Physical Sciences aan de universiteit van Kent en voormalig onderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel, de Université libre de Bruxelles en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen heeft nieuwe bewijzen gevonden voor een meteorietinslag, die 430.000 jaar geleden net boven de Antarctische ijskap uiteenbarstte.
Deze buitenaardse partikels (sferische gecondenseerde deeltjes) werden gevonden tijdens de 2017-2018 BELAM (Belgian Antarctic Meteorites) expeditie die werd gefinancierd door het federaal wetenschapsbeleid (BELSPO) en georganiseerd vanuit het Belgische Antarctische Prinses Elisabethstation. Op de top van Walnumfjellet in het Sør Rondanegebergte, Oost-Antarctica werden deze partikels teruggevonden die wijzen op een ongewone ontploffing van een bijzonder grote meteoriet in de lucht. Na doorgang door de atmosfeer kunnen meteoroïden van meer dan 100 meter een impactkrater vormen in korstgesteente, maar nog vaker zullen meteorieten ontploffen in de lucht en een krachtige en destructieve schokgolf veroorzaken. Het bekendste voorbeeld van zo’n gebeurtenis is de veel kleinere Chelyabinskinslag boven Rusland in 2013, waarbij enorm veel ramen werden vernield.

Credit: Mark A. Garlick.

Tijdens de Tunguska-gebeurtenis, ook in Rusland, in 1908, werd een nog grotere schokgolf veroorzaakt die de bomen over een oppervlakte van 20 km2 heeft omvergeworpen en over meer dan honderd kilometer schade heeft aangericht. ‘Inslagen zoals deze vinden elke 1000 tot 5000 jaar plaats. Het is cruciaal om te begrijpen hoe zulke inslagen voorkomen in de geschiedenis van de aarde en wat de effecten ervan op de omgeving zijn’, verduidelijkt Flore Van Maldeghem, doctoraatstudent aan de Vrije Universiteit Brussel en mede-auteur van de studie. ‘Indien zo’n ontploffing plaats zou vinden boven een regio met een grote bevolking, zou dit absoluut catastrofaal zijn, met enorm veel slachtoffers’, voegt VUB professor Philippe Claeys toe.
Buitenaards
‘De chondritische chemische samenstelling en het hoge nikkelgehalte van de brokstukken wijzen erop dat de teruggevonden deeltjes niet van de aarde afkomstig zijn. Hun unieke zuurstofisotopenverhouding wijst er dan weer op dat ze tijdens hun vorming in de inslagwolk reageerden met zuurstof afkomstig van Antarctisch ijs’, vat professor Steven Goderis samen. Dit kan alleen als de explosie in de lucht dicht genoeg bij het ijsoppervlak gebeurde en door de schokgolf het ijs smolt en verdampte, waarbij het zich vermengde met de meteorietpartikels in de inslagwolk. Een dergelijke gebeurtenis kan enkel het gevolg zijn van het met hoge snelheid binnendringen in de atmosfeer van een asteroïde van ten minste 100 meter groot. Dit soort explosie relatief dicht bij het aardoppervlak is qua vernietigingskracht minder groot dan de vorming van een inslagkrater, maar nog steeds veel groter dan wanneer deze plaatsvindt op grote hoogte (bijvoorbeeld tussen de 30 en 50 km boven het zeeniveau in het geval van Chelyabinsk).
Het onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances, is een belangrijke ontdekking in het geologische vakgebied, waar bewijsmateriaal voor dergelijke gebeurtenissen schaars is. Dergelijke inslagpartikels zijn namelijk moeilijk te identificeren en te karakteriseren.

Foto van de condensatiedeeltjes. Credit: VUB.

‘Maar in dit geval konden deze door de atypische vorm van de condensatiedeeltjes (zie foto) relatief gemakkelijk onderscheiden worden van andere buitenaardse stofdeeltjes die we op Antarctica terugvinden, zoals micrometeorieten en microtektieten. De resultaten van dit onderzoek kunnen bijgevolg helpen bij de identificatie van gelijkaardige gebeurtenissen in het geologische verleden’, aldus VUB-doctoraatstudent Bastien Soens, co-auteur van de studie.
De studie onderstreept het belang om de dreiging van middelgrote asteroïden zo goed mogelijk in kaart te brengen, aangezien toekomstige vergelijkbare objecten waarschijnlijk in de atmosfeer zullen exploderen en een schokgolf kunnen genereren. Als deze explosie te dicht bij het aardoppervlak plaatsvindt, kan de schade groot zijn, zeker in dichtbevolkte gebieden. Het is daarom belangrijk om te proberen dit soort gebeurtenissen in de loop van de tijd te identificeren in andere geologische contexten, zoals sedimentkernen, om hun frequentie te kunnen beoordelen en potentieel gevaarlijke asteroïden beter te kunnen identificeren in termen van grootte en snelheid. Bron: VUB.

Share

Comments

  1. Wybren de Jong zegt

    “Inslagen zoals deze vinden elke 1000 tot 5000 jaar plaats”
    Wat voor inslagen precies? Als je de inslagen van Chelyabinsk en Tunguska meerekent, kom je op een veel hogere frequentie, lijkt mij. Gaat het bij deze schatting (1000 tot 5000 jaar) om inslagen van ~100 meter lange meteorieten?

    • “Inslagen zoals deze..” wijst op de Tunguska-gebeurtenis van 1908, dus die was groter dan de Chelyabinsk-gebeurtenis. Ja, de Tunguska-gebeurtenis wordt toegeschreven aan een meteoriet van zo’n 100 meter diameter.

Speak Your Mind

*