12 oktober 2024

Boekrecensie van ‘UFO’s: generaals, piloten en regeringsvertegenwoordigers verbreken het stilzwijgen…’

In deze recensie bespreek ik beknopt het boek van de Amerikaanse onderzoeksjournaliste en schrijfster Leslie Kean (NYT, Boston Globe) dat handelt over UFO-meldingen wereldwijd en het (gebrek aan) onderzoek hierover, waarbij Kean de periode bestrijkt tussen 1976 en 2007. Deze periode is niet willekeurig gekozen maar beslaat grofweg de tijd na afsluiting van het bekende Amerikaanse UFO Blue Book-onderzoek en eindigt voor de start van het AATIP-onderzoek (2007-2012), beide zijn geïnitieerd door de Amerikaanse regering. Kean onderzoekt UFO-documentatie op het moment van schrijven en publicatie van dit boek (1ste druk 2010, Eng; UFO’s: Generals, Pilots and Government Officials Go on the Record) dan al ruim tien jaar en publiceerde er geregeld over. Keans interesse voor het UFO-thema kwam nadat ze in 1999 benaderd werd door een Franse journaliste die had gepubliceerd over het Cometa-onderzoek (1996-1999), een reeks UFO-meldingen onderzocht door het Franse leger. Kean publiceerde een dergelijk artikel over Cometa, Engelstalig, in de Boston Globe in mei 2000. Beide artikelen waren bedoeld om zowel Europa als de VS te waarschuwen UFO-meldingen serieus te nemen en gezamenlijk te onderzoeken met name m.b.t. de nationale veiligheid. Leslie Kean is tevens een van het drietal journalisten die in 2017 het spraakmakende artikel ‘Glowing Auras and ‘Black Money’: the Pentagon’s Mysterious U.F.O. Program’ schreven, gepubliceerd op 16 december in de NYT. Dit betrof UFO-onthullingen en onderzoek van en door het Amerikaanse leger. (Zie op Astroblogs ook deze ‘Recap‘, een selectie artikelen gerelateerd aan het NYT-artikel, samengesteld in aanloop naar het UAP-rapport en documentatie die, in het kader van nieuwe wetgeving, de Covid Relief Bill, mogelijk eind juni zal verschijnen). Door het artikel uit de NYT en de gegenereerde media-aandacht gingen meer politici en vertegenwoordigers van onderzoekscommissies informatie vragen, en uiteindelijk zag het Pentagon zich genoodzaakt een officiële verklaring omtrent de onthullingen te geven. Kean startte reeds voorafgaand aan de verschijning van dit boek een eigen organisatie, genaamd ‘Coalition for Freedom of Information’, afgekort CFi (link geeft nu error) en ze werkte mee aan documentaires. Het werk van Kean is met name een oproep om meer transparantie van de overheid naar het publiek m.b.v. UFO-meldingen, en meer gedegen onderzoek. Tevens doe ik in deze blog een uitstapje naar het Amerikaanse boek ‘Skunk Works‘, geschreven door Ben R. Rich en Leo Janos (Back Bay, 1994) waarin uitgebreid verteld wordt over de ontwikkeling van de stealth bommenwerper F-117A bij Lockheed’s Skunk Works. Dit vliegtuig duikt in Keans boek op en wordt in verband gebracht met de UFO-meldingen.

Foto 15 juni 1990, gepubl. in 2003 J. Henrardi, Belgisch Wallonie, Wikimedia Commons

Voorwoord, Cometa, ‘in ieders belang’
Het voorwoord is van de Amerikaanse politiek adviseur John Podesta jr. (1949-). Podesta was stafchef op het Witte Huis tijdens de regering Clinton, en is tevens enkele jaren adviseur voor voormalig president Obama geweest. Podesta staat te boek als een pleitbezorger voor meer transparantie over UFO-meldingen en documentatie van de kant van de Amerikaanse regering. In 2002 op een nieuwsconferentie georganiseerd door Kean’s organisatie CFi, verklaarde Podesta destijds: “It is time for the government to declassify records that are more than 25 years old and to provide scientists with data that will assist in determining the real nature of this phenomenon.” Kean vertelt in de inleiding van haar boek hoe ze zo neutraal, d.w.z. onbevooroordeeld, de verhalen van de UFO-getuigen wil aanhoren, onderzoek doen, en met name de periode na Blue-Book en voor het AATIP wil onderzoeken, (1976-2007), daar deze periode (schijnbaar) het minst onderzocht is. In het algemeen, zo stelt Kean, kwamen destijds UFO-meldingen overal ter wereld voor, kwamen ‘ze’ zowel in ‘golven’ en als ‘individuele’ objecten, in allerlei vormen, en gaat ze in op de definitie van UFO versus UAP. Kean stelt dat deze termen op hetzelfde neerkomen. Kean startte haar eigen onderzoek nadat ze een Engelstalige versie van het Cometa-rapport overhandigd had gekregen. Het rapport dat door Franse generaals en CNES was samengesteld aan de hand van UFO-meldingen. De bedoeling was dat Kean over Cometa zou publiceren in een grote krant, i.d. de Boston Globe, en haar artikel verscheen in mei 2000. Met dit rapport wilde het Franse leger en het CNES druk op de VS uitvoeren voor meer samenwerking  om UFO’s verder te onderzoeken met name m.b.t. de nationale veiligheid.

Indeling, de Belgische UFO-golf
Het boek is opgezet in drie grote delen (‘objecten van onbekende oorsprong’, uit plichtsbesef’, en ‘een oproep tot handelen’), en telt, exclusief een index van personen en de aanvullende noten en verwijzingen naar alle literatuur en websites, 310 bladzijden. Het boek bevat redelijk wat foto’s (allen zwart/wit) en illustraties van UFO’s gemaakt door ooggetuigen. Het boek gaat uit van de volgende standpunten: Kean is zelf overtuigd van het bestaan van UFO’s, ze wil beschrijven hoe ze worden onderzocht, ze vraagt zich af waarom het thema zoveel hoon opwekt en wil tevens een oproep doen voor meer (internationale) samenwerking c.q. onderzoek op dit gebied. Het eerste deel ‘objecten van onbekende oorsprong’ bevat tien hoofdstukken. De eerste twee hoofdstukken betreffen louter de UFO-golf in België, volgens Kean een van de best gedocumenteerde UFO-series ooit. Voormalig generaal bij de Belgische luchtmacht en NATO-strateeg Wilfried De Brouwer vertelt in dit deel over de twee jaar durende UFO-golf, welke begon eind 1989. Destijds werd De Brouwer door de Belgische Minister van BuZa gevraagd zich om deze UFO-meldingen te bekommeren. In totaal was er sprake van 2000 ooggetuigenverslagen van ‘meest driehoekige’, ‘snelbewegende, uiterst stille en met zeer felle lampen uitgeruste’ vliegende objecten, en de meeste werden ’s nachts waargenomen. Ze leken te zweven (soms laag boven de grond 30-40 m), acceleren, enz. boven het gebied rond Luik (en later ook Brussel), op enkele kilometers vanaf de Duitse grens. Van 500 meldingen kon de oorsprong en aard niet verklaard worden.

Skunk Works, Lockheed’s F-117A, NARCAP
Kean gaat in op het feit dat er in 1975 in het uiterste geheim in Californië bij Lockheed’s Skunk Works (project Have Blue, projectleider Ben Rich), gestart wordt met de ontwikkeling van de F-117A Nighthawk, de eerste Amerikaanse lichte precisiebommenwerper met stealtheigenschappen. Het toestel is het summum in stealth technologie en driehoekig van vorm. Het is juist in deze periode, 1982-1992, dat deze vliegtuigen van de band rollen en er worden er enkele tientallen in het buitenland gestationeerd, ook in Europa. Het boek ‘Skunk Works’ van Rich gaat grotendeels over de ontwikkeling van de F-117A. Zou het mogelijk zijn dat bijvoorbeeld in België enkele van de 2000 UFO-meldingen te maken had met de aanwezigheid van Nighthawks? Rond die periode, in de jaren ’90, zo speculeert Kean, is de VS verwikkeld in enkele heftige oorlogen, o.a. in de Golfoorlog (1991, Desert Storm), en in voormalig Joegoslavië (Operation Allied Force). Zouden deze strijdtonelen een verband houden met de UFO-meldingen? Echter, generaal de Brouwer zelf twijfelt niet, en houdt deze mogelijkheid (een F-117A, of de Marke-B2 aanzien voor een UFO) voor uitgesloten. De Brouwer stelt dat een land steevast wordt geïnformeerd over missies met prototypen van geavanceerde vliegtuigen. In 1992 sluit de Belgische minister van BuZa het UFO-onderzoek af. Enkele hoofdstukken van het boek behandelen individuele gevallen, waarbij Kean met name ingaat op de UFO-encounters van resp. twee jachtvliegers van de Iranese luchtmacht in 1976 (Parwis Dschafari) en in 1980 van een Chileense luchtmachtpiloot (Oscar St. María Huertas). Kean kwam er later achter dat, ook al had de VS geen eigen officieel UFO-onderzoek meer lopen, de VS wel degelijk in beide encounters zeer veel interesse had daar beide jachtvliegers de UFO onder vuur genomen hadden. Verder besteed Kean de nodige aandacht aan de O’Hare-encounter (7 november 2006, O’Hare vliegveld Chicago), met name daar de berichtgeving hierover minimaal was. De afwikkeling van het O’Hare UFO-incident toont, volgens Kean, de ‘verdoezelstrategie’ van luchtvaart- en overheidsdiensten inzake UFO-meldingen. De FAA deed het later af als een ‘hole punch cloud‘. Verder schrijft ze, om de sprong te maken van de veiligheid in het luchtruim naar UFO-onderzoek, over de oprichting van NARCAP (National Aviation Reporting Center on Anomalous Phenomena). Dr. Richard Haines, destijds medewerker van NASA, en betrokken geweest bij grote ruimtevaartprojecten als Apollo en Skylab, maakte zich zorgen over de UFO-meldingen m.b.t. de veiligheid van het luchtruim. Met enkele collega’s uit de lucht- en ruimtevaart richtte Haines in 2000 een database op (resultaat 3400 UAP-meldingen) en stelt zijn team Haines een rapport samen waarin 100 meldingen van piloten uitgebreid behandeld worden. Veel van deze personen wiens incidenten, hetzij beschreven door Kean in haar boek, hetzij door een eigen verslag in het boek geplaatst, zijn in 2007 op een UAP-conferentie, mede georganiseerd door Leslie Kean, samengekomen en hebben elkaar ontmoet en informatie uitgewiseld over de UAP-incidenten.

Nieuw-Zeeland, Omarama, ‘whole punch cloud’ wikimedia commons

UFO-onderzoek in de VS versus onderzoek in Frankrijk, het VK, Zuid-Amerika e.a.
In het tweede deel van het boek, getiteld ‘uit plichtsbesef’ behandelt Leslie Kean het opstarten van het UFO-onderzoek in de jaren ’40 door de Amerikaanse regering na vele meldingen van onbekende objecten in het luchtruim. Kean beschrijft de houding van het leger, en hoe deze zich ontwikkeld. Rapporteerde men vooreerst feitelijk en onbevooroordeeld de meldingen, later moest alles zoveel mogelijk verklaard worden, hoe vergezocht sommige verklaringen ook waren. De bal m.b.t. officieel onderzoek in de VS begon te rollen met de beroemde memo van USAF generaal Nathan Twining ‘Flying Saucers’, uit 1947, gericht aan het Pentagon. Het project ‘Blue Book’ werd opgestart. Alle inlichtingendiensten werden erbij betrokken en de DCI (Director of Central Intelligence) werd de spil in het grote UFO-informatieweb. De regering zag de noodzaak tot gedegen onderzoek, de nationale veiligheid was daarbij het leidende motief. De koude oorlog was immers in volle gang. Wetenschappers uit diverse disciplines werden bij het onderzoek betrokken en de belangrijkste onder hen was de astronoom J. Allen Hynek jr. (1910-1986). Kean benadrukt hoe dit onderzoek, met als afsluiting het in 1969 verschenen Condon-rapport, steevast meer en meer geleid werd vanuit de motieven ‘opheldering’ en ‘diskreditering’, alles moest opgehelderd worden. Als voorbeeld geef Kean de propaganda-woede rondom UFO’s; alle films, boeken enz. met UFO’s moesten een verklaring paraat hebben. De dynamiek rondom UFO’s kwam met het Condon-rapport tot stilstand. Daarop vergelijkt Kean de houding van de Amerikaanse leger en inlichtingendiensten met het UFO-onderzoek in Frankrijk, het VK en enkele landen in Zuid-Amerika. Kean benadrukt dat de houding van bijvoorbeeld een land als Frankrijk totaal anders is, open en onderzoeksgericht, en de organisatie die zich ermee bezighoudt GEIPAN, is onderdeel van het CNES. GEIPAN betrekt al in een vroeg stadium wetenschappers bij de onderzoeken, zijn niet terughoudend in het delen van data, en misschien wel het belangrijkste, ze sturen jachtvliegers naar de plekken van de UFO-encounters voor onderzoek ter plaatse. Kean bespreekt uitgebreidt het Cometa-onderzoek dat liep van 1996 tot 1999, projectleider van Cometa was destijds Jean-Jacques Velasco. Verder gaat Kean in op wat wel het Engelse ‘Roswell-incident’ wordt genoemd. In december 1980 trof luchtmachtpersoneel nabij hun basis (dubbelbasisWoodbridge/Bentwaters) in het Rendlesham Forest vreemde, helverlichte vliegende objecten aan. In Kean’s boek doen zowel voormalig USAF-medwerkers James Penniston alswel onderzoeksleider Charles L. Halt hun relaas. Kean toont het logboek van Penniston met aantekeningen van driehoekige objecten waarop symbolen zijn aangebracht. Ze konden het object aanraken, voelden zwakstroom in hun armen en vergeleken het met de pupil van een menselijk oog. De getuigen maakten melding bij het US Office of Investigation maar de ervaringen werden afgedaan o.a. als ‘hallucinaties’ o.i.d.

In het derde deel van het boek ‘een oproep tot handelen’ bespreekt Kean uitgebreid het stilzwijgen en de heimelijke houding inzake UAP-meldingen van de kant van de Amerikaanse regering, met in haar kielzog de betrokken organisaties, NASA, FAA, en de inlichtingendiensten. Hiermee, aldus Kean, wordt juist de schijn gewekt als zouden ‘zij’ iets heel bijzonders voor ‘ons’, het publiek, geheim houden. Ook stelt Kean dat zij mogelijk bewijs heeft gevonden, aan de hand van een Engels document, dat de VS middels de USAP (Unacknowledged Secret Area Program) wel degelijk, continu UFO-onderzoek door alle decenna, sinds de afsluiting van Blue Book heeft gedaan. Er zou een soort commissie ‘stiekum’ bestaan, met personen uit allerlei ambtelijke gremia die op de hoogte werd gehouden van de ontwikkelingen op UAP-gebied. Uit angst, wantrouwen of misschien juist uit veiligheidsoverwegingen zou dit onderzoek geheim zijn geweest en gebleven. Deze ‘verdoezelcampagne’ kan er, aldus Kean, zelfs mogelijk op duiden dat USAP zelf exotische technologiën en nieuwe fysica m.b.t. de ontdekte UAP’s aan het doorgronden is. Pas, en Kean vergelijkt het met ‘holenmensen die erachter moeten komen hoe een TV-toestel werkt’ nadat er duidelijk geen gevaar bestaat voor de mensheid zou openbaring volgen. Echter, en zo geeft zij ook zelf toe, blijft het bij speculatie, maar, zo concludeert ze, het is wel juist aan deze houding te danken dat het publiek tenslotte na al die decennia zelf op zoek gaat naar verklaringen, en eigenhandig gaan onderzoeken en documenteren. Als aanloop naar het komend UAP-rapport is het zeker interessant nog eens te lezen in dit boek over de periode tussen Blue Book en AATIP in. En verder, staan wij dan nu echt aan de vooravond dat de Amerikaanse regering openheid van zaken gaat geven. we zullen nog even geduld moeten hebben…Bronnen: L. Kean, CNES, NARCAP, NYM, e.v.a.

Share

Comments

  1. Etienne Durinck zegt

    Ooit reeds een toestel gezien dat minuten lang roerloos in de lucht kan blijven hangen ? Om dan binnen de 3 seconden zo hoog te stijgen dat het uit het zicht verdwenen is ? Hierbij geen enkel geluid producerend ? Het was toen begin augustus 1963 rond de middag. Omzeggens geen wolkje aan de lucht. Wel mijn broer en veel andere kinderen en hun ouders hebben dat daar toen gezien. Zo een toestel kan de mens nu nog altijd niet maken. Ik zal wel niet mis zijn wanneer ik dit zeg. Ho ja ik was toen 14. Mocht zich nu zo iets voordoen ? Er zou er op los gefilmd worden.

    • Jeroen zegt

      Ik heb zo close encounter meegemaakt toen ik bijna 8 jaar oud was. Samen met mijn zus en neefje van mijn tante gezien in juni 1978. Ergens zuid Frankrijk of net in Spanje. Ding is pal boven mijn hoofd gaan hangen. Toen mijn zus terug kwam van me moeder halen (die niet mee kwam want ze was soep aan het maken) zagen we het weg vliegen. Eerst heel langzaam en steeds sneller tot het ineens bizarre verplaatsingen deed in de lucht. Wow zag je dat zeiden we. Het was zo groot als een klein verkeers vliegtuig. Afstand tussen ons en object was minder dan 200 meter initieel. Toen ie pal boven mijn hoofd hing schat ik minder dan 20 meter. Ik voelde de hitte, ik kon naar binnen kijken, zag allerlei machine achtige componenten. Het leek als of ik in de motor keek.

  2. Angele van Oosterom zegt
  3. Dit is “het UFO rapport”, ik word er niet echt enthousiast van. https://edition.cnn.com/2021/06/25/politics/full-text-pentagon-ufo-report-/index.html

    • Angele van Oosterom zegt

      Zie het van de positieve kant Nico, het is mooi op tijd, ziet er netjes uit en begrijpelijk dat het pas net opgerichte UAPTF in zo een relatief korte tijd niet alles heeft kunnen uitpluizen. Twee keer per jaar komt er nu zo’n rapport, dan komen ze steeds beter in de materie…

Speak Your Mind

*