19 april 2024

Boekrecensie Sekret Machines: Man ‘Gray’s anatomie of cyborg?’ (2/2)

De trilogie Sekret Machines; Gods, Man, & War stelt centraal hoe onverklaarbare fenomenen als ufo’s en aliencontact, blijven ‘rammelen’ aan de geijkte kaders van de maatschappij, zowel in de historie als de moderne tijd. In ‘Man’, deel 2 van de trilogie, worden deze fenomenen beschreven in hun verhouding tot de huidige gevestigde wetenschap en haar instituties. De auteurs Tom DeLonge en Peter Levenda ontstijgen m.i. met dit werk het stereotype beeld van ‘aliens’ als directe bedreiging van de Aarde en het leven. Het duo stelt, zie AB d.1., eerst de mens voor als mogelijk instrument in een parasitaire cyclus met een ‘aliencultuur’, met ‘gedirigeerde panspermie’ als grondslag. In dit vervolg wordt de symbiotische relatie tussen mens en alien geïntroduceerd; de anatomie van de mens – evoluerende als ‘cyborg’ -, en van de ‘alien’, zoals beschreven in  aliencontact ervaringen, wordt tegen elkaar afgezet, en de door ons getrokken grenslijn tussen voornoemde entiteiten lijkt te vervagen. En wat betekent het dan ‘mens’ te zijn? De auteurs zoeken de sleutel tot dit mysterie in het bewustzijn en volgen een groep genetici, neurobiologen, informatici, psychologen en (quantum)fysici, die het bewustzijn (onder)zoeken. Want is dat het, wat ons onderscheid van al het andere organisch leven? En in het kielzog; kunnen aliens ‘bewust-ZIJN’, als in ‘EBE’s‘ (Extraterrestrial Biological Entity) of viceversa, zijn het slechts ‘bewustzijnsmachines’. En is de mens hard op weg zelf zo een type machine (Eng. ‘sentient machine’) te worden, in een hoedanigheid van ‘cyborg’, of is hij dit reeds? Het boek duikt verder in de idee van mens-alien symbiose en de implicaties hiervan m.b.t. ufo’s, aliens en geassocieerde fenomenen. Boekbespreking deel 1
Het eerste blog van Sekret Machines: Gods, Man and War 2, getiteld ‘De alien als parasiet van de mens’, stelde; is de mens slechts een instrument in een parasitaire cyclus met een ‘aliencultuur’ en is dit scenario voorgeprogrammeerd, bijv. in het DNA? Een ‘aliencultuur’ en de mens delen mogelijk eenzelfde genetische oorsprong, maar eerstgenoemde bevindt zich op ‘evolutionair’ dood spoor bijv. t.g.v. genmutaties. Talloos zijn de getuigenissen waaruit blijkt dat aliencontact bestond uit bovenmatige interesse in het fysieke lichaam;“They (aliens) go straight to the organism, the body itself. Much has been made of the purported alien interest in human (and animal) reproductive organs.” De aliencultuur laat ‘gemengde signalen’ op aarde achter als ‘aliencontact’ en ufo’s. Zijn deze een expressie van een ‘weten’ dat zo’n scenario zich uitrolt over het leven hier op aarde, en mogelijk ook elders in de kosmos?

Rebellie tegen onze ‘scheppers’?
Is ‘revolte’ mogelijk tegen dit scenario? De auteurs menen aanwijzingen voor rebellie tegen de genetische erfenis te vinden in het menselijk bewustzijn; “The immortality of the host is not its [DNA] goal. At a certain point it would seem that our genes want us dead.”  Echter ‘consciousness rebels agains this state of affairs’. Immer heeft de mens de dood willen ontsnappen. Zou er in de toekomst, op het punt dat er nauwelijks meer onderscheid te maken is tussen een op een natuurlijke manier geëvolueerd menswezen, een simulacra of cyborg, zich een ‘superbewustzijn’ openbaren? M.a.w. is er sprake van een evolutionaire ontwikkeling m.b.t. het bewustzijn en is onze vrije wil mogelijk een manifestie van rebellie? Ik citeer: “Whatever created us and for whatever reason, may not have taken into account the possibility that we would develop a will independent from our genetic imperative.”  Rebellie, polarisatie en genocide op aarde, wordt voorgesteld als een vooropgezet plan; wat nu als er genen zijn, bijvoorbeeld in ons junk-DNA, die potentieel een gevaar voor de aliencultuur vormen?:“We were asked to consider that some ethnicities might be carriers of specific genes that were resistant to alien manipulation and that genocide was an alien-inspired or alien-directed program to weed out any potential problems; obstacles to alien control lurking in the human gene pool as it had evolved on our planet.”  Kortom, rebellie en polarisatie, uitgerold door ‘het fenomeen’, vormen enkele speculatieve ideëen als aanzet voor multidisciplinair ufo-onderzoek.

Het grote mysterie ‘bewustzijn’, Panpsyche
Wetenschappers en ufo-deskundigen Jacques Vallée en Hal Puthoff (CIA, SRI, en oprichter TTSAAS), meenden dat bij de studie naar ufo’s en de hieraan geassocieerde onverklaarbare fenomenen, de focus op het bewustzijn moest liggen, daar uit vrijwel alle aliencontact getuigenissen onmiskenbaar blijkt dat bewustzijnseffecten de eerste effecten zijn die ervaren worden bij dit contact. In hun kielzog volgden meer vooraanstaande wetenschappers; moleculair bioloog en nobelprijswinnaar Francis Crick, zijn vakgenoot Christof Koch, genetici als Garry Nolan, de psychiaters John Mack en David Jacobs, de wis- en natuurkundigen Roger Penrose en Stuart Hameroff, Larry Vandervert, en Stan Dehaene, allen wijdden een deel van hun carrière aan bewustzijnsonderzoek, en twee opvattingen domineerden; bewustzijn als emergente eigenschap van het brein en de ‘Panpsyche’, het universum is zelf bewust.

Robot Sophia Credits; wikimedia commons

‘Obsessie met onsterfelijkheid’
Bovengenoemden onderzochten een mogelijke link tussen het besef van onsterfelijkheid en bewustzijn; “Consciousness does desire immortality, even convinces itself that immortality exists,”  Waar deze obsessie schuilt is onduidelijk, maar dat ons DNA niet streeft naar een oneindig aantal ‘machines’ is evident. Komt er een kantelpunt? Ik citeer: “Moesten vorige generaties afsterven, tot er een kritieke massa bereikt is waarop de mens zijn eigen ontsterfelijkheid kan realiseren? En, zo ja, is er een link is tussen dit ‘besef’ van onsterfelijkheid en bewustzijn, zetelt dit soms in het DNA?” Men stelt of het DNA heeft bewustzijn ingebouwd, en de onsterfelijkheidswens is een artefact van het DNA-molecuul, of  komt van ‘buiten’. Bij aliencontactervaringen zijn er aanwijzingen dat het zenuwstelsel als een ‘ontvangstsysteem’ fungeert, o.a. via telepathie, en consensus heerst over de bewustzijnseffecten t.g.v. telepathisch aliencontact. Echter, hoeveel overeenkomsten er ook zijn in de getuigenissen, (gelijkenis qua anatomie, de associatie met ufo’s, de ‘robotachtige’ manier van handelen), deze zaken blijven uitgelegd worden in typisch menselijke begrippen, en een vals beeld van ‘het fenomeen’ wordt gecreëerd. Dit dwingt om bij de bron, bewustzijnsonderzoek, te blijven.

Crick en Koch, telepathie
Francis Crick en Christof Koch meenden dat neurobiologische processen aan het bewustzijn ten grondslag liggen, en opperden dat de alien mogelijk wel bewust is. Ze onderzochten het menselijk brein, zenuwstelsel en zintuigen, en meenden dat hoe complexer dit is, hoe complexer het bewustzijn is. Echter een mens-op-alien projectie levert geen ‘1 op 1 blauwdruk’; “Thus when projecting these ideas onto the typical alien abduction scenario, we are faced with the realization that we have no evidence that the abductors have the same sensory apparatus as we do,.. Mouths do not seem to be used for communication.. Even the nose seems vestigial (NL: rudimentair), at best.” In de lijn van Crick bezit de alien niet het bewustzijnsniveau van de mens; “If you propose a figure that does not have language as we know it and it is not equipped with self-consciousness of self-referential consciousness, then you are halfway toward describing the classical ‘alien’.” Onderzoekers als David Jacobs en John Mack onderstrepen het ontbreken van een persoonlijke identificatie, de eenvormigheid in uiterlijkheden als gezichtskenmerken, gebaren en telepathische communicatie is dominant.

Crick en Koch stelden voor dat de alien mogelijk wel bewust is, maar niet zeer communicatief, en hier ‘iets op vond’. Het duo stelt dat m.b.t. zicht bij mensen – van informatieverwerking tot coherent beeld – geleidelijkheid troef is. Dit i.t.t. een machine die in een keer alle visuele data opslaat. Mogelijk ‘snapt’ de alien dat de mens zintuiglijk beperkt is, vandaar de telepathische communicatie. De zintuiglijke ervaring wordt genuanceerd door Crick in drie typen ‘binding’; een band vormen met een object bevat een genetisch component, een leeraspect, en, aldus Crick, voor zo’n band met compleet nieuwe objecten, treedt associatie op. De zenuwcellen trachten het object te vergelijken met iets gelijksoortigs: “Most human beings have no memory of witnessing a ufo event; when they do witness one, they do not have the neurobiological context within which to see it and recognize it. So a kind of myth builds up around the event, and it binds with other myths that have evolved similarly and the memory of the initial encounter becomes ‘homogenized’ with those of other individuals.”

Credit: The Diggital Artist/Pixabay.

Het maken van ‘bewustzijnsmachines’, Ray Kurzweil
Crick en Koch konden dus niets definitiefs zeggen omtrent het bewustzijn en kwamen dus ook niet verder met hun studie naar ufo’s e.a. Beiden waren er wel van overtuigd wel dat het bewustzijn een ‘artefact’ moest zijn van een puur biochemisch, evolutionair proces, en een eigenschap van het brein. Hun onderzoek wakkerde het debat flink aan of machines uiteindelijk ‘bewust’ zouden kunnen worden, een discussie die tot op de dag voortduurt, zie bijv. dit werk van Google topman en visionair Ray Kurzweil. Een machine, een willekeurig door de mens gemaakt object, waar willekeurige informatie wordt opgeslagen op één plek, in het computergeheugen, tegenover de mens, een product van miljarden jaren aan evolutie, zowel in genetisch als sociaal opzicht. Het ondoorgrondelijk bewustzijn dat mogelijk de ‘sleutel’ tot wat mens zijn inhoudt bevat, noopte meer wetenschappers aan tot dit uitdagend onderzoek.

Een ander framewerk, brein-antenne

Het bewustzijnsonderzoek wordt dan in een ander frame geplaatst; “If however, consciousness is not a product of the brain, it would not be restricted to a human nervous system or its neurobiology. The brain may be a receiver of consciousness, much like a radio receives a broadcast signal. If consciousness is universal – if indeed, as some scientists speculate, the universe itself is conscious – then the possiblity of communication with an alien species becomes conceivable.” TTSAAS oprichter Hal Puthoff, (bio)fysicus en pionier op het gebied van Remote Viewing en ESP, en ook geneticus Garry Nolan, opperden dat het brein als ‘signaalontvanger’ van bewustzijn kan fungeren, afgestemd om signalen van ‘buitenaf’ – mogelijk vanuit de kosmos – op te vangen. Het duo onderzocht de fysiologische effecten op het immuunsysteem van enkele personen die de meest gedetailleerde getuigenverklaringen over aliencontact aflegden. Hoon en spot deerden hen niet: “It is a symbiotic relationship, for the more we learn about human consciousness the more we can begin to understand the reality behind close encounter phenomena.”

Bewuste machines (on)mogelijk…neuronen en quantummechanica to the rescue?

Onder deze groep wetenschappers is er consensus dat meer inzicht in het brein- en zenuwstesel ook meer inzicht zal geven in de aliencontact ervaringen. Voor de scenario’s m.b.t. alienontvoeringen, keek men specifiek naar de amygdala, de plek in het brein van dromen, emoties en angsten. Zetelt mogelijk in dit ‘droomcentrum’, het bewustzijn? Of bezitten de neuronen, de basale celstructuur, zo een 30 miljard in totaal, de computationele of intrinsieke kracht om bewustzijn te veroorzaken (neuronen ‘scheiden’ bewustzijn uit, zie titel ‘Sekret Machines’)? Ook dit onderzoek leidde niet tot een definitie van wat bewustzijn is, echter deze miljarden neuronen zijn wel gebouwd uit DNA, en als DNA commando’s verstrekt voor de opbouw van dit netwerk, en een platform biedt voor bewustzijn, hoe ‘weet’ dit DNA dan hoe dit moet?

Bewustzijn, verondersteld als eigenschap van het brein, zoals in de lijn van Crick, impliceert tevens ook dat met de dood, het brein en dus het bewustzijn sterft. Ray Kurzweil deelt deze visie, en stelt dat het brein, als artefact van het lichaam, nagebouwd kan worden. Dan zal een ‘singulariteit’ zich aandienen, een bepaald punt in de tijd waarop er geen onderscheid waar te nemen is tussen een machine en een mens, een bewuste machine. Echter, zolang bewustzijn niet gedefineerd is blijft ‘singulariteit’ hangen in speculatie. Vervolgens zocht men buiten de ‘klassieke biofysische wereld’, en verschuift het beeld van bewustzijn op richting ‘iets-dat- mogelijk-meer-toegankelijk’ wordt naarmate er een hogere graad van biocomplexiteit wordt bereikt; “While we still have difficulty defining consciousness, we slowly come to the realization that we face the same difficulty when it comes to defining machines. If DNA was seeded on Earth was that done by a machine? And was the purpose to create new iterations of self-generating automata? In other words, is the human race a ‘sekret machine’?”

Het quantum-bewustzijn, Roger Penrose’s OrchOR
Geconfronteerd met ufo’s, aliens e.a. haperen er radertjes in het geraffineerde systeem van neuronen en treedt ‘associatie’ op, iets gelijksoortigs wordt gezocht. Een enkele wetenschapper waagde zich aan de studie naar het zogenoemde ‘quantumbewustzijn’ met het oog op onverklaarbare fenomenen, een theorie geënt op quantumfysische verschijnselen. Stel dat aliens deze ‘quantumeffecten’ beheersen, en zij de mens uitdagen hiervan kennis te nemen? De quantumfysica, zelf nog schier onbegrepen, wordt zo als middel ingezet om andere, zowaar nog mysterieuzere fenomenen als telepathie, ESP of Remote Viewing te verklaren. De bekende fysici Roger Penrose en Stuart Hameroff, waagden zich aan neurobio-fysisch onderzoek naar quantumeffecten in het brein, als mogelijke oorzaak van bewustzijn, en noemde het OrchOR. Meer recent o.a. in 2014, werden quantumeffecten gedetecteerd in o.a. fotosynthese en in het brein van trekvogels.

Corticale neuronen in groen. In rood zijn neuronale stamcellen. Credits; Garry Shaw//EnCor Biotechnology Inc.wikimedia commons

I.t.t tot de klassieke Newtoniaanse fysica, waarbinnen reizen of communiceren sneller dan het licht onmogelijk is, en een object slechts op 1 plek tegelijkertijd kan zijn, gelden in QM andere regels. Fysici menen dat quantummechanische eigenschappen zich slechts op sub-atomair niveau voordoen. Aan QM worden eigenschappen als non-lokaliteit, quantumverstrengeling, en superpositie toegeschreven. QM deed wetenschappers beseffen dat er een dieper niveau van realiteit is, en dit diende weer ter inspiratie van mystici en goeroes wereldwijd, die meenden dat QM ruimte schept voor paranormale verschijnselen: “Ideas like non-locality, quantum entanglement, and uncertainty seem to create a space for the operation of paranormal abilities and provide a rationale for the belief in ghosts, spirits, and Ufos. After all, goes the theory, with non-locality and entanglement, things as teleportation, and telepathy must be possible.”

Penrose onderzocht de microtubuli of MT. Uit onderzoek bleek dat MT’s niet slechts zorgden voor de fijnmazige neuronstructuur maar ook voor de elektrochemische processen inzake ‘signaling and comunication’, en Penrose vermoedde hierin dat het MT als medium voor het bewustzijn fungeerde. Deze theorie noemde hij ‘OrchOR’ en suggereert  ‘…that there is a connection between the brains bimolecular processes and the basic structure of the universe’. Als Penrose correct is dat het bewustzijn geïntegreerd is met de fijnmazige structuur van het universum, zou dan dit bewustzijn bij de ‘alien’ mogelijk op een andere manier tot uiting komen?

Holoscapes, fantoomervaringen
Een andere bewustzijnstheorie, is de ‘chaos theorie’; deze combineert psychologie, wis- en natuurkunde. O.a. Larry Vandervert en Karl Pribram, stelden het ‘holonomisch brein’ voor; “Holonomics involves viewing the dendrites of the neurons as microprocessors that embed space and time in what Pribram calls ‘holocscapes’. These create holograph-like experiences of perception and cognition (including dream states) in a ground of space-time consciousness, and all composed within the skull.”  Vandervert stelt dat aliencontact ervaren wordt als zijnde in de ‘echte’ wereld, en de wereldwijde consistentie tussen de aliengetuigenissen verklaart hij aan de hand van de ’tweeledige geest’. De geest is niet gelijk aan het bewustzijn maar enerzijds is er het brein, en anderzijds is er een ‘gedeelde door cultuur bepaalde geest’. Onze geest evolueert, met iedere iteratie wordt er een nieuw model van de wereld gecreëerd, een ‘holoscape’. En zoals er bij fantoompijn een ledemaat gevoeld kan worden dat er niet is (of nooit was), zo genereert het brein een impulsstroom die een afdruk van het hele lichaam is. Kan dit idee uitgebreid worden, aldus Vandervert, naar andere ‘fantoomervaringen’?

Credit: Twitter/@cleanlymaid

De chaos-theorie wordt gecombineerd met OrchOR, ik citeer; “… and if the brain is a quantum computer, these [paranormal] things become not only possible, but probable. When we apply chaos theory to the quantum world we can begin to explain creativity and imagination; the explosion of ideas and conncections between heretofore unconnected ideas and events that stem from a simple qunatum event, perhaps the firing of a neuron or a series of neurons, the OrchOR effect of Penrose and Hameroff.”  Bij fantoomervaringen of creatieve ingevingen, flitst het holografisch bewustzijn achter onze ogen, echter een deel komt van buitenaf; “The mechanism that gives rise to our creative impulse has been switched on by an outside force, a force that is using it to communicate whith us.” Ufo’s als resultaat van een mechanisme dat het bewustzijn ‘raakt’, door op quantumniveau te opereren, dan rijst de vraag; “Can that slice of the hologram be inserted into consciousness in such a way that we are aware of it not when it happens but only after the chaos effect takes place and it balloons into a full blown hallucination?”

Cognitief psycholoog Stan Dehaene verwerpt OrchOR, en stelt dat er gebeurtenissen zijn die zich afspelen onder de drempel of ‘liminis’ van het bewustzijn, als voorbeeld noemt hij de subliminale beelden gebruikt in films. Als je subliminale ervaringen, met terugwerkende kracht traag zou terugspoelen, zie je de ‘echte gebeurtenis’ die later opduikt als herinnering. Deze subliminale ervaringen kunnen kunstmatig (TMS), of van buiten opgewekt worden, en bv jeugdtrauma’s en aliencontact, worden voorgesteld als ‘spookelementen’ uit het verleden. Daartegen ageerde John Mack, ufo’s en aliencontact werden wereldwijd vastgesteld, bij een dwarsdoorsnede van de bevolking, gezonde mensen, en zij ervaarden een contact dat PTSD veroorzaakte, zonder trigger, de enige aberratie in hun getuigenissen was de alienervaring. Mack benadrukt hierbij dat telepathische communicatie dient als ‘gateway’, de transmissie van beelden van de aliens is de sleutel naar de aard ervan. Mack: “What we propose is that the alien abduction is real in some way; it is the ghost of an actual experience that involves an external actor, beings whose ability to manipulate consciousness is withouth parallel.” Dat ze onzichtbaar zijn, of als geesten, of ziekte worden voorgesteld is irrelevant.

Brein-computertechnologie, cyborgs
Na diverse bewustzijnstheorieën besproken te hebben in relatie tot aliencontact e.a. wordt ook de brein-computertechnologie erbij betrokken. Deze biedt veel toepassingen voor de (ruimtevaart)-industrie (cyborgs), en kansen voor nieuwe benaderingen van paranormale verschijnselen als ESP, PK, RV enz. daar zich met voornoemde studies nu een theoretische wetenschappelijk framewerk heeft gevormd voor paranormale fenomenen. De consistente getuigenissen m.b.t. aliencontact via telepathie impliceert dat het brein ‘dit aankan’, anders zou transmissie van alien op mens sowieso verspilde moeite zijn (of er is sprake van ‘Panpsyche’, het universum en zijn creaturen zijn doordrengt met bewustzijn, anatomie onafhankelijk). De alien zelf wordt nu gedetailleerder beschouwd, en meer gepresenteerd als een sociale constructie, uitgelegd in menselijk taal- en begrippenkader, dat, zo doet ons beseffen, mogelijk blind maakt voor de idee, de realiteit achter deze constructie.
De bewustzijnstheorie die bewustzijn als een emergente breineigenschap ziet – neuronen ‘scheiden’ a.h.w. bewustzijn uit – impliceert dat machines bewustzijn kunnen ontwikkelen, de ‘sterke AI’, zie Kurzweil’s ‘The Age of the Spiritual Machines’. Echter ‘Man’ stelt dat zo ‘intelligentie’ mogelijk inflateert naar ‘bewustzijn’, het ‘AI may not be an equivalent to AC’. Zo komt men nader tot het identificeren van de alien; de mens evoluerende richting cyborg, als ‘veredelde bewustzijnsmachine’, vloeit naadloos over in het idee van aliens als machines, mogelijk EBE’s of zelfs hybrides? Het definiëren van mens, machine enz. wordt met virtual reality-technologie al uiterst lastig, laat staan, aldus het boek, dat mensen inmiddels nog onderscheid moeten gaan aangeven tussen de door hun geziene aliens en henzelf. De singulariteit is nog niet bereikt, vooralsnog voltrekt zich een ‘convergence’ en ‘symbiotische toestand’, waarin de mens iets van menselijkheid verliest, bv op ruimtereizen. Cyborgs, en uiteindelijk ‘sterke AI’ zijn beter uitgerust voor extreme omstandigheden, en met hun realisatie benadert men de identiteit van de alien zoals die zich voordoet bij aliencontact.

Joseph Licklider, biosymbiose
Het was de veelzijdig ingenieur J.C.R. Licklider, grondlegger van het ARPA-net, die NASA, het MIT en het Pentagon samenbracht om de ‘mens-machine’-symbiose tot stand te brengen, en bedacht de term ‘IA’ of ‘intelligence amplification’, voor de industrie, ruimtereizen en soldaten, zie bv The Titan. In artikelen m.b.t. defensie en ruimtevaart schreef Licklider, maar ook bijv. de wetenschapper Manfred Clynes een neuro-onderzoeker, over ‘cyborgs’ in de ruimtevaart. Voor extreme omstandigheden wilden Clynes de mens met name in mentaal opzicht weerbaarder maken. Dit ontaardde in vaak bizar, experimenteel onderzoek. ‘Onder water ademen’, hersenimplantaten, breinstimulatie, kortom het gehele psycho-fysiologische gebied van de proefpersonen werd afgetast, een ‘biosymbiose’, zonder bewustzijn, werd nagestreefd. Het waren de roerige jaren ’60, grenzeloze technologische mogelijkheden deed een besef opleven dat mensen actief deelnemen in hun eigen evolutie. Het was Norbert Wiener, die de term ‘cybernetica‘ bedacht. Clynes onderzocht de ooglens, en beschouwde dit als het eerste cyborg-implantaat.

SRI HQ Pasadena (CA) Credits; wikimedia commons

M.b.t. ufo’s e.a. ontbreekt nog de parapsychologische benadering van het bewustzijn. ‘Man’ stelt dat er al rond 1900 een meer logisch, reductionistische kijk op paranormale fenomenen ontstond, ‘ufo’s uit een lab‘. Instituten als het Engelse ASPR, het Rhine Insititute en het SRI, werden opgericht, hun missie was om telepathie, hypnose, enz. wetenschappelijk te benaderen. De termen ‘Psi’, en (para)psychologie werden geïntroduceerd, de kracht van de ‘ziel’. WOII was een kantelpunt, de VS kreeg door hoe hun krijgsgevangenen psychische foltering ondergingen en defensie wilde tot op de bodem van ‘Psi’ gaan, in varianten als ESP, RV, TK, PK. enz.  AI, ARPA, robotica floreerde en het SRI voegde zich hierbij met leidinggevenden Hal Puthoff en Russell Targ, prominenten in grensverleggend bio-fsisch onderzoek. De VS vreesde paranormale wapens bij vijandige regimes en sinister klinkende projecten als Artichoke en MK-Ultra maten de psychische (bewustzijns)effecten op proefpersonen. Maar wegens gebrek aan bruikbare resultaten werden deze uitslagen veelal anecdotisch gedocumenteerd, net als ufo- en aliencontactervaringen. De resultaten werden tevens ‘bezoedeld’ daar opgetrommelde proefpersonen juist diegene waren die reeds gezien werden als ‘mentaal labiel’ en juist zij, zo wees uit, waren hoog bevattelijk voor paranormale ervaringen. Toch bleven Russell, Targ, Puthoff ervan overtuigd dat zowel ESP, PK enz. een emergente breineigenschap is en dus nagebootst kan worden.

Jupiter ringen Credits; NASA

Het was de NSA die Targ en Puthoff in contact bracht met ‘psychic’ Ingo Swann. Swann beheerste ESP, PK en RV, en kon meters met gedachten afstellen en in RV-sessie’s objecten, voor hem aan het oog onttrokken, beschrijven, zoals bv de Jupiter-ringen. Swann verenigde ESP, PK met ufo-expertise. Swann was in 1972 de eerste door defensie ingezette ‘psychic´ en inmiddels zijn er vele (DIA)-documenten vrijgegeven waarin zijn ervaringen zijn te lezen. En toch, hoe bruikbaar ook, zie ook bv Uri Geller en Pat Price, de wetenschap schoot tekort in het beschrijven hoe Psi werkte, het had nog geen idee. Het SRI, het Rhine Institute, de Menlo Park laboratoria, tientallen jaren later, en met duizenden pagina’s documentatie verder, met labverslagen, konden niet de vinger leggen op wat er zich voordeed.

Arthur Koestler
Het was de fysicus Arthur Koestler die het ‘Psi’ relateerde aan het quantumbewustzijn, en voorstelde om QM, AI en parapsychologie samen te brengen. Het was in 1974 dat hij zijn boek ‘The Roots of Coincidence’  publiceerde, een periode waarin ook het SRI Puthoff’s onderzoeksresultaten publiceerde, en een groot parapsychologisch congres vele lezingen presenteerde m.b.t. deze materie. Alles draaide volgens Koestler om het principe van ‘synchroniciteit’, hierbij worden zaken verbonden op een manier de ‘normale’ oorzaak-gevolg effecten tarten, en synchronicteit heeft daarom veel gemeen met de eigenschappen van QM als quantumverstrengeling en nonlokaliteit. Het idee van een wetenschppelijke verklaring voor Psi daagde, synchroniciteit leek te wijzen in die richting. De inlichtingendiensten als de CIA, volgden deze ontwikkelingen nauwgezet, en was met name geïnteresseerd in het werk van Olivier Costa de Beauregard, die schreef: “It provides a theoretical framework which not only may connect osbserved ESP effects with quantummechanics but which also places ESP in the very general context of information theory.” Informatie-theorie is een sleutelelement in ESP.

Arthur Koestler, wikimedia commons

Proefpersonen werd onderzocht in projecten als Star Gate. De beste ‘psychics’ bleken die, die op EEG’s asynchronische patronen van abnormale, ongebalanceerde elektrische activiteit toonden tussen de twee hersenhelften. Solide resultaten bleven echter uit, en zelfs confusie sloeg toe, het waren juist de als labiel bestempelde personen die de meest psychische krachten demonstreerden. Terwijl men juist mentaal stabiele proefpersonen prefereerde met het oog op betrouwbare resultaten. Het was wederom John Mack die ageerde om aliencontact en telepathie, te benaderen als zijnde een mentale deformatie, Mack; “The Phenomenon does not stand alone, but is one anomaly among many,… They reveal that our understanding of reality is extremely limited, the cosmos is more mysterious than we have imagined, there are other intelligences all about. Ufo’s e.a. zijn te beschouwen als trauma op iets dat daadwerkelijk plaatsvond, maar Mack gaf tevens de onmogelijke situatie toe: “It is impossible for the average modern human being to tell the difference between someone who is mentally ill and one who had had an experience so traumatic that it has reordered their worldview.”

John Mack, Budd Hopkins, waren van mening dat ufo’s, aliencontact, ESP, telepathie, enz. een basis in de realiteit hadden. Ingo Swann werd een soort boegbeeld van deze zienswijze, Swann, sinds 1972 in dienst voor de overheid, combineerde ufo’s en ESP, werd gerespecteerd en bepaald niet als ‘gek’ bestempeld. Maar alle verzamelde kennis en theorieën ten spijt zou het uiteindelijk pas met het voortschrijdend inzicht in de QM en het quantumbewustzijnstheorie zijn, dat men inspiratie vatte m.b.t. het vinden van een mogelijke wetenschappelijke uitleg van Psi, dat ESP, e.a.in een ander licht zou kunnen zetten. Deze versmelting van Psi, ufo’s, en de kennis van SRI, ontlokte de CIA de volgende woorden: “The passion that the study of telepathy and associated paranormal phenomena arouses in both the ‘scientist’ and the ‘mystic’ – to use the CIA’s terminology – reflects a sea change taking place in the culture. It signals the dawning of an new realization about the world we live in.”  Er is sprake van een ‘paranormale machine’ die ontmantelt en verklaard moet worden.

Swann stelt dat ook ufologen sceptisch zijn; “Most surprisingly one might think that ufologists would consider mental processes of extraterrestrials since they are so energetically involved with extraterrestrial equipment and technology. None of the above will touch the topic of Psi with a ten-foot pole and all of the above protest any feasible, positive necessity for acting any other way.” Echter juist die techniek is inmiddels zo geavanceerd dat men de computer kan bedienen met je gedachten. ‘Man’ meent dat ondertussen de stap naar ’telepathisch contact met aliens’ niet meer zo ongeloofwaardig lijkt. Fraaie anecdotes en quotes van Swann, Geller en Price zijn te vinden in Phenomena, van Anne Jacobsen.
Het alien-fenotype
Met de wetenschappelijke benadering van ufo’s en aliencontact, groeit tegelijk het besef dat het juist de progressie in techniek is die onderhand de kenmerken vertoont die toegedicht worden aan aliens e.a. Het noopt nader in te gaan op de uiterlijkheden en beweegredenen van de aliens. Het typisch Amerikaanse ‘alien’ fenotype is de ‘Gray’; deze toont zich klein, rond de meter, met relatief groot hoofd, en rudimentaire neuzen, mond, en geen oren. De Gray beweegt robotisch, eet noch drinkt en er is sprake van telepathische communicatie. De interactie veroorzaakt een diep gevoel van vervreeming, angst, machteloosheid, vernedering en er is vaak sprake van levitatie, tijdsvervorming, en fysieke verwonding. De ‘Nordics’, zijn groter, lichter, en contact wordt als minder beangstigend ervaren, en er zijn de ‘reptilianen’, met  huidschubben en klauwen. Wereldwijd, van Zuidoost-Azië, tot Afrika, werden ufo’s en aliencontact ervaringen opgedaan en gedocumenteerd. Bij de Afrikaanse ‘Ariel School’ ufo’s vielen met name de voorspellingen op die gedaan werden m.b.t. tot de destructie van de aarde.

Motivatie aliens, de symbiotische relatie of ‘de collectieve breakdown van de mens’ ?

Over het doel van de aliens’ tast men het duister, het ‘Ariel School’ voorbeeld toont waarschuwingen aan de mensheid. Echter, ‘Man’ keert het ook om, betreft zo’n ervaring mogelijk een door de persoon zelf gegenereerde shock, als mentale reactie ten overstaan van een existentiële dreiging die van de alien zelf uitgaat? Er is sprake, aldus ‘Man’ van een alien-fenotype dat humanoïde trekken heeft, geassocieerd wordt met machines, telepathisch communiceert, en een torso met ledematen en hoofd bezit, de taxonomie van de alien is consistent door de tijd en alle culturen heen. Waaruit de vragen rijzen, maar waarom zijn ze niet geheel anders? En als de ‘Grays’ machines zijn, androïdes, of ‘strong AI’ waarom is er geen betere gelijkenis?’ Man’s conclusie is tweeledig; als het tastbare wezens zijn, dan betreft het een genetisch verwant ras, en is de ‘Gray’ de machine die wij nog moeten uitdokteren, gedeeltelijk autonoom, en niet zelf-replicerend. Anderzijds, als aliens wel artefacten van het lichaam zijn, dan is deze alien een mogelijke hulproep vanuit het collectief bewustzijn dat de mens op de rand van een collectieve breakdown staat, de ‘ufo’s en aliens’ als kanarie in de kolenmijn van ons brein. Want wat als deze groepsmind krankzinnig is? De mens blijkt een roofzuchtig soort, brengt zichzelf geregeld op de rand van zelfvernietiging, en als wij zo zijn, wat zegt dat van ‘de aliens?’
De alien en de mens in een symbiotische relatie, die de mens uitdaagt hem op waarde in te schatten, en een ander wereldbeeld aan te nemen. Echter, aldus de auteurs, het mogen ‘Grays’ of ‘Nordics’ zijn, ze mogen dan mensen angst aanjagen, of zich als Goden vermommen, om vervolgens te doen met ons wat ze maar willen, waarom is er dan nog geen concrete invasie? ‘Man’ stelt, dit dit ‘kunnen ze nog niet’, er rest slechts een symbiotisch relatie. Symbiotisch of parasitisch, de relatie met de alien lijkt ons te ‘overkomen’, maar er is sprake van authentieke ervaringen, die bewustzijnseffecten heeft als dislocatie en telepahtie. Anecdotische documentatie schiet tekort, wie of wat er achter ‘het fenomeen’ zit blijft dan onopgemerkt, dus multidisciplinair onderzoek is nodig, zowel vanuit de nationale als vanuit de personele veiligheid. Het deel Sekret Machines; Gods, Man, War 3, gaat meer in op geïnstitutionaliseerd ufo-onderzoek. Bronnen; Space.com,Phenomena A. Jacobsen

https://youtu.be/onEXmLX2ZZQ

Share

Comments

  1. Enceladus zegt

    “En zoals er bij fantoompijn een ledemaat gevoeld kan worden dat er nooit was, zo genereert het brein een impulsstroom die een afdruk van het hele lichaam is.”

    Sorry, maar dat klopt echt niet! Fantoompijn is juist pijn die men voelt op de plek waar voor amputatie wel degelijk een ledemaat (of ander lichaamsdeel, zoals een borst) aanwezig was.

    Groet,
    Gert (Enceladus)

  2. Dick Mesland zegt

    Over de kwestie of het brein bewustzijn genereert als een emergent verschijnsel, of dat het bewustzijn er à priori is, heb ik een boek geschreven: “Het biologische misverstand”. De conclusie van de logische redenering in dat boek is dat Bewustzijn er à priori moet zijn. Dat onze werkelijkheid, die door de wetenschap wordt onderzocht, inclusief ons eigen lichaam, een “afbeelding” (bij gebrek aan een beter woord, want niet alleen optisch) is in dat Bewustzijn.
    Utrecht, 2007, Uitgeverij IJzer

  3. Dick Mesland zegt

    Dank voor het delen van de link!

Laat een antwoord achter aan Angele van Oosterom Reactie annuleren

*