29 maart 2024

Er was eens een Rode Reus. (Over de Uilnevel en bijvangst Shakhbazian 5)

Er was eens een Rode Reus. Voordat de Rode Reus een Rode Reus was geworden, was het een normale ster. Hij leek op onze eigen Zon.  De ster scheen krachtig, zelfverzekerd en stabiel en verlichtte een lange lange lange tijd zijn omgeving met witgeel licht. Het was onvoorstelbaar dat daar ooit een eind aan zou komen. Maar niets is voor altijd . . . na verloop van miljarden jaren, raakte het waterstof in de kern toch een beetje op. De dwergster was in nood. De dwergster veranderde zijn kernfusieprocessen om een nieuwe levensfase te beginnen. Hij veranderde erg daardoor in korte tijd. De ster werd groter en groter en de buitenste lichtgevende gas-laag werd minder heet. De ster ging rood licht uitstralen.
De dwergster was een Rode Reus geworden. Dat ging een tijdje goed. Maar toen begon de energieproductie in z’n binnenste toch weer te haperen en op te rispen. De Rode Reus begon een jo-jo dieet en viel flink af. Met regelmaat blies de rode reus zijn buitenste gaslagen stiekem en haast onzichtbaar de ruimte in. De Rode Reus werd steeds kleiner. De binnenkant van de ster, die nog enorm heet was, kwam steeds meer aan het oppervlak. De Rode Reus verandert in een Witte Dwerg
Zo’n 10.000 jaar geleden werd de hete kern genoeg ontbloot dat de atomen van zijn eerder in uitgeblazen buitenste gaslagen begon te ioniseren. Een fraaie zacht stralende blauwgroene nevel was het gevolg. Ongeveer 2000 jaar later bereikte het eerste licht van de nieuwe nevel de Aarde. Niet dat dat meteen werd opgemerkt. Eerst moest bijvoorbeeld de telescoop nog worden worden uitgevonden.

Er was eens een astrofotograaf die in de coronajaren 2021 en 2020 met 6 verschillende filters opnames maakte van planetaire nevel Messier 97. Deze nevel staat beter bekend als de Uilnevel. De nevel staat in het sterrenbeeld Grote Beer. Opnames met breedbandfilters (Rood, Groen, Blauw en Luminance) en de smalbandfilters (H-Alfa en OIII) tot één plaatjeverwerken is een kunst op zich. De astrofotograaf zat daar best tegen aan te hikken. Maar toen ging hij er eens goed voor zitten en produceerde deze plaat:


 

Bij het bekijken van de opnames viel het mij (de astrofotograaf) op dat er naast de Uilnevel nog heel véél andere nevelvlekjes te zien zijn. Dat is andere koek: het zijn sterrenstelsels tot op honderden miljoenen lichtjaren afstand. Het is leuk als er zulke grote verschillen zijn in het perspectief van ruimte en tijd binnen één blikveld. (Sterrenstelsel M108 staat net buiten het blikveld dit keer, vaak worden deze twee objecten om die reden samen waargenomen en gefotografeerd.)
Ik vond het leuk om een paar bijvangsten nader uit te zoeken.

Linksonder de Uilnevel staat een object dat lijkt op een badmintonshuttle. Een bijzondere space-shuttle!

Volgens de kaarten is het een sterrenstelsel met nummer PGC34279 met daarvoor een voorgrondster. Intrigerend is dat er meerdere kernen in het neveltje te ontwaren zijn. Het lijken meerdere stelsels in interactie. Wie kan hier meer informatie over vinden??

Dan is er links aan de rand van de grotere foto, hieronder flink uitvergroot, nog dit fantastisch leuke groepje stelsels te zien:

Bij het nader uitzoeken leerde ik hier wat nieuws. Het gaat om SHK-5, oftewel lid 5 uit de ‘Shakbazian Compact Groups of Galaxies’. Deze catalogus is een compilatie van tien lijsten van compacte groepen compacte sterrenstelsels gevonden op de rode kaarten van Palomar Sky Survey en gepubliceerd in de periode 1973 tot 1979 door Shakhbazian, Petrosian en medewerkers. De catalogus bevat 377 compacte groepen van sterrenstelsels. Onder amateur-astronomen met zeer grote telescopen schijnt deze lijst populair te zijn om te kijken wat ze van die groepjes kunnen zien. SHK-5 is moeilijk om waar te nemen. De 5 stelsels bevinden zich in een hemelgebiedje kleiner dan 1 boogminuut in diameter en de zwaksten hebben een visuele magnitude van 17 á 18. De afstand is 2 miljard lichtjaar! Dat is oud licht dat de pixeltjes van mijn CCD camera hebben opgevangen! Er was eens….

Share

Comments

  1. Wowie Paul, wat een prachtige foto’s van de Uilnevel en z’n verre galactische omgeving. Het klinkt allemaal als een sprookje. 😀

  2. Da’s gewoon de zelfreflectie van de aarde hoor, die je daar gefotografeerd hebt 😉

  3. Jan Brandt zegt

    Ha die Paul….Mooi plaatje en een mooi astrosprookje!!
    Zucht….stimuleert wel even heel heftig mijn astrofotografische Biesbos-hunkeringen, hoor.
    Hup…weg met die trieste grijze hemelen van de afgelopen twee maanden.

    • Paul Bakker zegt

      Ja, pfffff, meest bewolkte winter ooit hier in Drenthe.
      Er was één kraakheldere nacht in december, toen was het -9 graden C en kon ik niet fotograferen omdat de sluiter van mijn CCD-camera zat vastgevroren…

  4. jan brandt zegt

    ok…vreemde reactie…maar ben…eh…”blij” te horen dat jij dat ook zo hebt ervaren…ben ik gelukkig toch niet helemaal van mijn “astro-meteo lotje” getikt….Zou zomaar mijn eerste winter kunnen worden zonder ook maar één keer de Orionnevel te hebben gezien…oeps!!

Laat een antwoord achter aan Paul Bakker Reactie annuleren

*