29 maart 2024

Venus in Orion, whodunnit?

Bladerend in de sterrengids van 2022 viel mijn oog op een eigenaardig berichtje in het maandoverzicht van juli: de planeet Venus staat vanaf 16 juli enkele dagen in het sterrenbeeld Orion.
Venus in het sterrenbeeld Orion, huh, hoe kan dat nou???
Natuurlijk staat er een stukje uitleg in de sterrengids, maar dat was voor mij niet geheel bevredigend dus ik ben als een detective op onderzoek uitgegaan. Ik verklap alvast dat ik er achter ben gekomen dat een sterretje van magnitude 7, met nummer HD39983, op een afstand van 690 lichtjaar van ons zonnestelsel (!) een hoofdrol speelt. Ra ra!

Ik neem jullie mee in mijn speurtocht. Laten we eerst de uitleg in de sterrengids bekijken:
“Za 16 juli: Venus in Orion? Dat klinkt absurd want we kennen tocht de sterrenbeelden van de Dierenriem rond de ecliptica waar de planeten te vinden zijn. het wintersterrenbeeld Orion hoort daar niet bij. Maar toch: de officiële grens van Orion volgens de Internationale Astronomische Unie (IAU) nadert de ecliptica in een noordelijk hoekje tot op een halve graad. Venus heeft vandaag [16 juli dus]  een ecliptische breedte van -0,7 graden zodat ze vandaag tot overmorgen [18 juli] inderdaad een kort bezoek brengt aan het sterrenbeeld Orion”.
Tot zover de Sterrengids.

Oké, Venus staat dus nog niet eens een graad van de ecliptica! Ik dacht eerst: klopt dat wel? Dus nam ik de sterrenkaart van Orion op Wikipedia onder de loep:

Sterrenbeeld_Orion

Sterrenbeeld Orion, officiele grenzen IAU

De blauwe, licht gekromde, lijn dwars over de afbeelding toont waar de ecliptica loopt. De knots van Orion ligt inderdaad bijna tot de ecliptica. Maar meteen dient de volgende vraag zich aan: waarom zitten er zoveel zoveel hoeken in de grens van het sterrenbeeld?  En specifiek, waarom zit die uitstulping daar boven ster χ1 Ori ? Dat is het stukje hemelgebied waar Venus 16 juli in terecht komt…

Het is toch veel logischer om dat stukje grens te tekenen zoals ik hieronder suggereer!

In ieder geval was Venus dan netjes van Stier (Taurus) naar Tweelingen (Gemini) gegaan en had ik dit allemaal nu niet hoeven uitzoeken en schrijven.

Mijn aandacht ging nu eerst uit naar de kleine open sterrenhoop Berkeley 21 (Be21). Is er een reden waarom dit object in Orion zou moeten liggen volgens de IAU? Maar al gauw kon ik deze hypothese afserveren. De Berkeley-catalogus is pas jaren na het vaststellen van de officiële sterrenbeeld-grenzen opgesteld.

Om het onderzoek te vervolgen gaan we bijna honderd jaar terug in de tijd. De officiële lijst van 88 sterrenbeelden en hun grenzen zijn in 1930 door de IAU vastgesteld. Hoe is dat in zijn werk gegaan?

In 1923 startte het Nationale Astronomische Belgisch Comité op initiatief van Professor P. Stroobant een onderzoek om te komen tot een eenduidige lijst met sterrenbeelden met hun grenzen. Verschillende atlassen hanteerden in die tijd verschillende grenzen. Dat werd vooral een probleem bij het ontdekken van variabele sterren en novae in tussenliggende ‘betwiste’ hemelgebieden. Op verzoek van het Belgische comité werd dit onderwerp op de IAU vergadering van 1925 in Cambridge geagendeerd.  De Belgische astronoom Eugène Delporte presenteerde daar de stand van zaken. De IAU onderkende het nut van dit initiatief en formeerde een (sub)commissie om het project verder uit te werken, onder aansturing van Delporte.

Voor mijn verhaal is het volgende belangrijk, want dit waren uitgangspunten voor de commissie:

  • De wetenschappelijke grenzen van de sterrenbeelden aan de noordelijke sterrenhemel moeten (wiskundig) exact worden beschreven, maar wel zoveel mogelijk overeenkomend met bestaande ideëen en moderne atlassen. Het moet voorkomen worden dat sterren als het ware verhuizen van het ene naar het andere sterrenbeeld
  • De IAU subcommissie ‘Variabele Sterren’ wil dat dit ook geldt voor de reeds gecatalogiseerde variabele sterren. Die sterren worden namelijk aangeduid met een letter, of lettercombinatie, èn het sterrenbeeld waarin ze staan. (Bijvoorbeeld “RR Lyrae” moet in sterrenbeeld Lier blijven)

Op het IAU-congres van 1928 in Leiden werd het resultaat gepresenteerd. Hierop volgen nog enkele kleine correcties en een aanpassing om de grenzen van de zuidelijke sterrenbeelden consequent aan te laten sluiten met dezelfde methode. In 1930 publiceert Deporte de sterrenkaarten en IAU-sterrenbeeld-grenzen die we nu nog steeds hanteren. De grenzen lopen over uurcirkels en over parallellen van declinatie.  Delporte meldt in zijn publicatie dat, zonder uitzondering, alle variabele sterren uit de catalogus ” Kleinere Veröffentlichungen der Universitäts-sternwarte zu Berlin-Babelsberg, nr 3, Katalog und Ephemeriden Veränderlicher Sterne für 1928″ in hun sterrenbeeld blijven.

Aha! Een nieuw aanknopingspunt.

Wat is het world wide web toch geweldig, want deze catalogus uit 1928 heb ik óók kunnen opsnorren in het SAO/NASA Astrophysics Data System. Het bevat 48 ingescande pagina’s aan tabellen met variabele sterren met hun naam, positie aan de hemel en andere eigenschappen. Gelukkig gesorteerd op sterrenbeeld. Op pagina 41 vond ik de variabele sterren in Orion. Daar werd ik op een dwaalspoor gezet met variabele U Orionis. Warm, warm, maar net niet verklarend. Na een tijdje kwam ik er achter dat op pagina 42 de lijst van Orion verder ging en daar zag ik variabele BQ Orionis met een voor Orion wel heel hoge declinatie van declinatie van +22º 48′,6.  Het zoekresultaat op mijn iPad met planetarium-app ‘Sky Safari Pro’ was overtuigend:  Bingo!!

BQ Orionis

Voor deze met het blote oog onzichtbare ster, die met een periode van zo’n 3 a 4 maanden varieert  tussen ongeveer magnitude 7 en 9 en in 1920 is ontdekt, maakt de grens van het sterrenbeeld Orion dus een ommetje. Van mij hadden ze een andere keuze mogen maken.

Maar goed, uiteindelijk maakt het allemaal natuurlijk niets uit van wat er aan de hemel te zien is. De ecliptica en sterrenbeeldgrenzen zijn immers maar denkbeeldige lijnen. Venus is overigens deze dagen wèl zichtbaar ’s morgens vroeg zo rond 4.30 uur laag boven de horizon in het noord-oosten. En als je de planeet op de zondagmorgen 17 juli spot, of maandagmorgen 18 juli, sta er dan toch even bij stil dat je Venus ziet in het wintersterrenbeeld Orion. Ik wist niet dat het kon!

Bronnen:

  • Sterrengids 2022
  • Wikipedia (eng)
  • IAU.org
  • http://southastrodel.com/Page207.htm met DÉLIMITATION SCIENTIFIQUE DES CONSTELLATIONS (TABLES ET CHARTS) By E. DELPORTE
  • Kleinere Veröffentlichungen der Universitäts-sternwarte zu Berlin-Babelsberg, nr 3, Katalog und
  • Ephemeriden Veränderlicher Sterne für 1928.
  • Sky Safari Pro
Share

Comments

  1. André Heijkoop zegt

    Knap stukje speurwerk Paul !

  2. Zeker knap speurwerk. We hebben trouwens weliswaar twaalf sterrenbeelden van de Dierenriem, maar door de ietwat schuine banen van de planeten (zoals in dit geval Venus) komen de planeten soms ook in andere sterrenbeelden terecht. Om precies te zijn kunnen ze ook terechtkomen in Slangendrager (Ophiuchus), Walvis (Cetus), Raaf (Corvus), Beker (Crater), Waterslang (Hydra), Orion, Pegasus, Schild (Scutum) en Sextant.

    • Paul Bakker zegt

      Uit dat rijtje is Slangendrager een geval apart. Daar loopt zelfs de ecliptica doorheen. De zon vertoeft ieder jaar van 30 november tot 17 december in Slangendrager. (kan een dag verschillen ivm schrikkeljaren). Dat is een stuk langer dan de dag of 5 dat de zon ieder jaar door Schorpioen trekt.
      En dat is geen moderniteit. Slangendrager is één van de 48 klassieke sterrenbeelden die Ptolemaeus al beschreef. De bijbehorende sterren en posities die in de Almagest worden beschreven staan daar al onder en boven de ecliptica.

  3. BQ Tauri was inderdaad een betere naam geweest dan BQ Orionis.
    En zo hadden ze de uitstulping van Taurus vlak boven Betelgeuze weer aan Orion mogen toewijzen.
    Een beetje ruilverkaveling had niet misstaan.

Speak Your Mind

*