Site pictogram Astroblogs

Een Superflare die de Aarde treft, en dan…??

Credit: NASA/SDO.

Klimaatverandering, stikstof, en virussen lijken de publieke discussie momenteel wereldwijd meer te beheersen dan de, naar mijns inziens, heel reële vraag, wat als een superzonnevlam onze Aarde treft, en het hele electriciteitsnetwerk platlegt? Zijn er noodscenario’s voor handen, zijn er landen die zich er wel op voor bereiden, wie zijn de experts, en hoe zit het met de nutsbedrijven, overheden, wat is hun rol? De internetsite Wired nam recent de vraag ter hand, en bood een inkijkje in wat er mogelijk allemaal kan gebeuren indien onze zon iets te enthousiaste zonneuitbarstingen richting de Aarde stuurt. Want dat er een grote uitbarsting van de zon gaat komen staat vast. The Astrophysical Journal plaatste recent de studie ‘Statistical Properties of Superflares on Solar-type Stars:’, waarin wordt bevestigd dat er op onze zon superzonnevlammen volgens dit patroon uitbarsten: iedere 11 jaar een vlam van klasse X10; iedere 150-200 jaar eentje van klasse X40; iedere 1000-2000 jaar een X100, iedere 3000 jaar een X700 en iedere 6000 jaar een X1000. Hierop is de mensheid niet of nauwelijks voorbereid, zie o.a. deze studie van Space Weather. Ongeveer om de 150 jaar krijgen we dus zo’n een forse uitbarsting voor onze kiezen. Momenteel zitten we in zonnecyclus 25, en vorig jaar op 3 juli, was er bijvoorbeeld een forse uitbarsting met radioblackout, alsmede op 21 april j.l., zie hier. De krachtigste superzonnevlam uitbarsting uit de moderne geschiedenis is echter de ‘Carrington Event’, uit 1859, deze duurde zo’n vier dagen. De aankomende supervlam, is zeg maar, al iets ‘over tijd’. Hieronder een samenvatting van het artikel uit Wired.

Experts, ‘coronal mass ejections’, ‘Carrington Event’, Deep Space Climate Observatory
Wired laat enkele experts hun licht schijnen over hoe specifieke instanties, overheden en de wetenschap zich voorbereiden op zo een heftige uitbarsting. Het zijn de Schotse astrofysicus Scott McIntosh, tevens vice-directeur van het US National Center for Atmospheric Research (UCAR), de nucleair veiligheidsexpert  Koroush Shirvan van het MIT in Massachuttes, en regeringsadviseur John G. Kappenman, van het ingenieursbureau Metatech die hun licht laten schijnen over het onderzoek aan zonnevlammen en over mogelijk noodscenario’s, of liever aan het ontbreken van goed onderzoek en een goede voorbereiding. Wired trapt af met een uitleg over CME’s, en de rol van het magnetisch veld van de zon in dit proces. Ook noemt Wired een viertal gebeurtenissen gerelateerd aan heftige zonneuitbarstingen in de recente geschiedenis, waaronder de ‘Carrington Event’ uit 1859. Maar het artikel wijdt eerst uit over CME’s en hun oorzaak.

Een CME, betreft een significante afgifte van plasma en bijbehorend magnetisch veld vanuit de corona van de zon in de zonnewind. CME’s worden vaak geassocieerd met zonnevlammen en andere vormen van zonneactiviteit. Als een CME de magnetosfeer van de aarde bereikt, kan deze geomagnetische stormen, veroorzaken. Als oorzaak van een CME wordt genoemd het magnetisch veld van de zon. Dit veld, gegenereerd door de activiteit van deeltjes in de kern, ontstaat als ordelijke noord-naar-zuidlijnen. Maar verschillende breedtegraden op de ster roteren met verschillende snelheden – 36 dagen aan de polen en slechts 25 dagen aan de evenaar, de lijnen raken ‘verstrikt’ en er ontstaan ‘magnetische knopen’. Deze kunnen het oppervlak doorboren en materie eronder vasthouden. De resulterende vlekken lijken donker. Typisch koelt de ingesloten materie af, condenseert tot plasmawolken en valt terug naar de oppervlakte in een vurige coronale regen. Soms echter ontwarren de knopen spontaan, en een bulk van gemagnetiseerd plasma schiet weg van de zon. Op 1 september 1859 ontwaarde Richard Carrington, een amateur-astronoom, in zijn eigen sterrenwacht een verblindende lichtstraal. Een dag later raasde een geomagnetische storm over de Aarde. Het is de krachtigste geomagnetische storm uit de moderne geschiedenis, die wereldwijd veel schade toebracht aan telegraafstations. Desondanks waren de gevolgen minimaal, omdat de mensheid nog niet afhankelijk was van elektriciteit. In mei 1921 vlogen treincontrole-apparatuur in het Amerikaanse noordoosten en telefoonstations in Zweden in brand. In 1989 zorgde een geomagnetische storm ervoor dat Quebec negen uur lang in het donker bleef nadat het regionale netwerk was overbelast. Het is het Deep Space Climate Observatory, een satelliet die zo’n 1,5 miljoen kilometer van de Aarde staat, die instrumenten aan boord heeft die de snelheid en polariteit van binnenkomende zonnedeeltjes analyseert. Als de magnetische oriëntatie van een wolk gevaarlijk is, zal deze satelliet de mensheid, één uur van te voren kunnen waarschuwen.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten